vrijdag 15 december 2017

Jacques-Yves Cousteau, koning van de zee.


Jacques-Yves Cousteau en de Calypso


Jacques-Yves Cousteau werd op 11 juni 1910 in Saint-Andrè-Cubzac, Frankrijk geboren, in 1930 ging hij aan de Marine academie in Brest studeren en werd officier. Een ernstig auto ongeluk zorgde er voor dat zijn luchtvaart passie, hij wou gaan vliegen, niet kon doorgaan. De oceaan zou de ziel van deze avonturier winnen. In 1936 ging hij voor het eerste keer nabij de haven van Toulon met een duikbril onder water zwemmen. Om een manier te vinden om langer en vrijer te zwemmen onder water, ontwierp hij samen met ingenieur Emile Gagnan het Self Contained Underwater Breathing Apperatus kortweg SCUBA, waarmee er voor de mens een onderwaterwereld zou opengaan. Na de Tweede Wereldoorlog werd Cousteau samen met Tailliez en Dumas bekend als de musketiers van de zee vanwege hun duikexperimenten in de zee en zeelaboratoria.
In 1950 werd de voormalige mijnenveger "Calypso" gekocht en aangepast als oceanografisch vaartuig uitgerust met instrumenten, bekostigd met donaties voor duik en wetenschappelijk onderzoek. De "Calypso" en haar bemanningen zouden de komende 40 jaar de wereldzeeën en rivieren bevaren. Duikcapsules zoals de "diving soucer" Denise, behuizing onder water, een voortgaande verbetering van de aqua-long, lieten de hand van Cousteau zien. Cousteau ontwierp een schip dat aangedreven werd door windturbines de "Alcyone".
Cousteau maakte meer dan 115 films en schreef 50 boeken waarmee hij de oceanen bij miljoenen gezinnen onder de aandacht bracht. Voor zijn werk voor het verzet was hij tot Chevalier van het Legioen van Eer benoemd, voor zijn oceanografisch werk werd hij bevorderd tot Commandeur.
Hij was lid van de Amerikaanse Academie voor Wetenschappen en werd ruim 30 jaar directeur van het Oceanografisch Museum in Monaco. De V.N. kende hem de internationale milieu prijs toe, In 1985 ontving hij in de V.S. de presidentiële Medal of Freedom hij werd in 1989 lid van de Academie Française. In 1990 lanceerde hij een wereldwijde petitie om Antarctica te beschermen tegen minerale mijnbouw, een poging dat een succes werd.
Captain Cousteau stierf op 25 juni 1997 in Parijs op 87 jarige leeftijd.
De "Calypso" onsterfelijk gemaakt door het lied van John Denver wordt momenteel gerestaureerd.

Philippe Cousteau, de tweede zoon van Jacques was voor bestemd om het werk van zijn vader voort te zetten hij overleed tijdens een ongeluk met een vliegboot in Portugal.
Jean-Michel, de eerste zoon van Jacques is ook oceanografisch ontdekker en film producent.
De kleinzoon van Jacques Cousteau, Fabien is oceanograaf.



Jacques Cousteau in de Griekse wateren.




vrijdag 1 december 2017

Helgoland, rots in de Noordzee.


Afbeeldingsresultaat voor helgoland
Helgoland.



Helgoland is met maar 1,7 km2 een van de kleinst bewoonde eilanden in de Noordzee, het behoort niet tot de Wadden eilanden en is niet uit zand opgebouwd maar bestaat uit roodgekleurd rotsgesteente en bont zandsteen. Het er achter gelegen eilandje Düne bestaat wel uit zand.
Helgoland ligt 55 km uit de Duitse kustlijn tot 1720 waren Helgoland en Düne met elkaar verbonden een stormvloed maakte hier een eind aan. 
In 697 had de Friese koning Radbod zich hier teruggetrokken, in 1231 werd het eigendom van de Deense koning Valdemar II, het eigendom wisselde later enkele keren tussen Denemarken en Sleeswijk in 1714 werd het tot 1807 definitief Deens, in 1807 werd het door de Britten veroverd, in 1890 kwam het Britse Heligoland in Duitse handen door een ruil met het Oost Afrikaanse Zanzibar en Wituland, een uitvloeisel van het Zanzibar verdrag. Helgoland was tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog een Duits marine steunpunt. Helgoland was een vesting geworden vol bunkers en gangen ter bescherming van de onderzeeboot haven, alles was aangelegd door krijgsgevangenen.
"Duivelseiland" zoals het in de Tweede Wereldoorlog werd genoemd huisvestte Nederlandse, Belgische, Russische en Italiaanse krijgsgevangenen, dwangarbeiders, politieke gevangen en werkweigeraars. In april 1945 bombardeerden circa 1.000 Britse bommenwerpers het eiland , iedereen was toen al naar het vaste land geëvacueerd. Na de oorlog werden de gangen met 6.700 ton dynamiet volgestopt en op 18 april 1947 tot ontploffing gebracht maar het eiland bleef overeind, pas in 1952 keerden de eilandbewoners terug. Na aandringen van het Duitse parlement werd het eiland door de Britten aan de Duitsland teruggegeven. 
Het eland leeft van het toerisme dat door het gebrek van btw op sigaretten, alcohol en parfum alleen maar is toegenomen. Auto's en zelfs fietsen zijn op het eiland niet toegestaan.
Tot in 2007 was het mogelijk Helgoland tijdens een drie uur durende tocht per catamaran vanuit Nederland te bezoeken. De Duitse maatschappij Ems had in Australië een catamaran laten bouwen om er gedurende de zomer dagelijks een dienst mee te onderhouden tussen de Eemshaven en Helgoland, een bijna ongeluk maakte hier een eind aan en de catamaran werd verkocht. 
Het eiland staat bekend als broed en pleisterplaats voor zeevogels uit het Noordzee gebied en trekvogels uit noordelijker gebieden. Voor wie interesse heeft, het eiland is via Cuxhaven en Bremerhaven per snelboot te bereiken duur 2 a 3 uur.

vrijdag 17 november 2017

Eysink: fietsen, auto's en motoren.

Afbeeldingsresultaat voor eysink auto
Eysink 1912.

In 1886 begon Dick Eysink in Amersfoort de Amersfoortsche Rijwiel, Automobiel en Machine fabriek, Menno en August beide zonen van Dick Eysink bouwden in 1897 de eerste Nederlandse auto. Eysink was niet alleen de eerste Nederlandse autoproducent maar was tevens het eerste Nederlandse automerk dat alles zelf produceerde ook de motoren. Concurrent in de begin jaren was Spijker, tot rond 1910 werden er veelal grotere auto's geproduceerd, toen bleek dat de vraag naar kleinere auto's vele malen groter werd hadden merken hun aandeel in de markt al veroverd en had Eysink als antwoord de Bebe dat de concurrentie niet aan kon. Verschillende auto's hadden inmiddels hun weg gevonden naar Nederlands Indië maar ook naar Engeland waar zij als taxi werden ingezet.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog zorgden orders van het Nederlandse leger voor veel werk, in de jaren daarna kreeg Eysink concurrentie van goedkoop ingevoerde Amerikaanse auto's, Eysink werd gedwongen de productie van auto's te beëindigen, er waren toen zo'n 330 exemplaren gebouwd waarvan het er slechts een het heeft overleefd en te bewonderen is in het Louwman museum in den Haag. De motorfietsen van motorfietsen waren een succes al in 1913 behaalde August Eysink op een Eysink motor de gouden medaille in de toen prestigieuze Engeland Holland Run, Eysink fabriceerde zelfs motoren voor het leger, in 1921 kwam de 4 pk liggende parallel Twin in productie.In 1931 werd men met een Eysink motor eerste, tijdens de 6 daagse van Merano.  In 1935 had Eysink motoren van 60 tot 1150cc, ontworpen door Dick Eysink jr. in productie. In 1936 verscheen de beroemde 125cc motor voorzien van een Villiers tweetaktblok, in 1948 werd hier nog de TT in Assen mee gewonnen (Dick Renooy). In 1948 kwamen er motoren met 125cc en 200cc Villiers blokken. In de vijftiger jaren probeerde men met de productie van 98 en 250cc scooters een faillissement af te wenden, tevergeefs. Men ging in 1951 failliet en maakte daarna nog een herstart als Amersfoortse Rijwielindustrie, in 1956 was het definitief afgelopen.
Dick Eysink jr. had in 1950 al ontslag genomen bij de Eysink fabriek en opende in 1951 een fabriek in het nabij gelegen Soest waar hij gemotoriseerde tandems en bromfietsen ging maken onder de naam Renata, later kocht hij het merk Eysink terug en ging hij brommers onder het merk Eysink bouwen, door concurrentie uit met name Duitsland en Japan moest hij stoppen met de productie en werd hij importeur van Benelli motoren. 

donderdag 2 november 2017

de"Lutine" goudkoorts op de waddeneilanden.

Afbeeldingsresultaat voor de lutine
de Lutine

De Lutine was een Frans fregat gebouwd in 1779 in Toulon, het schip werd in 1793 na de Franse revolutie door Franse koningsgezinden overgedragen aan de Engelsen.
Kort voor het vertrek van de Engelse troepenmacht van Vlieland, verging in de nacht van 9 op 10 oktober 1799 de Lutine tussen Vlieland en Terschelling.
Het schip was geladen met goud en zilver onder meer voor soldij voor de troepen en financiële ondersteuning van het Duitse vorstendom Hannover bondgenoot van Engeland. Ook zouden er juwelen aan boord zijn geweest. 269 van de 270 opvarenden kwamen om alleen een notaris afkomstig uit Londen J. Schabracq overleefde de ramp. Meteen na de ramp werd getracht de lading te bergen. Wat de waarde van de inhoud van het schip was bleef gissen, men schatte toen tussen de 130.000 en 1 miljoen Britse ponden. Lloyd´s waar het schip was verzekerd schatte de waarde in 1957 op 1.400.000 Britse ponden. Bergers gingen in 1800 aan de slag in 1801 was voor 300.000 gulden geborgen. Een voor het doel opgerichte bergingsmaatschappij "de Onderneming" kreeg van de Nederlandse regering het recht op het wrak te duiken en had later meer succes. Tussen 1857 en 1860 werden 41 goudstaven en 64 zilverstaven en 15.350 gouden en zilveren munten gevonden ook werden er vele kanonnen boven water gehaald. In 1938 werd voor het laatst een goudstaaf opgediept door de "Karimata" een tinbaggermolen door Biliton naar Nederland gestuurd om een bergingspoging te wagen. In 1933 werden er zelfs aandelen uitgegeven die de rechthebbende een aandeel van 1/20.000 van de bruto opbrengst van datgene wat uit de Lutine zou worden geborgen, beloofde.
De scheepsbel was intussen opgedoken en hangt bij Lloyd's in Londen en wordt eenmaal geluid als er een een grote scheepsramp heeft plaats gevonden en twee maal als het goed is afgelopen.
Tot vandaag de dag wordt er naar goud gezocht zonder succes, in 1999 werd het achterschip gevonden. De plaats van het wrak is inmiddels een beschermde archeologische vindplaats.


Afbeeldingsresultaat voor lutine
scheepsbel van de Lutine bij Lloyd's in Londen.






donderdag 12 oktober 2017

De dood van Edith Cavell, 12 oktober 1915.

Afbeeldingsresultaat voor edith cavell
Edith Cavell 1865-1915.

