Hawker Hunter Mk.6, 325 squadron (René Butselaar)
De ramp met een Hawker Hunter T.7 nabij
Shoreham in Groot Brittannië van afgelopen zondag waarbij elf mensen zijn
omgekomen, roept de vraag op of het nog wel verantwoordelijk is te stunten met
een straaljager die in het midden van de vijftiger jaren de fabriek verliet.
De Hawker Hunter vormde in de vijftiger en zestiger jaren de
ruggengraat van de Nederlandse luchtverdediging.
Nederland had de beschikking over de Mk.4 versie (96 stuks) en de
Mk.6 versie (93 stuks) voor trainingsdoeleinden werd de T.Mk.7 (20
stuks) aangeschaft.
De Hawker Hunter vloog vanaf de vliegbasis Leeuwarden,
Soesterberg, Twente, Woensdrecht en vanaf Biak in het voormalig Nederlands Nieuw Guinea.
Op 27 augustus 1968 vertrokken de laatste 4 Hawker Hunters vanaf
de vliegbasis Soesterberg naar Dunsfold in het Verenigd Koninkrijk.*
Door een aantal enthousiastelingen werd in 2005 de Dutch Hunter
Foundation opgericht met het doel deze klassieke sierlijke straaljager weer in
het Nederlandse luchtruim te laten vliegen.
Zo kwam de Hawker Hunter na 40 jaar weer terug op Nederlandse
bodem, men opereert vanaf de vliegbasis Leeuwarden waar men de beschikking heeft over twee
Hawker Hunters een T.8C en F.6A, beide in 1956 gebouwd.
Er wordt met beide toestellen gemiddeld 40 uur per jaar gevlogen
en dat niet alleen in Nederland.
Ik heb beide toestellen nu menig maal zien vliegen, maar
loopings laag bij de grond zijn uit den boze, het risico met dergelijke
toestellen van 60 jaar oud is veel te groot.
Naast het grotere risico slachtoffers te maken op de grond is het
natuurlijk ook jammer historische vliegtuigen te verliezen met gewaagde
stunts.
Het is daarom te hopen dat de regels voor het vliegen met dergelijke vliegtuigen verder worden aangescherpt en daarna Europees eensluidend worden (nageleefd).
*Bron: www.ikzagzevliegen.nl