Vuurtoren Brandaris Terschelling |
Wie op weg is naar Terschelling of Vlieland ziet vanaf de verte de Brandaris op doemen als een 55,5 meter hoge reus toornt hij boven West Terschelling uit.
De Brandaris is de bekendste en ook nog oudste brandende vuurtoren van Nederland.
De geschiedenis van de huidige Brandaris gaat terug naar de 14e eeuw en heeft twee voorgangers gekend.
Terschelling ligt strategisch gelegen aan de monding van het Vlie heel lang een van de belangrijkste waterwegen in Nederland.
Een goede bebakening was voor de Hansestad Kampen van groot belang gezien de positie van de stad in het scheepvaart verkeer naar de Oostzeelanden.
Kampen en Terschelling sloten in 1323 een overeenkomst over het oprichten van een baken op het west einde van het eiland.
Het baken was opgetrokken uit kloostermoppen en hout op het baken werden vuren gestookt.
Het nabijgelegen dorp Sinte Brandasius (het huidige West Terschelling) gaf zijn naam aan de toren.
De eerste Brandaris was een eind landinwaarts gebouwd maar door kustafslag kwam de zee steeds dichterbij, in maart 1593 verdween de toren in de golven.
Men was toen al gevorderd met de bouw van een nieuwe toren maar door constructiefouten en haast stortte de tweede Brandaris in hierbij kwamen zes mensen om.
In 1594 werd met de bouw van de huidige Brandaris begonnen, er werd gebruik gemaakt van de fundering van de vorige vuurtoren aannemer werd Pieter Albertsz. Clock uit Medemblik.
De toren die werd opgeleverd zo blijkt na 400 jaar is van goede kwaliteit.
De lantaarn op de toren bleek niet genoeg lichtsterkte te hebben, er werd toen voorgesteld op de toren een vuur te branden wat niet gebeurde, in de de nabij gelegen duinen ("Kooltjesduin") werd rond 1620 een vuurboet aangelegd enige tijd later wat verderop nog een.
Pas in 1835 werden beide afgebroken toen de Brandaris een beter licht kreeg,op de bovenste verdieping werden tevens lichtwachters en officiersverblijven gebouwd (met ijzeren vloeren).
In 1835 werd een lantaarn en lichttoestel geplaatst, het draailicht werd in september van dat jaar ontstoken, het draailicht was nieuw in Nederland en gaf veel problemen.
In 1864 werd een nieuw lichthuis geplaatst, het oude verhuisde naar de toren van Texel.
In 1906 werd de Brandaris van elektriciteit voorzien door generatoren die in een machinehuis aan de Noordzijde van de toren werden geplaatst.
De eerste door Philips ontworpen gloeilamp voor vuurtorens werd op 13 juli 1920 in gebruik genomen. De Brandaris werd in 1965 Rijksmonument. In 1979 werd de vuurtoren grondig gerestaureerd op de top van de toren werd een groter uitkijk lokaal gebouwd ook werd er een elektrische personeelslift geplaatst en kwam er een radar installatie.
Het huidige licht heeft een reikwijdte van 54 kilometer. De Brandaris is 24 uur per dag bemand,
en is sinds 1989 door het ministerie van Verkeer en Waterstaat benoemd tot "meldpunt Waddenzee".
De eerste verdieping, bereikbaar via een stenen wenteltrap, is aangegeven als locatie voor het voltrekken van huwelijken.