Op 12 oktober 1915 vond om zeven uur in de ochtend bij Schaerbeek nabij Brussel in het toen door de Duitsers bezette België de executie plaats van Edith Cavell een Britse verpleegster, haar was hulp aan veelal gewonde Engelse en Franse soldaten, en jonge dienstplichtige Franse en Belgische mannen ten laste gelegd.

Edith Cavell werd op 4 december 1865 in Swardeston geboren, nadat zij verschillende (kost)scholen had doorlopen koos zij er tussen 1890-1895 voor als gouvernante te gaan werken, bij o.a. een familie in Brussel. Waarna zij naar haar ouderlijk huis terug keerde om haar vader te gaan verplegen die ernstig ziek was. De ervaring die zij hiermee op deed zorgde ervoor dat zij zich in april 1896 aanmeldde voor de verpleegopleiding aan het London  Hospital. Hierna werkte zij in verschillende ziekenhuizen en als privé verpleegster bij verschillende gegoede families. In 1907 werd Edith Cavell benaderd om als hoofd verpleging de nieuwe school voor verpleging in Brussel te gaan leiden beter bekend als het Berkendael Medisch Instituut. In 1910 werd zij gevraagd hoofd verpleging van het nieuwe ziekenhuis bij Sint Gilles te worden. Nadat België in 1914 door de Duitsers werd bezet begon Cavell onderdak te verlenen aan (gewonde) Britse soldaten en hielp zij hen het bezette België te ontvluchten via het neutrale Nederland. Gewonde Britse en Franse soldaten maar ook Franse en Belgische jongens in de dienstplichtige leeftijd  werden uit de handen van de Duitse bezetter gehouden. Hiertoe zette Cavell een netwerk van onderduik adressen op, het ziekenhuis waar zij werkte werd het middelpunt van een heel netwerk, men voorzag de vluchtenden van geld en vervolgens werden zij met behulp van gidsen naar de Nederlandse grens begeleid.
Op 3 augustus 1915 werd zij door een collaborateur verraden en werd zij samen met een aantal geallieerde soldaten gearresteerd. Door de amateuristische opzet van haar netwerk werd het in korte tijd opgerold en werden velen gearresteerd. Zij werd vervolgens 10 weken in een gevangenis opgesloten waarvan de laatste twee in eenzame opsluiting. Zij bekende aan de Duitse politie, 60 Britse en 15 Franse soldaten te hebben helpen ontsnappen als ook 100 Belgische en Franse jonge mannen. De rechtszaak tegen haar begon op 7 oktober.
Zij werd voor verraad ter dood veroordeeld en niet voor spionage en dat terwijl zij geen Duitse was!
Volgens de toen geldende regels van de conventie van Genève was zij als verpleegster in oorlogstijd beschermd, Duitsland echter trok zich van deze regel niets aan. Van alle kanten probeerde men vanuit het buitenland druk uit te oefenen op de Duitsers om de executie te voorkomen, men geloofde nl. niet dat de Duitsers een vrouw de doodstraf zouden geven, maar tevergeefs.
Op de ochtend van 12 oktober 1915 om zeven uur werd zij op de schietbaan van Schaerbeek gefusilleerd, waarna zij door Belgische vrouwen naast de gevangenis van Sint Gillis werd begraven. Na de oorlog werd haar stoffelijk overschot opgegraven en kreeg zij een herdenkingsdienst in de Westminster Abbey  waarna zij in Norwich werd herbegraven. Zij werd het symbool van onverzettelijk heldenmoed. Ter nagedachtenis aan haar staat op St. Martins Place vlakbij Trafalgar Square een monument. In 2015 werd ter herinnering aan haar dood, 100 jaar gelden, een munt geslagen. Op verschillende plaatsen in de wereld werden na 1918 gedenkplaten, ramen en monumenten ter haar gedachtenis onthuld en werden er straten naar haar vernoemd. Edith Piaf werd naar haar vernoemd. Brussel kent een Edith Cavell kliniek.

vrijdag 29 september 2017

Spoetnik 1, het begin van de ruimte race, 4 oktober 1957.

Afbeeldingsresultaat voor sputnik 1
Spoetnik 1.

4 oktober 1957 is de geschiedenis ingegaan als de begin datum van de ruimtevaart. Op deze dag begon de eerste kunstmaan van Russische makelij vrolijk piepend aan zijn eerste rondje om de aarde. Deze gebeurtenis luidde het begin in van de ruimterace tussen de Verenigde Staten en Rusland.
Beide landen hadden na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog raketkennis opgedaan van de Duitsers, geleerden met hun kennis op raketgebied waren zowel naar de Sovjet Unie als de Verenigde Staten gevlucht. Zowel de Sovjet Unie als de Verenigde Staten kondigden, i.v.m. het Internationaal Geofysisch jaar in 1958, aan een satelliet te zullen lanceren. In de V.S. heette het Marine project (de NASA bestond nog niet) Vanguard, het bestond uit een lichte raket met een heel kleine satelliet, waarvan al verschillende lanceringen waren  mislukt. De Russen hadden een zwaardere satelliet in ontwikkeling van ongeveer 1,5 ton. Toen hoofdconstructeur S. Koroljov door kreeg dat de V.S. wel eens eerder zouden kunnen zijn gaf hij opdracht een metalen bolletje te bouwen van 58 cm doorsnee met 4 sprietantennes. Hij liet een paar accu's inbouwen en twee radiozenders die later het zo beroemde biep, biep, biep geluid lieten horen, er werd een ventilator ter koeling ingebouwd en de bol werd verder afgevuld met stikstof.  Op 4 oktober 1957 om zes in de ochtend werd bij Baikonoer, in de steppen van Kazachstan, een R-7 raket in gereedheid gebracht om korte tijd daarna onder het toezicht van Koroljov gelanceerd te worden.
Met 28.000 kilometer per uur tuimelde de Spoetnik "reisgenoot" met een gewicht van 83,6 kilo rond de aarde. De baan was sterk elliptisch op zijn laagst naderde de satelliet de aarde tot op 228 kilometer en klom daarna tot 947 kilometer. De Spoetnik zond op twee golflengtes uit op ongeveer 15 en 7,5 meter. Radioamateurs overal ter wereld konden die dag de boodschap van de satelliet ontvangen, iedere biep 0,3 seconde zo ook elke pauze.  Na 1440 omlopen keerde de Spoetnik 1 op 4 januari 1958 terug in de dampkring. Op 31 januari 1958 slaagde de V.S. erin Juno-1 te fabriceren om de Explorer-1 van 14 kilo in een baan om de aarde te brengen. De ruimterace was in een versnelling gekomen, op 12 april 1961 ging Joeri Gagarin als eerste mens de ruimte in en maakte een rondje om de aarde.
Satellieten zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven denk maar aan de TomTom navigatie.


vrijdag 15 september 2017

Het Nederlandse Rode Kruis 150 jaar.


Afbeeldingsresultaat voor henry dunant
Henry Dunant grondlegger van het Rode Kruis.


Henri Dunant, een Zwitserse zakenman reisde in 1859 langs een veldslag die gaande was tussen de Fransen en Oostenrijkers bij Solferino waar hij duizenden gewonden op het slagveld zag liggen.
Dunant zette een neutraal noodhospitaal op in de dorpskerk waar hij samen met de lokale bevolking de gewonden ging verplegen.
Terug in Zwitserland bepleitte hij een neutraal korps van hulpverleners. Op 22 augustus 1864 werd het Rode Kruis officieel opgericht.
Het symbool werd afgeleid van de vlag van Zwitserland en wordt ook wel het "kruis van Genève"
genoemd. Omdat een rood kruis in de moslim landen werd geassocieerd met de kruistochten werd door hen de Halve Rode Maan gebruikt.
Naast de Nationale Rode Kruis en Rode Halve Maan verenigingen bestaat het uit het Internationale Rode Kruis de Internationale Federatie van het Rode Kruis en Rode Halve Maan verenigingen.
Oorlog gerelateerde taken van het Rode Kruis zijn terug te vinden in de verdragen van Genève het zgn. humanitair oorlogsrecht.
Op 19 juli 1867 tekende koning Willem III een Koninklijk besluit tot oprichting van "ene Nederlandsche Vereeniging tot het verlenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog". Het Nederlandse Rode Kruis kwam in 1870 voor het eerst in actie tijdens de Frans Duitse oorlog toen ambulances en personeel naar Luxemburg, Duitsland en Frankrijk werden gestuurd. In 1912/1913 werden er ambulances naar Bulgarije, Griekenland en Turkije  en Servië gestuurd.
In 1935/1936 ging men zelfs naar Ethiopië. Voorts verleende het Rode Kruis tijdens de Mobilisatie en oorlogstijd en tijdens de bezetting en bevrijding veel bijstand.
Het Nederlandse Rode Kruis erkende veel later dat het gedurende de Tweede Wereldoorlog weinig of zelfs niets had gedaan  om Joden te helpen. Joden vielen niet onder de toen heersende conventie van Genève dat alleen hulp aan krijgsgevangen en gijzelaars toe stond.
Het Rode Kruis stond aan de wieg van het Rode Kruis ziekenhuis in den Haag (1868) dat in 2004 fuseerde tot het HagaZiekenhuis en het Rode Kruis ziekenhuis in Beverwijk (1927) dat sinds 1965 geen band meer heeft met het Rode Kruis.
De rol van het Rode Kruis is in de loop van de tijd veranderd en uitgebreid, het draagt nu ook zowel Nationaal als Internationaal bij aan het verlenen van hulp en noodhulp bij calamiteiten, epidemieën rampen, voedselhulp en wederopbouw. Vandaag de dag verzorgt men EHBO cursussen, bied men sociale hulp en hulp bij het zoeken van familie van vluchtelingen, bevorderd men zelfredzaamheid.
Bekend is de vakantieboot Henry Dunant waarmee reizen voor zieken en gehandicapten worden gemaakt.
De Nederlandse organisatie bestaat uit 250 afdelingen met zo'n 30.000 vrijwilligers.


vrijdag 1 september 2017

Thunderbirds are go.



Gerelateerde afbeelding
The Thunderbirds.
Ik moet bekennen dat ik in het voorjaar met nostalgische gevoelens naar een afleveringen van de "Thunderbirds" keek. De serie werd vanaf september 1967 door de AVRO uitgezonden, de eerste tien afleveringen waren nog in zwart-wit en waren voorzien van Nederlandse stemmen, later werden zij in kleur uitgezonden en ondertiteld, het was daarmee in die tijd een van de weinige series die in kleur werden uitgezonden. Het "poppenwerk" lijkt nu enigszins oubollig maar was toen heel gewoon, alles was toen futuristisch, dat is nu 50 jaar later (bijna) niet meer zo. In totaal werden 32 afleveringen gemaakt.
De TV science-fiction serie werd gemaakt door Gerry en Sylvia Anderson en werd door hun productie maatschappij AP Films gefilmd op het Slough Trading Estate. De serie werd tussen 1964 en 1966 gedraaid met marionetten achtige poppen ook wel "supermarionation" genoemd, gecombineerd met schaalmodellen en speciale effecten. De serie stopte omdat Lew Grade er niet in slaagde de serie aan een Amerikaanse TV maatschappij te verkopen.
De serie speelt in de jaren 2060 en volgt de belevenissen van International Rescue een organisatie die mensen red met futuristische land, zee en ruimte vaartuigen, de vijf belangrijkste vaar/voer/vlieg/ruimtevaartuigen zijn de Thunderbirds, International Rescue opereert vanuit een geheime basis in de Stille Zuidzee en wordt geleid door Jeff Tracy een voormalig astronaut, filantroop, multimiljonair. Hij wordt geassisteerd door zijn vijf volwassen zonen, Scott, John, Virgil, Gordon en Allen (vernoemd naar de Mercury astronauten) die ieder een Thunderbird besturen.
International Rescue maakt ook gebruik van geheim agenten geleid door Lady Penelope en haar butler Aloysius Parker.

