Bob van der Stok |
Hoe zit het toch met oorlogshelden? de een is vanaf dag een de held en blijft dat zijn leven en zelfs daarna. De ander is bescheiden, zo bescheiden dat het tientallen jaren duurt voordat zijn belevenissen door hemzelf, aan het papier zijn toevertrouwd.
Ik heb het hier over Bob van der Stok geboren op 13 oktober 1915 in Pladjoe, Sumatra als zoon van een Delfts ingenieur die daar voor de Shell werkte. Terug in Nederland gaat Bob naar het lyceum in den Haag en het Lyceum Alpinum in Zwitserland en schrijft zich in 1934 in voor de studie medicijnen in Leiden. Bob onderbreekt zijn studie om de vliegeropleiding op Soesterberg te gaan volgen en zwaait er af als reserve officier vlieger en vervolgt zijn studie medicijnen in Utrecht. In 1939 komt hij onder de wapenen en vliegt vanaf de Kooy in de meidagen van 1940 verschillende oorlogsmissies, na de demobilisatie neemt hij zijn studie weer op. Bob van der Stok onderneemt ondertussen verschillen pogingen om naar Engeland te ontsnappen na 3 pogingen lukt het. Hij ontsnapt op 9 juni 1941 met de onder Zwitserse vlag varende "St. Cerque" samen met Peter Tazelaar, Erik Hazelhoff Roefzema en Buitendijk. Na enige tijd wordt hij opgeleid op de Spitfire en vliegt hij voor de RAF. Op 12 april 1942 wordt hij boven Noord- Frankrijk bij St.Omer neergeschoten en wordt daarna gevangen genomen, hij wordt per trein naar het doorgangskamp Dulag Luft vervoerd en vandaar naar Sagan waar hij in Stalag Luft III een groot krijgsgevangenkamp terecht komt.
Hier neem Bob van der Stok deel aan de meest spectaculaire ontsnapping uit de oorlog beter bekend als "The Great Escape" naar de film die er op is gebaseerd.
Op 24 maart 1944 ontsnappen 77 gevangen door een tunnel 50 van hen worden daarna geëxecuteerd.
Bob van der Stok en twee Noren zijn de enige die werkelijk weten te ontsnappen.
Per trein reist Bob met vervalste papieren via Sagan, Breslau, Leipzig, Osnabruck, Oldenzaal naar Utrecht waar hij hulp krijgt, korte tijd daarna gaat het via Amersfoort, Maastricht, Brussel,Toulouse door de Pyreneeën naar het Britse consulaat in Madrid vandaar naar Gibraltar, waarna hij op 20 mei 1944 per DC-3 in Groot-Brittannië arriveert.
Bob van der Stok wordt bevorderd en krijgt het bevel over het 322 squadron dat inmiddels in Schijndel is neergestreken, van daar gaat het naar het vliegveld Twente en Cloppenburg bij Hannover, daarna keert het squadron terug naar Groot-Brittannië en word Bob uit de RAF ontslagen. Bob wordt Luitenant Kolonel en krijgt het Commando Luchtverdediging Nederland aangeboden maar hij bedankte en ging in 1946 terug naar de college zalen, studeerde in 1950 af als arts en emigreerde in 1951 als arts naar de V.S.,specialiseerde zich en trekt via New York naar New Mexico en later Californië. Na zijn pensionering wordt hij periodiek scheepsarts op een passagiersschip varende tussen San Francisco en Honolulu, ook werd hij geruime tijd aan het Spacelab project van NASA in Huntsville, in 1970 vertrekt hij naar Hawaï waar hij honorary vice-commodore van de U.S. Coast Guard werd(hij deed mee aan 162 reddingen en werd hiervoor drie maal onderscheiden).
Hij sterft op 8 februari 1993 in Virginia Beech, Virginia op 77 jarige leeftijd.
Beide broers van Bob van der Stok kwamen in concentratie kampen om het leven, zijn vader stierf kort na de oorlog aan de verwondingen hem toegebracht door de Gestapo.
Bob van der Stok ontving talloze onderscheidingen: Bronzen Leeuw, Bronzen Kruis, Vlieger Kruis Kruis van Verdienste en Officier in de Orde van Oranje Nassau, Member of the Britsh Empire, Belgische, Poolse en Franse onderscheidingen.
De C-130 Hercules van de Koninklijke Luchtmacht de G-781 is naar Bob van der Stok vernoemd.