maandag 2 november 2015

Walvisvaart in Nederland.

't Walvisvaarders huisje den Hoorn

Op Texel werd enkele jaren geleden een klein museum geopend:'t Walvisvaarders huisje in den Hoorn, Klaas Daalder kocht deze woning in 1729 aan en woonde er met zijn vrouw en kinderen, het interieur is tot en met vandaag de dag vrijwel onveranderd gebleven.
Klaas Daalder was Commandeur op de walvisvaart en had al sinds zijn 10e jaar als matroos gevaren, in het begin bij de V.O.C. 
In die tijd leefden heel wat families op de Waddeneilanden en ook in Zeeland van de walvisvaart,
het jagen op walvissen zou je in die tijd booming business kunnen noemen.
Het waren de Nederlanders op zoek naar een alternatieve noordelijke route die berichtten over de walvissen die ze er zagen.
Omdat de bevolking in die tijd explosief groeide was er een tekort aan plantaardige producten, men wist intussen dat walvissen een dikke speklaag hadden dit spek was de oplossing voor het tekort.
In Nederland werd de Noordsche Compagnie opgericht die tussen 1614 en 1642 het alleen recht kreeg op het jagen van walvissen.
Bij Spitsbergen bij het eiland Amsterdam en Jan Mayen werd een nederzetting Smeerenburg gevestigd waar Groenlandse walvissen tot traan werden verwerkt.
Na 1642 gingen anderen meedoen en werd de Groenlandse walvis bijna uitgemoord, men ging uitwijken naar andere gebieden zoals tussen Canada en Groenland wat commercieel geen succes bleek na 1873 hield men in Nederland de walvisvaart voor gezien.
De schaarste in oliën en vetten kort na de Tweede Wereldoorlog zorgde er voor dat de Nederlandse
Maatschappij voor de Walvisvaart werd opgericht.
Er werd een walvisfabriek schip (Willem Barentsz)en enkele vangschepen aangekocht en men trok naar de wateren rond Antarctica waar  tijdens de walvisjacht de verwerking van de walvissen op het fabrieksschip plaats vond.
Op deze manier werden tussen 1946 en 1964, 18 expedities in de wateren rond Antarctica uitgevoerd.
De landen die meededen aan de walvisvaart hadden in 1946 de Internationale Walvisvaart Commissie opgericht en werd afgesproken hoeveel walvissen er per land gevangen mochten worden.
Op het moment dat Nederland de nieuwe Willem Bartensz II in gebruik nam besloot het I.W.C.
dat Nederland de vangst moest beperken, Nederland verliet boos het I.W.C.
In 1964 werd de nieuwe Willem Barentsz II aan Japan verkocht, het definitieve einde van de Nederlandse walvisvaart.
En zo kon het gebeuren dat dertig jaar later actievoerende schepen van Greenpeace zoals de Sirius
vanuit Nederland opereerden om bij Antarctica actie te gaan voeren tegen de Walvisvaart. 


Willem Barentsz