De Thunderbirds werden in het Verenigd Koninkrijk door ITV uitgezonden waarna er 66 andere landen volgden. De kosten van de poppen waren rond de 300 pond en de gezichten waren gebaseerd op bekende filmspelers: Sean Connery (Scott), Robert Reed (Allen), Lorne Greene (Jeff). De speciale effecten werden verzorgt door Derek Meddings, hij hield zich later met James Bond en Superman bezig. De Thunderbirds mars wordt beschouwd als een van de beste TV themamuziek ooit geschreven. Een aantal Thunderbirds zijn inmiddels werkelijkheid: Thunderbird 2 lijkt nog het meest op de Space Shuttle, Thunderbird 3 was gebaseerd op de Soyoez raket, Thunderbird 5 draait als ISS om de aarde, Thunderbird 1 kon horizontaal landen en op stijgen, een raket van SpaceX heeft in maart van dit jaar voor het eerst het zelfde gedaan.
Er bestaat sinds 1981 een International Rescue Corps dat in actie komt bij aardbevingen, reddingen e.d. wereldwijd. De Thunderbirds was ook een succesvol handelsproduct meer dan 3.000 soorten producten werden rondom de serie gelanceerd: boeken, strips, videospellen en niet te vergeten de speelgoed series van Matchbox en Dinky.

Twee bioscoopfilms "Thunderbirds are go" (1966) en "Thunderbirds 6"(1968) werden geen succes, daarna volgen nog talrijke pogingen om een nieuwe serie van de grond te krijgen, de laatste poging is uit 2015 en wordt ondersteunt door ITV, men is nu bezig fondsen te verwerven om te kunnen starten. Tot het misschien zo ver is zullen de Thunderbirds een cult en toch vooral nostalgie blijven.

vrijdag 18 augustus 2017

Curaçao werd op 21 augustus 1634 veroverd op de Spanjaarden.

Willemstad Curaçao

Curaçao is een eiland van de Benedenwindse eilanden voor de Venezolaanse kust liggend in de Caraïbische zee.Het eiland maakt deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden tot 10 oktober 2010 maakte het deel uit van de Nederlandse Antillen, de hoofdstad is Willemstad. De oorspronkelijke inwoners waren indianen waarvan tot 2.900 v.chr. sporen zijn gevonden.
In 1499 kwam Curaçao in Spaanse handen, de indianen werden als slaven weg gevoerd, Curaçao werd vanuit Venezuela bestuurd, in die tijd was er veel veehouderij op het eiland.
Vanwege de strategische ligging en de aanwezigheid van zowel zout als hout, raakte de W.I.C. geïnteresseerd in het eiland, Curaçao was in Spaanse handen, men had op het eiland een bezettingsmacht van slechts 32 man onder het bevel van Lope Lopez de Morla.
Johannes van Walbeek landde met 200 man op het eiland, de Spanjaarden werden achtervolgd en er vonden kleine schermutselingen plaats, in 3 weken veroverde van Walbeek het op eiland, op 21 augustus 1634 gaven de Spanjaarden zich over.
Binnen een week werden zij met een groot gedeelte van de oorspronkelijke bevolking overgebracht naar het vasteland van Venezuela en daar vrijgelaten.
Van Walbeek wou van de indianen af omdat hij ze niet vertrouwde en omdat zij niet tot de protestantse religie behoorden, slechts een klein aantal indianen bleef achter( ongeveer 20 gezinnen)
in dienst van de Hollanders.
De W.I.C. legde spoedig fortificaties aan o.a. fort Amsterdam, door het verlies van Nederlands Brazilië in 1654 werd Curaçao steeds belangrijker, men had nl. vanuit Curaçao makkelijk contact met de omringende eilanden en Nieuw Nederland.
Vanaf 1665 werd het eiland het middelpunt van slavenhandel, slaven werden vanuit West Afrika aangevoerd op Curaçao konden ze op krachten komen en werden vervolgens verhandeld.
Omdat de W.I.C. Curaçao in 1674 tot vrijhaven verklaarde werd het een van de welvarendste eilanden in het Caraïbisch gebied.
Toen de W.I.C. in 1791 ophield te bestaan werd  werd het eiland een kolonie.
In 1800 en 1807 werd het door de Engelsen veroverd in 1816 werd het weer Nederlands.
In 1845 werd Willemstad op Curaçao de hoofdstad van Curaçao en onderhorigheden zoals dat toen heette pas in 1863 werd de slavernij afgeschaft.
Men leefde van handel, landbouw en visserij, de belangrijkste werkgever in de vorige eeuw werd de olieraffinaderij van Shell, in 1954 kreeg het eiland politieke autonomie.
Shell verdween in de jaren tachtig waarna de raffinaderij werd over genomen door een Venezolaans bedrijf, tot 2010 maakte Curaçao deel uit van de Nederlandse Antillen.
Nederland heeft met Parera een permanente basis op het eiland,vanwaar uit veel tegen de hedendaagse drugsmokkel wordt ondernomen.
Het eiland leeft thans voor een groot deel van het toerisme (half miljoen bezoekers per jaar) en is een van de welvarendste landen in de regio.


vrijdag 4 augustus 2017

De derde slag om Ieper, Passchendaele 31 juli - 29 oktober 1917.

Afbeeldingsresultaat voor last post menenpoort
De Last Post Menenpoort, Ieper.

Nog geen 260 kilometer ten zuiden van Utrecht ligt Ieper een stad in de Westhoek in het zuidwesten van de Belgische provincie West-Vlaanderen. Gedurende de Eerste Wereldoorlog was de stad aan drie kanten omringd door Duitse troepen dit zou 4 jaar zo blijven.
Om en rond Ieper werd zwaar gevochten er werd vier maal een slag geleverd. De Duitsers waren even in Ieper geweest  maar werden er uit verdreven, Op 21 oktober 1914 vond de eerste slag om Ieper plaats een Duitse overmacht tegenover Belgische, Britse en Franse troepen, op 22 november 1914 wordt het Duitse offensief gestaakt er vallen meer dan 100.000 slachtoffers.
De tweede slag wordt op 17 april 1915 ingeleid door het tot ontploffing brengen van  de Duitse stellingen op Hill 60 hierbij nemen ook Canadese troepen deel aan de strijd. De Duitsers hernemen het offensief er vinden gevechten plaats in: Gravenstafel, St. Juliaan, de Frezenberg en Bellewaarde.
Voor de eerste maal wordt door de Duitsers chloorgas ingezet als wapen op 25 mei 1915 valt het Duitse offensief stil bij gebrek aan eigen ondersteuning, de verliezen zijn groot zo'n 170.000 slachtoffers.
Op 31 juli 1917 (deze week exact honderd jaar geleden) begon de derde slag om Ieper beter bekend als de slag bij Passchendaele, nu mengden zich ook Australische, Zuid Afrikaanse en Indiase troepen in de strijd de slag behoort tot een van de meest bloedigste uit de Eerste Wereldoorlog het oorlogsterrein was vanaf de eerste dag veranderd in een grote modderpoel met kraters veroorzaakt door de granaat inslagen en de vele regen. De Britse artillerie zorgde voor verwoestingen onder de Duitsers, de slag die op 10 november van dat jaar beëindigd werd had geen enkele terrein winst opgeleverd. Dit alles ten koste van 275.000 geallieerde slachtoffers en 200.000 Duitsers. Op 18 maart 1918 werd de vierde slag om Ieper gestreden ook wel de Leieslag genaamd. De Duitser probeerden de IJzer over te steken waarna op 12 april de raid op Diksmuide volgde de Duitsers waren niet instaat verder op te rukken en bleven bij de rivier de Leie steken, op 29 april stopt de vierde slag bij Ieper: 200.000 slachtoffers. Ieper en omgeving werd mede het symbool van de waanzin van oorlog, er was niets bereikt soms enkel meters terreinwinst en dat ten kostte van zo vele mensenlevens. Op 11 november 1918 werd er een wapenstilstand overeenkomst gesloten en eindigde de Eerste Wereldoorlog, Ieper was door de voortdurende beschietingen geheel verwoest alles moest worden opgebouwd. 20 jaar later brak de Tweede Wereldoorlog uit.
In 1940 werd Ieper door de Duitsers ingenomen en op 6 september 1944 bevrijd door de Polen.

De Menenpoort in Ieper werd door de Britten als gedenkzuil  opgericht er werden in totaal 54.896 namen van vermisten in uitgehouwen, in 1927 kwam de erepoort gereed. Sinds 1928 wordt daar, met uitzondering van de periode 1940-1945, iedere avond om 8.00 uur de Last Post gespeeld door de klaroenblazers van de brandweer van Ieper.     

vrijdag 21 juli 2017

Jules Verne schrijver en visionair.

Jules Verne

Jules Verne werd op 8 februari 1828 in Nantes Frankrijk geboren, zijn vader was notaris en Jules moest volgens oud gebruik als oudste zoon zijn vader opvolgen, een keuze was er niet, hij moest rechten gaan studeren.
Na het behalen van zijn Gymnasium diploma vertrekt Jules Verne naar Parijs om er rechten te gaan studeren. Naast zijn studie schrijft hij blijspelen ook schrijft hij korte verhalen. Hij raakt bevriend met vader en zoon Dumas, via die twee wordt hij in de schrijverswereld van Parijs geïntroduceerd.
In 1852 schrijft Jules zijn ouders dat hij geslaagd is maar dat hij niet op het kantoor van zijn vader als kandidaat notaris zal komen werken. Hij blijft in Parijs waar hij onder meer repetitor is voor jonge studenten. In 1856 ontmoet hij de jonge weduwe Honorine de Viane die twee kleine dochtertjes heeft
samen krijgen zij een zoon. Met haar geld wordt Jules Verne wisselagent. 
Met een vriend maakt Jules Verne reizen naar onder meer Schotland 1859, Scandinavië 1861, en samen met zijn broer Paul een reis naar America. 
Met de hulp van Dumas gaat hij met een manuscript naar Hetzel die het omwerkt, "Vijf weken in een luchtballon" wordt geboren en is het eerste succes van Jules Verne.
Jules Verne werd beïnvloed door de technische ontwikkelingen van zijn tijd, de spoorwegen en de passagiersscheepvaart kwamen tot bloei.
Jules Verne was een visionair, het meest tot de verbeelding zijn zijn verhalen: "de reis om de maan",
"de reis naar de maan in 28 dagen", "van de aarde naar de maan", waarbij maanreizigers met een reusachtig kanon worden afgeschoten richting maan waarna men om de maan vloog en toen weer terug keerde, bij de vlucht van de Apollo 8 komen wij in feite exact het zelfde verhaal tegen, in de boeken van Jules Verne liggen lancering en landing maar kilometers van de werkelijke plaatsen in december 1968. Ook zijn verhalen over langeafstandsreizen in luchtballon en  de tochten van onderzeeboten "20.000 mijlen onder zee (1870)" zijn inmiddels bewaarheid.
Hij zal ongetwijfeld zijn gefascineerd door de luchtballonreizen  van James Glaisher en Henry Coxwell en deze hebben gebruikt in zijn verhalen.
Tussen 1851 en 1905 schreef Jules Verne meer dan 64 boeken, veel met een blik naar de toekomst, hij schreef twee boeken per jaar: reisromans, vrijheidsromans, eilandavonturen en novelle types, maar de kwaliteit gaat later achteruit zoals ook zijn gezondheid, zijn gezichtsvermogen wordt minder en hij lijdt aan suikerziekte. Ten gevolge van een mislukte aanslag in 1886, gepleegd door een neef, wordt Jules getroffen door een kogel in zijn voet en moet hij de rest van zijn leven mank lopen.
Jules Verne sterft op 24 maart 1905 in Amiens.
In de tweede helft van de twintigste eeuw werden verschillende van zijn boeken verfilmd.


vrijdag 7 juli 2017

Het eiland Wieringen.

