Eysink 1912. |
In 1886 begon Dick Eysink in Amersfoort de Amersfoortsche Rijwiel, Automobiel en Machine fabriek, Menno en August beide zonen van Dick Eysink bouwden in 1897 de eerste Nederlandse auto. Eysink was niet alleen de eerste Nederlandse autoproducent maar was tevens het eerste Nederlandse automerk dat alles zelf produceerde ook de motoren. Concurrent in de begin jaren was Spijker, tot rond 1910 werden er veelal grotere auto's geproduceerd, toen bleek dat de vraag naar kleinere auto's vele malen groter werd hadden merken hun aandeel in de markt al veroverd en had Eysink als antwoord de Bebe dat de concurrentie niet aan kon. Verschillende auto's hadden inmiddels hun weg gevonden naar Nederlands Indië maar ook naar Engeland waar zij als taxi werden ingezet.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog zorgden orders van het Nederlandse leger voor veel werk, in de jaren daarna kreeg Eysink concurrentie van goedkoop ingevoerde Amerikaanse auto's, Eysink werd gedwongen de productie van auto's te beëindigen, er waren toen zo'n 330 exemplaren gebouwd waarvan het er slechts een het heeft overleefd en te bewonderen is in het Louwman museum in den Haag. De motorfietsen van motorfietsen waren een succes al in 1913 behaalde August Eysink op een Eysink motor de gouden medaille in de toen prestigieuze Engeland Holland Run, Eysink fabriceerde zelfs motoren voor het leger, in 1921 kwam de 4 pk liggende parallel Twin in productie.In 1931 werd men met een Eysink motor eerste, tijdens de 6 daagse van Merano. In 1935 had Eysink motoren van 60 tot 1150cc, ontworpen door Dick Eysink jr. in productie. In 1936 verscheen de beroemde 125cc motor voorzien van een Villiers tweetaktblok, in 1948 werd hier nog de TT in Assen mee gewonnen (Dick Renooy). In 1948 kwamen er motoren met 125cc en 200cc Villiers blokken. In de vijftiger jaren probeerde men met de productie van 98 en 250cc scooters een faillissement af te wenden, tevergeefs. Men ging in 1951 failliet en maakte daarna nog een herstart als Amersfoortse Rijwielindustrie, in 1956 was het definitief afgelopen.
Dick Eysink jr. had in 1950 al ontslag genomen bij de Eysink fabriek en opende in 1951 een fabriek in het nabij gelegen Soest waar hij gemotoriseerde tandems en bromfietsen ging maken onder de naam Renata, later kocht hij het merk Eysink terug en ging hij brommers onder het merk Eysink bouwen, door concurrentie uit met name Duitsland en Japan moest hij stoppen met de productie en werd hij importeur van Benelli motoren.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog zorgden orders van het Nederlandse leger voor veel werk, in de jaren daarna kreeg Eysink concurrentie van goedkoop ingevoerde Amerikaanse auto's, Eysink werd gedwongen de productie van auto's te beëindigen, er waren toen zo'n 330 exemplaren gebouwd waarvan het er slechts een het heeft overleefd en te bewonderen is in het Louwman museum in den Haag. De motorfietsen van motorfietsen waren een succes al in 1913 behaalde August Eysink op een Eysink motor de gouden medaille in de toen prestigieuze Engeland Holland Run, Eysink fabriceerde zelfs motoren voor het leger, in 1921 kwam de 4 pk liggende parallel Twin in productie.In 1931 werd men met een Eysink motor eerste, tijdens de 6 daagse van Merano. In 1935 had Eysink motoren van 60 tot 1150cc, ontworpen door Dick Eysink jr. in productie. In 1936 verscheen de beroemde 125cc motor voorzien van een Villiers tweetaktblok, in 1948 werd hier nog de TT in Assen mee gewonnen (Dick Renooy). In 1948 kwamen er motoren met 125cc en 200cc Villiers blokken. In de vijftiger jaren probeerde men met de productie van 98 en 250cc scooters een faillissement af te wenden, tevergeefs. Men ging in 1951 failliet en maakte daarna nog een herstart als Amersfoortse Rijwielindustrie, in 1956 was het definitief afgelopen.
Dick Eysink jr. had in 1950 al ontslag genomen bij de Eysink fabriek en opende in 1951 een fabriek in het nabij gelegen Soest waar hij gemotoriseerde tandems en bromfietsen ging maken onder de naam Renata, later kocht hij het merk Eysink terug en ging hij brommers onder het merk Eysink bouwen, door concurrentie uit met name Duitsland en Japan moest hij stoppen met de productie en werd hij importeur van Benelli motoren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten