Hawker Sea Hawk aan boord van vliegkampschip HM Karel Doorman |
De Hawker Sea Hawk werd ontwikkeld uit de Hawker Sea Fury, in de Sea Fury werd een Rolls Royce Nene straalmotor geplaatst en de cockpit werd zover mogelijk naar voren geplaatst.
De RAF toonde geen interesse omdat de Sea Hawk minder presteerde dan de Gloster Meteor en Vampire. De Sea Hawk werd door Sydney Camm ontworpen (ontwerper van Hawker Hurricane).
De aangepaste marine versie vloog vanaf 31 augustus 1948, de versie beschikte over vleugels die aan boord van een vliegkampschip konden worden opgevouwen. Nog het zelfde jaar vonden er testvluchten plaatst vanaf het vliegkampschip HMS Illustrious.
Het eerste productie exemplaar vloog op 14 november 1951, in totaal werden er 542 exemplaren geproduceerd.
In 1956 schafte Defensie 22 exemplaren aan voor de Marine Luchtvaart Dienst, het type Hawker Sea Hawk FGA 50 moest vanaf het vliegkampschip Karel Doorman gaan vliegen.
De straaljagers werden ingedeeld bij het VSQ 8 en 860. De squadrons rouleerden tussen het vliegkamp Valkenburg en het vliegkampschip Karel Doorman.
In 1959 werden de Sea Hawk's uitgerust met sidewinder raketten.
Er is ook een demonstratie team van de MLD geweest, dat uitgerust was met de Sea Hawk de "Sea Lords".
Na het vroegtijdig uit dienst stellen van de Karel Doorman in 1964, werden de Sea Hawks uitgefaseerd. De Sea Hawk was de enige straaljager die de MLD in dienst heeft gehad, op enkele van de Luchtmacht geleende Gloster Meteors voor trainingsdoeleinden na.
Het Nationaal Militair Museum in Soesterberg heeft een Hawker Sea Hawk in haar collectie.