Wieringer Aak in de haven van den Oever.


Wieringen was tot het midden van de jaren ' 20 van de vorige eeuw een klein eiland in het noord-westen van de Zuiderzee. Rond het jaar 1000 maakte het deel uit van het vaste land, in de 12e eeuw had de zee, storm en springvloeden hun werk gedaan en was het gebied een eiland in de Zuiderzee geworden. Wieringen is altijd bewoond geweest, opgravingen uit de late steentijd tonen dit aan.
De (Deense)Vikingen toonden belangstelling voor het eiland en gebruikten het eiland zelfs enkele jaren als uitvalsbasis. In de middeleeuwen kreeg het eiland stadsrechten en ontstonden er dorpen zoals Hippolytushoef en den Oever, Grote handelsschepen van de V.O.C. konden het Wieringer Vlaak een ondiep water ten zuidoosten van Wieringen niet passeren, de bewoners verdienden hieraan door hun diensten aan te bieden d.m.v. de zgn. "lichterschepen". Een gedeelte van de lading van de V.O.C. schepen werd overgeladen op deze schepen waardoor men minder diep kwam te liggen en men verder de Zuiderzeee op kon varen. De visserij ontwikkelde zich in de 19e eeuw, schelpdieren, anjovis, wier en paling werden gevangen
De naam Wieringen is afgeleid van het Oudfries "wir" dat "hoogte" of "heuvel" betekend.
Na de stormramp van 1916 waarbij vele Zuiderzeedijken het hadden begeven stond men voor een keuze: het opnieuw verzwaren van de Zuiderzeedijken of de Zuiderzee afsluiten, men koos voor de afsluiting d.m.v. de Afsluitdijk en de Amstelmeerdijk.  Beide dijken zorgden er ervoor dat Wieringen niet langer een eiland was maar onderdeel ging uitmaken van het vaste land.
De stroomgeulen van het Ulkediep en Amsteldiep werden afgesloten, het Wieringenmeer werd droog gemalen door de gemalen "Lely" en "Leemans". De drooglegging maakte deel uit van de Zuiderzeewerken. Op 21 augustus 1930 was de polder drooggevallen, vanaf 1934 werd begonnen met de landbouw.  De ontstane polder werd in 1941 een zelfstandige gemeente waarin 4 dorpen werden gesticht: Slootdorp, Middenmeer, Wieringerwerf en Kreileroord. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd de polder door de Duitsers onder water gezet eind 1945 was de polder weer droog. In het begin van de 20e eeuw had men een vissersvloot van 230 schepen, zelfs vandaag de dag bestaat de Wieringervloot uit zo'n 70 schepen die den Oever als thuisbasis hebben.





De haven van den Oever nu.


woensdag 7 juni 2017

De tocht naar Chatham 1667.

Afbeeldingsresultaat voor de tocht naar chatham
Verovering van de "Royal Charles" tijdens de tocht naar Chatham.

In juni 2017 zal de tocht naar Chatham worden herdacht, het is dan exact 350 jaar geleden dat deze plaats vond, in de Engelse geschiedenis boekjes staat de gebeurtenis bekend als "de raid on the Medway" ook wordt er wel gesproken over: "our most glorius defeat".
Na de Engelse strafexpeditie van augustus 1666 op Terschelling bedacht Raadspensionaris Johan de Witt het plan Londen aan te vallen door de Theems op te varen, Londen echter had net de pest (1664-1665) en de grote brand (1666) doorstaan. Michael de Ruyter bedacht een ander plan, hij was op de hoogte gebracht dat de Engelse vloot onbewaakt voor anker in een zijrivier van de Theems, de Medway. Bij het kasteel van Upnor hadden de Engelsen een ketting over de Theems gespannen om schepen buiten te houden.
Op 20 juni 1667 veroveren Nederlandse mariniers het fort van Sheerness waarna van Brakel er in slaagt het admiraalsschip "the Unity" te veroveren zonder een schot te lossen.
De Ruyter arriveerde tegen het einde van de 22ste juni, onder zijn leiding varen  de Nederlanders de volgende dag verder de Theems op tot bij het kasteel van Upnor waar de over de Theems gespannen ketting wordt stukgevaren de "Royal James", de "Royal Oak" en "Loyal London" worden door het inzetten van branders vernietigd.
Drie andere kapitale oorlogsschepen: "de Matthias", "Carolos Quintus" en de "Sancta Maria " ondergaan een zelfde lot. Het Engelse vlaggenschip de"Royal Charles" wordt buitgemaakt en mee genomen naar Nederland ( het hekschild van het schip is in het Rijksmuseum te bewonderen).
Op 24 juni wordt besloten om te keren, de rivier stroom opwaarts werd de ondiep.
Uiteindelijk leid de tocht naar Chatham tot de Vrede van Breda en daarmee tot het einde van de Tweede Engelse oorlog, de Nederlanden blijven Souverein.
De Ruyter, van Ghent en Cornelis de Witt kregen tijdens een feestmaaltijd gedurende de vergadering van de Staten Generaal een gouden erebeker uitgereikt namens de Staten van Holland.

Een aantal evenementen zal deze memorabele en succesvolle operatie opluisteren zowel in Nederland als in Groot Brittannië en zal vergezeld gaan van een stripboek dat zowel in het Engels als in het Nederlands zal worden uitgegeven.

vrijdag 26 mei 2017

Hindeloopen en de KNRM.

Boothuis KNRM 1911 (de zgn. Blauwe Loods).


Hindeloopen ligt aan het IJsselmeer in het zuidwesten van Friesland, het inwonertal ligt rond de 900 inwoners. Hindeloopen kreeg in 1225 stadsrechten, het stadje bezat een ankerplaats voor de kust in de Zuiderzee (een zgn. rede).
Vanuit Hindeloopen werd lange tijd handel gedreven met landen rond de Oostzee waarbij jenever en wollen stoffen werden geëxporteerd en men hout mee terug nam. Tussen 1650 en 1800 bezat het kleine Hindeloopen een  vloot van meer dan 80 schepen voor het merendeel fluitschepen. In de Franse tijd kwam hier een einde aan en ging men over op de veel minder lucratieve visserij.
Tot 1984 was Hindeloopen zelfstandig daarna werd er tot twee maal toe gefuseerd, Hindeloopen maakt thans deel uit van de gemeente Sudwest-Fryslan. Het stadje is mede door de vele bezienswaardigheden zoals de vele kapiteinshuizen, toren, stadhuis, kerk, havengebouw en de oude vissershaven een bezoek waard.
Ook de oude vissershaven waar het boothuis,van de KNRM (de vroegere NZHRM), ook wel de Blauwe Loods genaamd, in 1911 boven op de dijk werd neergezet is een bezoek waard.
Al in 1869 kreeg Hindeloopen een reddingboot toegewezen maar door de bijkomende kosten bedankte men daarvoor, 5 jaar later wou men wel, maar toen viel de keuze, er waren meerdere gegadigden, op Moddergat in Noord- West Friesland.
Door de vele strandingen op de Makkumerwaard werd er weer een poging ondernomen, nu won Hindeloopen het van Workum en Makkum, omdat er in Hindeloopen veel animo was om de boot te bemannen. In 1911 werd op de dijk een boothuis gebouwd met een helling voor de roeireddingboot, pas 8 jaar na de oprichting vond de eerste redding plaats daarna bleef het erg rustig.
In 1941 werd de roeireddingboot vervangen door een motor reddingboot de "Johan de Witt" die het zelfde jaar in actie kwam en twee mensenlevens redde.
Na een jaar werd de boot vervangen door de "C.A. den Tex", later werden de Noordzee reddingboten
"Zeemanshoop" en "Arthur" tijdelijk op Hindeloopen gestationeerd.
In 1975 kwam het reddingsvlet "Knokkels" naar Hindeloopen, in de periode na 1975 ontwikkelde Hindeloopen zich als watersportgebied aan het IJsselmeer, een gebied dat jaarlijks door duizenden pleziervaartuigen wordt bevaren.
Hindeloopen groeide uit tot een van de drukste reddingsstations van de KNRM, naast het reddingsvlet kreeg men de beschikking over een snelle rubberboot de "Stut".
Sedert 2013 werd de "Stut" bijgestaan door een reddingboot van het Atlantic 75 type de "Ineke van Dun- de Meester"(aanschaf € 200.000). De "Stut" is inmiddels vervangen door een reddingboot van het type Valentijn de "Alida" (aanschaf: € 750.000).

Alida KNRM Hindeloopen

vrijdag 12 mei 2017

Blue Origin op weg naar de ruimte.



Jeffrey P. Bezos oprichter van Blue Origin.

Na SpaceX van Elon Musk en Bigelow Aerospace van Robert T. Bigelow is er een derde speler op de commerciële ruimtevaart markt. Blue Origin een ruimtevaartbedrijf dat in september 2000 werd opgericht door Jeff Bezos, bekend als oprichter van Amazon.com. Jeffrey Bezos werd op 12 januari 1964 geboren en heeft een geschat vermogen van 49 miljard dollar.
Blue Origin heeft zich twee doelen gesteld: ruimtetoerisme en het lanceren van raketten voor commerciële en wetenschappelijke ruimtevaart, het hoofdkwartier is gevestigd in Kent, Washington.
Er is veel overeenkomst met SpaceX, beide oprichters hebben hun startkapitaal vergaard op het internet en willen de ruimtevaart veel goedkoper maken. Blue Origin zit nog in de ontwikkelingsfase en SpaceX brengt al zes jaar ladingen voor klanten in de ruimte. De draag raketten die door Blue Origin worden ontwikkeld dragen de namen van ruimtevaarders. New Shepard een draagraket die toekomstige ruimtetoeristen tot 100 kilometer boven de aarde zal brengen in een capsule die 10 maal zoveel ruimte bevat als de Mercury capsule van Alan Shepard, de raketmotor de BE (Blue Engine)3 werd door Blue Origin zelf ontwikkeld en de bedoeling is dat de New Shepard bij terugkeer naar de Aarde rechtstandig zal gaan landen. Voor vluchten verder de ruimte in wordt de BE 4 ontwikkeld, de BE 4 is een raketmotor werkend op vloeibaar methaan en vloeibare zuurstof. In het najaar van 2016 vinden de eerste testen plaats. De BE 4 raketmotor maakt een einde aan de Amerikaanse afhankelijkheid van de Russische RD-180 motor, de New Glenn raket zal worden uitgerust met 7 stuks BE-4 raketmotoren. Blue Origin heeft inmiddels een deel van een lanceercomplex op Cape Canaveral gehuurd, de productie van herbruikbare raketten zal in de nabije omgeving gaan plaats vinden en op de Cape worden gelanceerd. In september 2016 presenteerde Bezos een ontwerp met twee versies: een twee- en een drietrapsraket. Beide versies zullen herbruikbare boosters gebruiken, het ontwerp wordt genoemd naar de astronaut John Glenn en gaat New Glenn heten (zie afbeelding hieronder). Men zou al bezig zijn met de eerste ontwerpen voor een "New Armstrong" raket die voor toekomstige maan reizen zal worden gebruikt. Mars is vooralsnog geen doel voor Blue Origin.


