Edith Cavell 1865-1915. |
Op 12 oktober 1915 vond om zeven uur in de ochtend bij Schaerbeek nabij Brussel in het toen door de Duitsers bezette België de executie plaats van Edith Cavell een Britse verpleegster, haar was hulp aan veelal gewonde Engelse en Franse soldaten, en jonge dienstplichtige Franse en Belgische mannen ten laste gelegd.
Edith Cavell werd op 4 december 1865 in Swardeston geboren, nadat zij verschillende (kost)scholen had doorlopen koos zij er tussen 1890-1895 voor als gouvernante te gaan werken, bij o.a. een familie in Brussel. Waarna zij naar haar ouderlijk huis terug keerde om haar vader te gaan verplegen die ernstig ziek was. De ervaring die zij hiermee op deed zorgde ervoor dat zij zich in april 1896 aanmeldde voor de verpleegopleiding aan het London Hospital. Hierna werkte zij in verschillende ziekenhuizen en als privé verpleegster bij verschillende gegoede families. In 1907 werd Edith Cavell benaderd om als hoofd verpleging de nieuwe school voor verpleging in Brussel te gaan leiden beter bekend als het Berkendael Medisch Instituut. In 1910 werd zij gevraagd hoofd verpleging van het nieuwe ziekenhuis bij Sint Gilles te worden. Nadat België in 1914 door de Duitsers werd bezet begon Cavell onderdak te verlenen aan (gewonde) Britse soldaten en hielp zij hen het bezette België te ontvluchten via het neutrale Nederland. Gewonde Britse en Franse soldaten maar ook Franse en Belgische jongens in de dienstplichtige leeftijd werden uit de handen van de Duitse bezetter gehouden. Hiertoe zette Cavell een netwerk van onderduik adressen op, het ziekenhuis waar zij werkte werd het middelpunt van een heel netwerk, men voorzag de vluchtenden van geld en vervolgens werden zij met behulp van gidsen naar de Nederlandse grens begeleid.
Op 3 augustus 1915 werd zij door een collaborateur verraden en werd zij samen met een aantal geallieerde soldaten gearresteerd. Door de amateuristische opzet van haar netwerk werd het in korte tijd opgerold en werden velen gearresteerd. Zij werd vervolgens 10 weken in een gevangenis opgesloten waarvan de laatste twee in eenzame opsluiting. Zij bekende aan de Duitse politie, 60 Britse en 15 Franse soldaten te hebben helpen ontsnappen als ook 100 Belgische en Franse jonge mannen. De rechtszaak tegen haar begon op 7 oktober.
Zij werd voor verraad ter dood veroordeeld en niet voor spionage en dat terwijl zij geen Duitse was!
Volgens de toen geldende regels van de conventie van Genève was zij als verpleegster in oorlogstijd beschermd, Duitsland echter trok zich van deze regel niets aan. Van alle kanten probeerde men vanuit het buitenland druk uit te oefenen op de Duitsers om de executie te voorkomen, men geloofde nl. niet dat de Duitsers een vrouw de doodstraf zouden geven, maar tevergeefs.
Op de ochtend van 12 oktober 1915 om zeven uur werd zij op de schietbaan van Schaerbeek gefusilleerd, waarna zij door Belgische vrouwen naast de gevangenis van Sint Gillis werd begraven. Na de oorlog werd haar stoffelijk overschot opgegraven en kreeg zij een herdenkingsdienst in de Westminster Abbey waarna zij in Norwich werd herbegraven. Zij werd het symbool van onverzettelijk heldenmoed. Ter nagedachtenis aan haar staat op St. Martins Place vlakbij Trafalgar Square een monument. In 2015 werd ter herinnering aan haar dood, 100 jaar gelden, een munt geslagen. Op verschillende plaatsen in de wereld werden na 1918 gedenkplaten, ramen en monumenten ter haar gedachtenis onthuld en werden er straten naar haar vernoemd. Edith Piaf werd naar haar vernoemd. Brussel kent een Edith Cavell kliniek.