woensdag 6 april 2016

Het einde van de Koninklijke Nederlandse Munt?

Koninklijke Nederlandse Munt Utrecht.

Er komen moeilijke tijden aan voor de Koninklijke Nederlandse Munt, zal het bedrijf in 2017 door kunnen gaan of verdwijnt het uit Utrecht of misschien wel uit Nederland? Worden de Nederlandse munten straks in het buitenland geproduceerd? Terugblikkend is er in de stad Utrecht op het gebied van het slaan van munten meer dan 1.000 jaar activiteit geweest.
De eerste Utrechtse munten werden in Dorestad het huidige Wijk bij Duurstede geslagen en wel in de eerste helft van de 7e eeuw, het waren zgn. gouden tremissis, later werden er zilveren penningen op naam van Karel de Grote en Lodewijk de vrome geproduceerd.
In 937 werd door Keizer Otto I aan het bisdom Utrecht ten tijde van bisschop Balderik het recht verleend om geld te slaan, de Utrechtse bisschoppelijke geldstukken werden ook in Deventer en Hasselt geslagen.
Na 1528 kwam het muntrecht in handen van keizer Karel V de nieuwe heer van Utrecht.
In 1567 kwam er weer een munthuis in Utrecht dat op verschillende locaties werd gevestigd, de Muntstraat herinnert nog aan een vroegere locatie van het munthuis, in 1579 werd de zgn. landsheerlijke munt omgezet in een provinciale munt.
Veel grote handelssteden hadden hun eigen munthuis zoals: Amsterdam, Breda, Deventer, Enkhuizen, Nijmegen, Leiden Kampen, Zwolle en Zutphen ook deze gingen over naar de provinciale munt. Het munthuis van Utrecht was destijds het best uitgeruste munthuis van de Nederlanden en werd daarom als vestigingsplaats aangewezen.
Na de totstandkoming van het Koninkrijk der Nederlanden in 1814 werd het bedrijf omgedoopt tot 's Rijksmunt, in 1902 kwam het bedrijf onder toezicht van het ministerie van financiën en werd in 1912 een staatsbedrijf.
Begin 20ste eeuw was het munthuis gevestigd aan de Oudegracht later in 1911 werd aan de Leidseweg een bouwwerk in neorenaissance stijl betrokken.
In 1994 werd het bedrijf verzelfstandigd met de staat als enige aandeelhouder de Nederlandse Munt N.V. op 15 oktober 1999 als Koninklijke Nederlandse Munt.
Naast reguliere euromunten worden ook herdenkingsmunten uitgegeven in afwijkende nominale waarden, deze munten zijn alleen wettig betaalmiddel in het land van uitgifte.
Tevens worden er bij de munt de koninklijke onderscheidingen gefabriceerd.
Het Nederlandse Muntmuseum dat tot 2004 deel uit maakte van de munt ging na de fusie met het Koninklijk Penning kabinet als Geldmuseum verder, in oktober 2013 werd dit wegens stopzetting van subsidie door het Rijk gesloten.
Behalve munten voor Nederland worden deze ook geslagen voor Luxemburg, Malta, Aruba en de Nederlandse Antillen(St. Maarten en Curaçao).
Een grote order voor Chili heeft de Koninklijke Nederlandse Munt in de rode cijfers gebracht waarbij niet moet worden uitgesloten dat dit begin 2017 tot een faillissement zal leiden.
Financiën probeert nu de Munt te verkopen, waarbij ook wordt aangedragen dat er door de Munt steeds minder muntgeld wordt aangemaakt omdat men tegenwoordig op andere manieren betaald,
wel vreemd als je bedenkt dat het grootste deel van het muntgeld in de portemonnee uit het buitenland komt. Spannende tijden voor de Koninklijke Nederlandse Munt.

goud gulden Frederik van Blankenheim 1393-1423