De New Glenn in vergelijking met andere raketten.



zaterdag 6 mei 2017

De zusterschepen van de Titanic.






De Olympic klasse.

In het begin van de 20ste eeuw was het passagiersvervoer tussen de Europa en de Verenigde Staten, het zgn. Trans-Atlantische vervoer, big business. Steeds grotere en luxueuze liners onderhielden de boot verbinding tussen de twee werelddelen. Naast "gewone" passagiers en de eerste toeristen waren er de vele immigranten die voor een betere toekomst de Atlantische oceaan over staken.
De White Star Line was een van die vele rederijen die tussen Europa en de V.S. vaarden.
Al de schepen die voor de White Star Line werden gebouwd kregen een naam die eindigde op -ic.
In 1907 werden een drietal schepen besteld bij de scheepswerf van Harland and Wolff: de "Olympic",
de "Titanic" en de "Gigantic" de schepen waren het antwoord op de steeds luxueuzer wordende schepen van de concurrent de Cunard Line.
De Olympic werd in 1910 te water gelaten en was toen met 269 meter het langste schip ter wereld, het schip werd als onzinkbaar beschouwd (1/4 van de 16  compartimenten konden onder water staan). In september 1911 kreeg het schip bij het eiland Wight een aanvaring met een kruiser waarbij 2 compartimenten vol liepen, het schip zonk niet maar had aanzienlijke schade. In 1915 werd het omgebouwd tot troepen transportschip (het was het enige koopvaardijschip dat een Duitse onderzeeër tot zinken bracht).
Na de Eerste Wereldoorlog deed het schip weer dienst als passagiersschip, verschillende aanpassingen konden niet voorkomen dat de Olympic de concurrentie met het passagiersvliegtuig verloor, op 7 april 1935 kwam het schip voor het laatst in Southampton aan. (in mei 1934 had het nog een aanvaring met een lichtschip gehad, waarbij 7 van de 11 bemanningsleden van het lichtschip het leven verloren).
De Titanic kwam op 10 april 1912 in dienst en vertrok vanuit Southampton richting New-York waar het nooit aan zou komen, een aanvaring met een ijsberg zorgde ervoor dat het schip snel zonk, van de 2.200 opvarenden kwamen er 1.522 om.
De "Gigantic" was nog in het beginstadia en werd n.a.v. het zinken van de Titanic op de scheepswerf
aangepast en haar naam werd aangepast de Gigantic werd nu Britannic.
Nu zouden 6 compartimenten kunnen vollopen voordat het schip kon zinken, de noodwegen zouden voor de laagste klassen worden verbeterd.
De Britannic kwam in 1914 in dienst en werd bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog door de Royal Navy gevorderd en ingezet als hospitaalschip. Tijdens de zesde tocht naar de Dardanellen/
Griekenland om er gewonden op te halen, liep het schip op een zeemijn. Op 21 november 1916 zonk het schip in de Egeïsche Zee waarbij 30 opvarenden om het leven kwamen.
Het wrak werd in 1975 door Jacques Coustaeu ontdekt op 121 meter diepte, waarbij tevens restanten van een mijn werden gevonden en waaruit tevens bleek dat de waterdichte deuren openstonden!
Violet Jessop van beroep scheepsverpleegster was in 1911 aan boord van de Olympic toen het schip bijna zonk en overleefde zowel de Titanic als de Britannic toen deze beiden zonken.

vrijdag 28 april 2017

Ida Veldhuyzen van Zanten de enigste vrouwelijke draagster van het Vliegerkruis.

Afbeelding
Ida Laura Veldhuyzen van Zanten vlieger bij het A.T.A.

Aan bijna 730 personen werd het Vliegerkruis toegekend onder hen slechts een vrouw Ida Laura Veldhuyzen van Zanten. Ida werd op 22 juni 1911 in Hillegom geboren als dochter van een bollenkweker. Zij was avontuurlijk ingesteld en maakte verschillende reizen, in 1935 solliciteerde zij vergeefs bij de K.L.M. als stewardess, zij had nl. geen gymnasium diploma. Na een wereldreis vertrok zij naar Engeland om daar vlieglessen te nemen, in 1938 behaalde zij haar sportbrevet A, een van de velen, in 3 maanden behaalde zij haar motorvliegbewijs A en de zweefvliegbrevetten A,B,C. Opnieuw deed zij een poging bij de K.L.M. en bleef daar tot september 1939 in dienst waarna zij korte tijd hostess op een pakketboot werd. Terug in Nederland was zij actief bij het Korps Vrouwelijke Vrijwilligers voor de hulp aan de slachtoffers van het Duitse bombardement op Rotterdam. Ida ondernam daarna verschillende vluchtpogingen naar Engeland bij een derde poging lukte het haar via Nancy over de besneeuwde Jura naar Zwitserland te vluchten waar zij op 8 januari 1942 aan kwam, vandaar reisde zij via Madrid naar Lissabon en vandaar naar Londen waar zij in augustus 1942 aankwam als Engelandvaarder. (voor haar ontsnapping werd haar het Kruis van Verdienste uitgereikt). Een baan als vlieger zat er niet in, het werd een kantoorbaan bij de inlichtingen dienst. Uiteindelijk kwam zij via een toelatingstest bij het Air Transport Auxiliary terecht. Het A.T.A. was een civiele organisatie die in 1940 werd opgericht met het doel de vliegtuigen vanuit de fabrieken naar de militaire bases te vliegen dit om militaire vliegers vrij te maken voor oorlogstaken. Het A.T.A. bestond uit 1.316 vliegers waarvan 166 vrouw waren, het vliegen bij het A.T.A. was niet ongevaarlijk, ongelukken maar ook beschietingen door vijandelijke vliegtuigen kwamen veelvuldig voor. (de toestellen waren onbewapend). In de periode dat Ida Veldhuyzen in dienst was bij het A.T.A. van 18 mei 1943 tot 30 september 1945 vloog zij 583 solovluchten op verschillende vliegtuig typen, hiervoor werd haar het Vliegerkruis toegekend.
Na de oorlog bleef Ida vliegen, in 1946 vloog zij met zes passagiers (zonder radio) van Londen naar Kaapstad, waar zij vervolgens korte tijd bij een vliegend circus ging vliegen.
Terug in Nederland werd zij maatschappelijk werkster maar bleef tevens actief in de sportvliegerij en zweefvliegerij, later behoorde zij tot de exclusieve club van vliegers die hun vliegbrevet 50 jaar in bezit hadden. Ida Laura Veldhuyzen van Zanten stierf op 19 oktober 2000.


vrijdag 21 april 2017

Wubbo Ockels natuurkundige, ruimtevaarder, piloot en hoogleraar.



Wubbo Ockels aan boord van het Spacelab

Misschien is het leven van Wubbo Ockels het best samen te vatten aan de hand van zijn zeven levens, zoals zijn dochter Gean dat ooit beschreef.
Een aantal keren keek Wubbo Ockels de dood in de ogen of ontliep  deze ternauwernood.
Later bezocht hij met zijn dochter de plekken waar het allemaal gebeurde.
Een ernstige bacteriële infectie ziekte is hem in 1981 bijna fataal als hij in Huntsville verblijft tijdens zijn opleiding en selectie tot astronaut. Op 30 oktober 1985 wordt hij met de Challenger gelanceerd, de Challenger gaat na terugkomst in groot onderhoud en wordt op 28 januari 1986 opnieuw gelanceerd, op 14,6 km explodeerde de Challenger, een vlucht later en Wubbo Ockels was omgekomen.
Op 5 december 1989 verplaatst Wubbo zich met zijn vliegtuigje op de taxibaan in dichte mist naar de startbaan en word van achteren door een landende Airbus geschept en overleeft de crash.
Als hij in Delft hoogleraar is wordt hij op 23 augustus 2005 getroffen door een hartaanval door snel ingrijpen van een een toevallig aanwezige collega overleeft hij het.
In mei 2008 wordt tijdens een routine controle n.a.v. de hartaanval een tumor in zijn nier geconstateerd en Wubbo wordt op tijd in België geopereerd.

Wubbo Ockels werd op 28 maart 1946 in Almelo geboren, groeide op in Brielle en ging op de middelbare school in Groningen er studeert er wis- en natuurkunde aan de Universiteit, hierna deed hij experimenteel onderzoek aan het Kern Fysisch Versneller Instituut en promoveert in 1978.
In 1977 solliciteerde hij bij ESA voor astronaut waarbij hij geselecteerd werd om mee te werken aan het Spacelab programma (samenwerking ESA-NASA), de selectie tot astronaut duurde 1 jaar, in 1980/1981 volgt zijn opleiding aan het Lyndon B. Johnson Space Center in Texas.
Tijdens de eerste Spacelab vlucht (STS-9) in 1983 onderhield hij vanuit het vluchtleidingscentrum contact met de wetenschappers aan boord van de Shuttle.
In 1985 maakte hij van 31 oktober t/m 6 november als payload-specialist zijn ruimtevlucht met de Spaceshuttle Challenger STS-61-A. Vanaf 1986 was Wubbo Ockels werkzaam bij ESA-ESTEC in Noordwijk waar hij een aantal projecten opzette en begeleide zoals TEAMSAT en EUROMOON.
In 1992 is hij deeltijd hoogleraar en vanaf 2003 tot aan zijn dood hoogleraar duurzame technologie aan de T.U. in Delft. ook is hij buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Groningen.
Een aantal onderzoeksprojecten waar Wubbo Ockels zich mee bezig hield waren de laddermolen, de superbus, Ecolution en de zonne-auto Nuna die in 2001, 2003, 2005, 2007 en 2013 de World Solar Challenge gewonnen heeft, stuk voor stuk duurzame en milieu bewuste projecten.
Toen in 2013 niercel kanker werd geconstateerd bleek deze agressief en uitgezaaid naar zijn longvlies van de specialisten kreeg hij te horen dat hij nog twee jaar te leven had. Televisie kijkend Nederland werd getuige van de niet aflatende strijd die Wubbo Ockels voerde tegen de kanker, naast zijn reguliere behandeling in Texas probeerde hij zijn afweer systeem te beïnvloeden en werd daar in begeleid door de "Iceman".
Een dag voor zijn overlijden waarschuwt Ockels met een emotionele oproep via de media de mensheid voor de ondergang van de Aarde.
Hij overleed op 18 mei 2014 in Amsterdam en werd op Zorgvliet begraven.












donderdag 13 april 2017

Albert Schweitzer, organist, filosoof, theoloog, arts, Nobelprijs winnaar.

Albert Schweitzer


Albert Schweitzer werd in 1875 in Kaysersberg in de voormalige Duitse Elzas geboren, zijn vader was predikant. als kind was hij vaak ziek en was laat met lezen en schrijven, op muzikaal gebied was hij zeer begaafd op zijn 7e componeerde hij en op zijn 8ste bespeelde hij het kerkorgel.
Hij volgde het gymnasium en behaalde in 1893 het eindexamen in Mulhausen, dat zelfde jaar kreeg hij orgelles van Widor en begon in oktober van dat jaar een studie filosofie en theologie aan de universiteit van Straatsburg. In 1898 verhuisde hij naar Parijs waar hij ook verder orgelles van Widor kreeg, in 1899 studeerde hij in Berlijn filosofie op het einde van dat jaar promoveerde hij aan de Universiteit van Straatsburg. Hij vestigde zich in Straatsburg werd er predikant en gaf les op de zondagsschool, in 1900 promoveerde hij in de theologie.
In 1905 begon hij met een studie medicijnen en chirurgie, hij wou als zendingsarts naar Afrika.
Drukke jaren braken aan: naast zijn medicijnen studie speelde hij orgel in Parijs en Barcelona en was predikant en docent theologie in Straatsburg. In 1911 slaagde hij voor het medische staatsexamen, in 1912 vertrok hij naar Parijs om daar tropische ziekten te bestuderen.
Het grootste deel van zijn verdere leven zal Albert Schweitzer in Afrika doorbrengen, hij vertrekt naar  Gabon een Franse kolonie en wel naar Lambaréné waar hij een ziekenhuis gaat bouwen.
Albert Schweitzer die de Eerste Wereldoorlog als een teken van verval van de beschaving zag, werd als Duitser voor enige maanden krijgsgevangen genomen en kreeg huisarrest, maar omdat hij de enige arts in de regio was mocht hij zijn werk in het ziekenhuis hervatten. In 1917 keert hij gedwongen terug in Frankrijk en wordt geïnterneerd, na de oorlog is hij assistent in het burgerziekenhuis van Straatsburg
en is hij daarnaast hulpprediker. In 1923 voltooid hij zijn boek "cultuur en ethiek" n.a.v. zijn boek houdt hij overal in Europa spreekbeurten al dan niet gecombineerd met orgelconcerten, de opbrengsten gaan naar Lambaréné in Gabon. In 1924 keert hij daar terug en er wordt een nieuw ziekenhuis gebouwd, hij krijgt hulp van andere artsen en kan zo nu en dan naar Europa terugkeren.
Vanaf 1948 kan hij weer reizen en geeft hij in Europa en zelfs de V.S. orgelconcerten en lezingen gecombineerd met zijn werk in Lambaréné hij blijft dit doen tot aan zijn dood.
In 1952 ontvangt Albert Schweitzer de Nobelprijs voor de Vrede, met de geldprijs die daar bij hoort kan Albert Schweitzer zijn lepradorp afbouwen. Hij sterft in  Lambaréné op 4 september 1965 in de leeftijd van 90 jaar.
Kernpunt van Schweitzers filosofie is de term:"eerbied voor het leven". Albert Schweitzer schreef 16 werken veelal op het gebied van filosofie en theologie.

In Deventer staat op de Brink een bronzen standbeeld voor Albert Schweitzer, in Dordrecht is een ziekenhuis naar hem vernoemd.

Albert Schweitzer in Lambaréné Gabon.








vrijdag 31 maart 2017

Arendsoog

het eerste deel van Arendsoog

Op de lagere school was er in de jaren 60 een medescholier,uit een gezin met veel jongens, waar iedereen een beetje jaloers op was.Wat was namelijk het geval, het gezin had thuis alle boeken van Arendsoog iets wat in die tijd wel heel bijzonder was.

Jan Nowee werd in 1901 in Arnhem geboren als zoon van Jacobus Nowee een winkelier en Carolina Borsten. Jan werd later onderwijzer in den Haag en klom later op tot hoofdonderwijzer, hij had al enkele educatieve en kinderboeken geschreven alvorens hij met Arendsoog begon.
Tijdens zijn vrije tijd deed Jan vrijwilligers werk in de plaatselijke bibliotheek en was er achter gekomen dat er veel vraag was naar western verhalen naast de verhalen van Karl May was er op dat gebied bar weinig te lezen. Jan Nowee begreep al gauw dat er voor de wat jongere lezers behoefte was aan avontuurlijke boeken die in het wilde westen zouden afspelen. Zo zag Arendsoog en ook Witte Veder het levenslicht. Tussen het begin in 1935 en zijn overlijden in 1958 verschenen er 19 boeken over de avonturen van Arendsoog, het eerste deel heette toepasselijk "Arendsoog" het laatste deel van zijn hand "De jacht op de grijze hengst".
De KRO besloot in 1950 een hoorspel gebaseerd op Arendsoog uit te zenden (Nowee had toen drie boeken geschreven) dat zorgde ervoor dat de boeken over Arendsoog populair werden.
Arendsoog is de bijnaam van Bob Stanhope een Amerikaanse veehouder werkzaam op de S-Ranch uit Mining Valley in Arizona die vanwege zijn scherpe ogen deze bijnaam van de indianen kreeg.
Witte Veder zijn indiaanse vriend heeft een zeer goed gehoor. Beiden zijn uitmuntende schutters, de verhalen zijn in feite detective verhalen die spelen in het wilde westen, verhalen die spelen in de tweede helft van de 19e eeuw.
In de loop van de jaren illustreerden een aantal tekenaars de boeken: Gerrit Stapel, Hans G. Kresse, Herry Behrens, Jan Huizinga, Jan Sonneborn, Piet Broos en Wouter Tulp.
Paul Nowee een zoon van Jan Nowee, journalist, besluit het 20ste deel "Arendsoog en de goudkoorts" begonnen door zijn vader verder af te maken, hij krijgt de smaak te pakken en besluit zijn journalistieke loopbaan vaarwel te zeggen, het 21ste deel dat geheel door hem is geschreven heet "Het geheim van de zonderling" er volgen hierna nog 43 boeken met als laatste deel "Arendsoog premiejager?" In 1973 kreeg Paul Nowee een gouden boek uitgereikt n.a.v. het 3 miljoenste Arendsoog boek, de boeken werden naast het Nederlands vertaald in het Duits, Fins, Zweeds en Italiaans. Ook schreef Paul Nowee enkele stripversies van Arendsoog o.a. voor het striptijdschrift Pep. Paul Nowee stierf in 1993 op 57 jarige leeftijd in den Haag in zijn testament stond dat niemand nog een vervolg op Arendsoog mocht schrijven.
Zowel vader Jan als zoon Paul Nowee waren nooit in de Verenigde Staten geweest!

vrijdag 24 maart 2017

Gevlogen in Nederland: Fokker S-11 Instructor.

Fokker S-11 Instructor "Fokker Four"

De Fokker S-11 Instructor is het tweede ontwerp van Fokker na de Tweede Wereldoorlog.
Het prototype van dit eenmotorig lesvliegtuig werd op 18 december 1947 door Fokker testpiloot Gerben Sonderman ingevlogen.
Kenmerkend voor deze laagdekker is de grote cockpit, waarin de instructeur en leerling naast elkaar zitten, als mede de geknikte poten van het landingsgestel.
Achter bovengenoemde zitplaatsen is ruimte voor een derde stoel, bagage of een extra brandstoftank.
De S-11 werd aan de luchtmachten van Nederland, Israël, Brazilië, Paraguay en Bolivia verkocht.
In Italie werden er 180 toestellen in licentie gebouwd als Macchi M.416 en in Brazilië 100 toestellen als T.21. De Fokker fabrieken produceerden er 100 stuks.

In Nederland werd de Fokker S-11 Instructor aangeschaft als opvolger van de Tiger Moth en wel voor de Elementaire Vlieg Opleiding van de Koninklijke Luchtmacht op de vliegbasis Woensdrecht  en
later op Gilze-Rijen.
In 1950 werden de eerste toestellen van de in totaal 39 stuks afgenomen.
De toestellen waren voorzien van de registraties E-1 t/m E-39 en waren in gele kleur met oranje day glow gespoten. De Marine Luchtvaart Dienst leende in eerste instantie negen S-11's.
Later werden deze toestellen definitief overgenomen  en voorzien van een M.L.D. nummering 174 t/m 179 en 197 t/m 199 de toestellen werden gestationeerd bij het VSQ 9 op het marine vliegkamp de Kooy. Op 3 september 1973 werden de laatste twaalf Luchtmacht toestellen uit dienst gesteld.
Sinds 1982 bestaat er in Nederland de Stichting "Fokker Four" dat met vier S-11 Instructors is uitgerust en demonstraties verzorgt in binnen en buitenland.
Het Nationaal Militair Museum in Soesterberg heeft  2 S-11's in haar collectie nl. de E-22 en E-24.



vrijdag 17 maart 2017

De schepper van de Kronkels: Simon Carmiggelt.

Simon Carmiggelt

Wie kent niet de "Kronkels" in het Parool, het voorlezen uit eigen werk voor de radio en later de televisie, droog met lichte humor en milde ironie. Simon Carmiggelt wiens werk op menige buitenlandse universiteit waar Nederlands wordt gedoceerd, gebruikt wordt.
Simon Carmiggelt werd op 7 november 1913 in den Haag geboren, op de lagere school viel hij al op door de opstellen die hij maakte, in 1926 werd hij naar de Handelsschool gestuurd in de 2e klas werd hij redacteur van het twee wekelijkse schoolblad, door dit schoolblad kwam hij niet aan zijn huiswerk toe, hij bleef zitten en werd van school gehaald, Simon wil vanaf dat moment journalist worden iets wat hij zijn verdere leven in bemerkte mate altijd een beetje is gebleven.
Hij begint als onbezoldigd medewerker bij "het vaderland", van daar naar assistent redacteur van de Verenigde Persbureaux, eind 1931 solliciteert hij bij de Haagse editie van het Volk,  de "Vooruit" en wordt aangenomen. Tussen 1935 en 1939 werkt hij als anti-Duits journalist op 9 maart 1936 verschijnt de eerste voorloper van de Kronkel het cursiefje "Kleinigheden". Tussen 1937 en 1938 onderneemt Simon Carmiggelt enkele reizen naar onder meer Belgrado, München en Praag en ondervind onderweg het Nationaal Socialisme.
Vlak voor de oorlog worden zijn "Kleinigheden" gebundeld en verschijnt zijn eerste boek:"50 Dwaasheden". In 1942 verschijnt een detective roman van zijn hand "Johan Justus Jacob" eind 1942 raakt hij betrokken bij het Parool een illegaal blad, in 1943 verhuist de familie Carmiggelt naar Amsterdam. Na de oorlog krijgt Simon Carmiggelt de leiding over de kunst rubriek, zijn eerste "Kronkel" verschijnt op 24 oktober 1946 er zullen er ruim 10.000 volgen!
De wat langere verhalen verschijnen in Vrij Nederland "Nutteloze notities" genaamd.
Tussen 1948 en 1956 verschijnen er drie verzenbundels onder de naam: "Karel Brallepoot".
De kroegenverhalen van Carmiggelt worden hem bijna noodlottig als hij in 1972 een drank probleem heeft.
Samen met Annie M.G. Schmidt verzorgt Carmiggelt jarenlang lezingen door Nederland, ook schrijft hij teksten voor documentaires van Bert Haanstra en teksten voor de cabaretiers Kan en Zonneveld.
Simon Carmiggelt leest wekelijks voor uit eigen werk voor de VARA radio en doet dit maandelijks voor de VARA televisie, de herkenningsmelodie "in a sentimental mood" blijft voor altijd met Carmiggelt verbonden.
Typering van mensen, dagelijkse werkelijkheid en zijn vermogen om met een enkele zin de atmosfeer van de omgeving te schetsen, beeldend woord gebruik (echt een journalist). met het voorlezen uit eigen werk komt de milde ironie en de mate van droogheid meer nog tot zijn recht.
Een aantal schrijvers zijn van invloed op de schrijfstijl van Carmiggelt geweest: Elsschot en Heijermans, Carmiggelt zag de gebeurtenissen van alledag met het oog van een journalist.
Als een Kronkel klaar was deponeerde hij het in een speciaal aangebracht busje onder de deurbel , waar de koerier van het Parool het kon ophalen.
Carmiggelt leed aan ouderdomsdiabetes en toen zijn vrouw alle aandacht vroeg vanwege haar toenemende blindheid verwaarloosde hij zijn diabetes wat hem noodlottig werd, hij stierf in Amsterdam op 30 november 1987.

Simon Carmiggelt ontving tal van literaire prijzen tijdens zijn leven: in 1953 een prijs van de Jan Campert Stichting, in 1961 de Constantijn Huygens prijs, in 1967 de 5 jaarlijkse prijs van de Amsterdamse Boekverkoper Vereniging en in 1974 de P.C. Hooft prijs gevolgd in 1975 door de Edo Bergsma ANWB prijs en de J.P. van Praag prijs.

In de Steeg staat een prachtig monument ter ere van deze schrijver Simon en zijn vrouw Tiny zittend op een bankje. In het Wetering plantsoen is een borstbeeld van de schrijver te vinden.








zaterdag 11 maart 2017

Molen 't Noorden op Texel.

Molen "het Noorden" Texel.


Wie vanaf Oosterend de weg langs de Waddenzeedijk volgt richting de Cocksdorp komt langs de dijk een molen tegen (een zgn. achtkantige bovenkruier). De molen "het Noorden" werd in 1878 gebouwd en bemaalde een polder van de zelfde naam groot 791 ha. De molen staat op de plek waar vroeger een inham was tussen de polder Eijerland en het aan de oostkant gelegen oude land van Texel ( met daarop de vuurtoren en het dorp de Cocksdorp).De inham werd toen afgesloten met een zeedijk met daarin een afwateringssluis die vandaag de dag nog zichtbaar is. De zeedijk kwam in 1876 gereed, het droog gelegen gebied was veel te vochtig, besloten werd tot bemaling. In het zuidwestelijk gedeelte van de nieuwe polder "het Noorden" werden twee kleine houten molentjes geplaatst, dit bleek volstrekt onvoldoende, er werd toen tot de bouw van de huidige molen besloten, waarvan op 12 augustus 1878 de eerste steen werd gelegd (kosten Hfl. 31.090). In 1913 werd naast de molen een hulpgemaal geplaatst dat werd aangedreven door een oliemotor. Het hulpgemaal nam de jaren daarna de taken van de molen over. De molen werd vanwege allerlei storingen in 1923 stilgezet. In 1928 werd besloten tot herstel en in december van dat jaar werd de molen weer in gebruik genomen. In 1949 raakte de molen weer defect en werd besloten het hulpgemaal van een sterkere motor te voorzien, de molen was niet meer nodig. Door tussenkomst van de vereniging "De Hollandsche Molen" werd de molen hersteld en kwam eind 1950 weer in gebruik. In 1965 kwam er definitief een einde aan het gebruik als bemalingsmolen. De spuisluis in de dijk moest vanwege het op Delta-hoogte brengen van de Waddenzeedijk worden afgesloten. In 1970 werd de molen overgedragen aan de vereniging "De Hollandsche Molen" in zowel 1974 als in 1991 vonden er renovatie werkzaamheden plaats. Er is nu een rond maal circuit aangelegd, de molen pompt het water uit de polder dat vervolgens wordt geloosd in de molenkolk en via een sluis onder het voormalig hulpgemaal naar het polderkanaal teruggevoerd.
Vermeldenswaardig is dat het grondwater onder het eiland brak is, toen er nog niet overal een waterleiding was op het eiland, ving de molen het zoete regenwater op dat vervolgens in een put onder de molen terecht kwam. De inwoners konden daar hun drinkwater uit betrekken.
Af en toe draait de molen, belangstellenden zijn dan welkom, ook is hij op afspraak van binnen te bezichtigen. adres: Stuifweg 4, Oosterend.


donderdag 2 maart 2017

Albert Gillis von Baumhauer bouwer van de eerste Nederlandse helikopter.

Albert Gillis von Baumhauer luchtvaartpionier 1891-1939


Albert Gillis von Baumhauer werd op 10 oktober in Herenveen geboren(het jaar dat Otto Lilienthal zijn eerste zweefvlucht maakte van 25 meter). Albert studeerde aan de TH-Delft waarna hij in Gottingen enige tijd Aerodynamica studeerde daarna vervolgde hij zijn studie aan de TH van Zurich, waar hij de professoren Theodor van Karman en Ludwig Prandtl ontmoette beide experts op wiskunde en luchtvaart gebied. In 1910 ging von Baumhauer voor de Nederlandse Automobiel en vliegtuigfabriek Spyker werken, in 1919 werd hij hoofd ingenieur bij van Berkel's patent en was daar verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het van Berkel W-B watervliegtuig bestemd voor de Marine Luchtvaart Dienst. Nadat de afdeling luchtvaart bij van Berkel werd gesloten ging hij voor de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart werken waar hij enige jaren adjunct directeur werd, in deze periode beproefde hij een aantal vliegtuigen en deed onderzoek naar vliegveiligheid. In de jaren 1924-1930 experimenteerde hij met een zelf ontworpen helikopter op Soesterberg de eerste testvlucht vond plaats in september 1925, testvlieger was luitenant F.H. van Heijst aanleiding was een prijsvraag uitgeschreven door het Britse ministerie van Luchtvaart voor de bouw van een helikopter die in een gesloten circuit moest kunnen vliegen met een snelheid van 100 kilometer per uur. Op 10 februari 1926 lukte het van Heijst de helikopter 5 minuten in de lucht te houden. Later in 1926 worden de experimenten naar Schiphol verplaatst waar von Baumhauer tot in 1930 verder experimenteert. In 1930 lukt het hem zelf een half uur met de helikopter te vliegen, de volgende dag stort de helikopter neer en is er geen geld meer om verder te gaan, von Baumhauer's ontwerp beïnvloed daarna wel de verdere ontwikkeling van de helikopter.
In 1937 werd hij werkzaam bij het de luchtvaartdienst van het ministerie van Waterstaat, hier kreeg hij als ingenieur de taak nieuwe vliegtuigtypes te inspecteren en te testen wat hem later noodlottig wordt. Op 18 maart 1939 (het jaar dat de eerste straaljager het luchtruim kiest) verongelukt hij in de V.S. tijdens een testvlucht van een Boeing Stratoliner dat hij samen met KLM onderdirecteur Guilonard (de KLM had interesse in de Stratoliner) en mensen van Boeing inspecteerde, tijdens de testvlucht komen alle inzittenden om het leven. Albert Gillis von Baumhauer werd slechts 47 jaar en mocht niet meer mee maken dat hij tot professor aan de TU Delft zou worden benoemd.

Zij oudste zoon Eduard komt in 1941 om bij een poging naar Engeland te vluchten.

werkzaamheden aan de helikopter van von Baumhauer


vrijdag 17 februari 2017

André Kuipers, Nederlands laatste astronaut?

Afbeeldingsresultaat voor andre kuipers
André Kuipers


Aangezien Nederland geen prioriteit geeft aan de Europese Ruimtevaart en alleen via een verdeel sleutel een relatieve bijdrage (van 2,2%) aan het totale Europese ruimtevaartprogramma budget bijdraagt, is Andrè Kuipers waarschijnlijk de laatste ruimtevaarder van ons land.
Formeel is iedereen gelijk voor de ESA maar in de praktijk maken Fransen en Duitsers meer kans om geselecteerd te worden omdat deze landen vele malen (10-13x) meer investeren in de ruimtevaart
dan Nederland. De eerste van geboorte Nederlander is Lodewijk van den Berg gevolgd door Wubbo Ockels en Andrè Kuipers sluit voor alsnog de rij.
Andrè Kuipers was als kind al gefascineerd van het heelal, na zijn Atheneum-B behaalde hij in 1987 aan de Universiteit van Amsterdam zijn artsen examen, al tijdens zijn opleiding tot arts nam Kuipers aan onderzoek op de vestibulaire afdeling van het AMC in Amsterdam.
Tussen 1987 en 1990 werkte hij eerste bij de afdeling luchtvaart geneeskunde van de Koninklijke Luchtmacht, later was hij werkzaam bij het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartgeneeskundig Centrum in Soesterberg, waarbij hij betrokken was bij onderzoek naar ruimteziekte en evenwichtsfuncties, daarna was hij keuringsarts voor vliegers.
Vanaf 1991 is Andrè Kuipers werkzaam bij ESA en is van het begin betrokken bij voorbereiden en coördineren en uitvoeren van fysiologische experimenten die ESA voor de ruimtevaart ontwikkeld, zoals de D-2 Space-lab missie in 1993, de ontwikkeling van de spierkracht meter aan boord van de LMS Space-lab missie in 1996.
In 1992 solliciteerde hij voor astronaut en kwam hij in een langdurige selectie procedure terecht waarna hij werd afgewezen waarschijnlijk om politieke redenen (Duitsland en Frankrijk hadden voorrang). In 1998 besloot de ESA het astronauten korps uit te breiden waarin ook kleinere landen (5) konden deelnemen, zo kwam Andrè Kuipers als nog bij het astronautenkorps van de ESA.
De lobby groep, die zorgde dat Kuipers bij de opleiding (Keulen,Houston en Sterrenstad bij Moskou) kwam, kwam in 2002 weer in actie nu om Andrè de ruimte in te krijgen. Nederland betaalde 15 miljoen euro voor een "taxivlucht" in de Russische Sojoez naar het ISS , de "Delta" missie, op 19 april 2004 vertrok de Soyoez TMA-04 naar het ruimte station.
In 2009 kreeg Kuipers zijn lange missie,ISS expeditie 30+31 samen met Oleg Kononenko en Don Petit werd hij op 21 december 2011 gelanceerd, Andre's missie werd bekend als PromISSe, hij voerde meer dan 50 experimenten uit in 4 categorieën, was verantwoordelijk voor het aankoppelen van de ATV en de Dragon (SpaceX) en het project Ruimteschip Aarde waarbij hij zich ten doel stelde zo veel mogelijk Nederlanders te vertellen over zijn missie. Op 1 juli 2012 land hij in Kazachstan en is op dat moment recordhouder van de langste enkelvoudige Europese ruimtevlucht: 193 dagen.
Andrè Kuipers is nog steeds werkzaam ESA en is een bron van inspiratie voor jong en oud.

Momenteel geeft Andrè Kuipers een aantal theatercolleges in het land.
Tijdens zijn verblijf in de ruimte schreef Andrè Kuipers het kinderboek: Andrè het astronautje, het eerste boek ooit geschreven in de ruimte, nu als musical op tournee in Nederland.

vrijdag 10 februari 2017

Het Friese paard.


Afbeeldingsresultaat voor het friese paard op ijs
Het Friese paard in actie.


Het was mijn echtgenote die mij de liefde voor het Friese paard bij bracht. Menigmaal gingen wij in januari naar de hengstenkeuring in Leeuwarden waar wij genoten van het optreden van de git zwarte
paarden. Begonnen wordt met de keuring van de al voor de dekdienst goedgekeurde Friese hengsten, daarna volgt de groep hengsten die de afstammelingen proef al hebben doorstaan waarna de uiteindelijke kampioenkeuring plaats vind.
In het begin van de jaartelling was er al sprake Friese paarden die toen in gebruik waren bij Friese huurtroepen.

In 1879 werd de Vereniging het Friesche Paarden Stamboek per KB van 23 augustus opgericht in 1954 kreeg de vereniging het predicaat "koninklijk".
De vereniging heeft tot doel: het behouden, verbeteren en bevorderen van het welzijn en promoten van het Friese paard met zijn karakteristieke rustieke exterieur, gangen en karakter.
De vereniging registreert sinds haar oprichting Friese paarden in haar stamboek.
Friese hengsten worden als zij worden goedgekeurd in het Friese stamboekhengst register opgenomen een exclusieve elite groep binnen deze groep zijn de zgn. preferent verklaarde Friese hengsten een eregalerij sinds  1879 deze galerij bestaat uit 20 preferente hengsten.
Het Friese stamboek is het oudste stamboek in Nederland, rond de jaren zestig stonden nog slechts zo'n 500 paarden ingeschreven in de registers van het Stamboek in Leeuwarden en was het ras met uitsterven bedreigd. Door de wedstrijd mensport de toenemende welvaart en de vrije tijd kwam het Friese paard opnieuw in beeld.
Liepen de Friezen alleen nog maar in Friesland rond, in de jaren zeventig werd Europa, Noord-America, Australië en zelfs Zuid-Afrika bereikt.
In 2015 stonden er al weer rond de 60.000 Friese paarden ingeschreven.

Friese paarden zijn tijdens talrijke concoursen voor zowel rij,men en tuigpaarden te aanschouwen, wat meteen opvalt is de specifieke draf.
Menig stadje organiseert wel een ringsteek concours waar vanuit een sjees geprobeerd wordt een ring te steken. Met Prinsjesdag gebeurt het regelmatig dat de Gouden Koets wordt bespannen met acht Friese paarden een lust voor het oog. In het ijsstadion van Heerenveen is het de traditie winnaars van internationale schaatswedstrijden in een arrenslee met Friese paarden ervoor over het parcours rond te rijden.

vrijdag 3 februari 2017

George Remi de vader van Kuifje.

Kuifje en Bobbie


Misschien dat wel iedere fan van Kuifje nog weet wanneer en welk Kuifje album hij als eerste kreeg, ik was 12 jaar toen ik met Sinterklaas de Zaak Zonnebloem kreeg. Dit was het begin van een lange reeks albums, zelfs mijn vader was er in geïnteresseerd. En niet te vergeten het blad Kuifje dat bij de kapper lag, het was altijd een hele klus het blad lang genoeg in handen te hebben voordat ik aan de beurt was bij de kapper.

George Remi werd op 22 mei in 1907 in Etterbeek geboren, in 1920 begint hij aan zijn studie aan het St. Bonifatiuscollege in Brussel en verveelt zich er enorm. In 1921 sluit George zich aan bij de padvinderij zijn eerste illustraties verschijnen in de tijdschriften van de Belgische scouting. 
In 1924 ondertekent George Remi zijn illustraties met Hergè (de Franse uitspraak van Remy George).
De eerste stripheld van de hand van Hergè verschijnt "Totor". Na zijn dienstplicht wordt hij in 1928 hoofdredacteur van Le Petit Vingtieme de jeugdbijlage van Le Vingtieme Siecle, de meest beroemde striphelden Tintin et Milou, Kuifje en Bobbie zien op 10 januari 1929 het levenslicht in dit tijdschrift.
In 1930 creëert Herge Quick en Flipke twee Brusselse straatjongens, in het zelfde jaar verschijn: "Kuifje en de Sovjets".
In 1932 trouwde Hergè met Germaine Kieckens de secretaresse van de directeur van Le Vingtieme Siecle. Casterman wordt de uitgever van de avonturen van Kuifje en zal dat blijven doen ( 64 bladzijden in kleur per album). Herge gaat zich steeds meer van veel documentatie voorzien en beseft het belang van een stevig scenario. In 1935 zien Jo, Suus en Jokko het licht (5 albums).
Rond de publicatie van de "Blauwe Lotus" wordt Hergè uitgenodigd door de echtgenote van Tsang Kai-Shek voor een bezoek aan China de Tweede Wereldoorlog gooit echter roet in het eten.
Vlak na de oorlog verschijnt het maandblad "Kuifje" dat ook in Nederland zijn weg vindt.
In 1950 worden de Studios Hergè opgericht de strips vergen nl. steeds meer technische middelen en research, zeker voor de "Mannen op de Maan". In 1958 verschijnt "Kuifje in Tibet" dit ondanks een diepe crises in zijn persoonlijke leven. Kuifje wordt een filmheld in 1960 verschijnt de speelfilm: "Kuifje en het geheim van het Gulden Vlies" in 1964 gevolgd door:" Kuifje en de blauwe Sinaasappels".
Hergè bezoekt in 1973 Taiwan, in 1976 wordt in Brussel een standbeeld voor Kuifje en Bobbie onthuld, in 1979 wordt de 50ste verjaardag van de stripheld gevierd. Op de 65ste verjaardag van Herge wordt er een planeet naar hem vernoemd. Georges Remi overlijd op 3 mei 1983.  

Hergè kreeg een standbeeld en een museum in Louvain-La-Neuve, Hergè is niet alleen Kuifje, maar ook illustrator, letterontwerper, publicist, karikaturist en verteller.
Kuifje blijft alom reuze populair, voor de eerste oplages van zijn strips worden astronomische bedragen neergeteld, wereldwijd zijn er diverse fanclubs. 

Er verschenen in totaal 24 Kuifje albums, waarvan Kuifje en de Alfa Kunst onvoltooid is, met als hoofdpersonen: Kapitein Haddock, Jansen en Janssen en professor Zonnebloem.


Hergè: Raket naar de Maan

vrijdag 27 januari 2017

Gevlogen boven Nederland: P-3C Orion update II

Lockheed  P-3C Orion  (foto:ANP)


De Lockheed P-3C Orion is een viermotorige onderzeebootbestrijding- en maritiem patrouille vliegtuig. In 1957 was de Amerikaanse Marine bezig een vervanger voor de tweemotorige Neptune te zoeken. Lockheed ontwikkelde uit de L-188 Electra een militaire versie dat uiteindelijk de Orion zou worden. De eerste vlucht vond plaats op 19 augustus 1958, de eerste productie versie koos op 15 april 1961 het luchtruim.
De hoofdtaak bestond tijdens de Koude oorlog uit het opsporen van Sovjet onderzeeërs die in grote getale een bedreiging vormden voor de scheepvaart tussen de V.S. en Europa.
In totaal werden er 757 Orions gebouwd.

Nederland schafte tussen 1981 en 1984 dertien P-3C Orions aan ter vervanging van de SP-2H Neptune bij de Marine Luchtvaart Dienst.
Van de aanschaf van nog twee Orions werd in 1984 definitief afgezien.
De toestellen kwamen bij het VSQ 320 en 321 in dienst op het Marine Vliegkamp Valkenburg en waren genummerd van 300 t/m 312.
Sinds de jaren 80 was bij toerbeurt een toestel gestationeerd op de NAVO basis Keflavik op IJsland en vanaf het midden van de jaren 90 op de basis HATO op Curaçao.
De eerste bezuiniging eind jaren 90 betekende het einde van drie toestellen welke in opslag gingen bij het bedrijf FOGMA in Portugal.
De overige toestellen werden in de V.S. gemoderniseerd door Lockheed Martin tot P-3C CUP.
Na het einde van de koude oorlog werden de Orions ingezet tijdens de maritieme blokkade van Klein Joegoslavië, verificatie missies boven Kosovo, in Afghanistan en aan de Perzische Golf.
In 2003 werd de Marine Luchtvaart Dienst wegbezuinigd en viel het doek voor de Orion, waarna er 8 aan Duitsland en 5 aan Portugal werden verkocht.
In 2006 werden de Orions overgedragen en werd het vliegkamp Valkenburg gesloten.
Nu 11 jaar later is de onderzeeboot dreiging flink toegenomen, een antwoord hierop is de mogelijke introductie van geleasde Boeing P-8 Poseidon's.



vrijdag 20 januari 2017

De drie vuurtorens van Borkum.

Vuurtoren centrum van Borkum.


Het Duitse eiland Borkum voor de Groningse kust heeft wel drie torens die als vuurtoren dienst deden of dit tot de dag van vandaag nog doen.
Op de plek van de oude vuurtoren stond rond 1400 al een kerkje, de toren (45 meter hoog) die er werd bijgebouwd functioneerde toen als herkenningspunt voor de scheepvaart bij het gevaarlijke Borkumrif. In 1817 werd de toren omgebouwd tot vuurtoren zodat ook s' nachts de scheepvaart er gebruik van kon maken.
Olielampen en spiegels werden aangebracht, toen in 1879, in het bovenste gedeelte van de toren waaronder de wachtruimte brand uitbrak, bleek reparatie niet eenvoudig en werd besloten tot de bouw van een nieuwe toren die meer westelijk op het eiland zou worden gebouwd.
De slechte staat van de oude toren laat geen bezichtiging meer toe.

De nieuwe toren  is 60,3 meter hoog en staat nu al ruim 130 jaar prominent op het plein
in Borkum, de toren is rond en uit bruine bakstenen opgetrokken.
Als je de moeite neemt de 315 treden te beklimmen wordt je beloond met een prachtig uitzicht over zowel de Waddenzee als over de Noordzee.
De vuurtoren is nog altijd een punt van oriëntatie voor het scheepvaart verkeer dat gebruik maakt van de Eemsmonding het vuurtorenlicht heeft een bereik van 45 kilometer.
Voornamelijk in de weekeinden is de toren te bezichtigen.

Niet ver van de "nieuwe" vuurtoren vind men aan de westelijke kant van het eiland de rood witte elektrische vuurtoren. elektrische omdat het de eerste vuurtoren in Duitsland was die als elektrische vuurtoren werd gebouwd, het was tevens de meest westelijke vuurtoren van Duitsland.
De Eems was vroeger gevaarlijk om in het donker te bevaren, daarom vond er in 1883 een Pruisische Nederlandse conferentie plaats, vanaf zee tot aan de rede van Emden moest het scheepvaart verkeer begeleid gaan worden door een vijftal vuurtorens.
Twee op Nederlands gebied nl. bij Delftzijl en Watum en in Pruisen bij Campen en Pilsum en op Borkum waar de elektrische vuurtoren werd gebouwd.
De toren ging in 1891 in bedrijf en heeft tot 2003 als zodanig dienst gedaan.
Het radar gedeelte op de toren functioneert nog steeds en maakt deel uit van de Nederlands Duitse radarketen in het Eemsmonding gebied.


Elektrische vuurtoren Borkum.