vrijdag 29 april 2016

Het Nationaal Park Lauwersmeer nieuwe natuur.


Lauwerszee afgesloten


Daar waar de Friese gemeente Dongeraldeel (o.a. Paesens, Moddergat en Anjum) en de Groningse gemeente de Marne (o.a. Lauwersoog en Zoutkamp) samenkomen vindt men het Nationaal Park Lauwersmeer. Het Lauwersmeer en omgeving werd op 12 november 2003 tot Nationaal Park verklaart, het park ongeveer 60 km2 groot ligt voor voor het grootste gedeelte in Groningen.
In 1969 werd de Lauwerszee afgesloten en werd het Lauwersmeer, de eerste plannen tot afsluiting dateerden al uit 1849.
De stormramp van 1953 en de kerstvloed van 1954 hebben grote invloed, het verkorten van kustlijn en het vergroten van de veiligheid werden steeds belangrijker.
De afsluitdijk die de Lauwerszee zou afsluiten werd 13 kilometer, dijken rondom de Lauwerszee zouden 32 kilometer bedragen, een keuze was toen gauw gemaakt. Spuisluizen zorgen ervoor dat overtollig water in de Waddenzee verdwijnt en bij hoog water kan worden afgesloten.
Door de afsluiting verloor Zoutkamp zijn natuurlijke haven richting Waddenzee.
In het gebied van het Nationaal Park broeden jaarlijks ruim 100 vogelsoorten en overwinteren elk jaar tienduizenden ganzen.
Steltkluten, lepelaars, zeearenden je kunt ze allemaal vinden, naast vogels vind je er ook orchideeën,
Schotse hooglanders, vossen en konikpaarden.
Twee maal per jaar staat het Lauwersmeergebied in het teken van de vogeltrek, het is goed mogelijk 30.000 brandganzen te zien overvliegen.
In het park zijn tal van kijkheuvels, vogelkijk hutten, uitkijk en observatie torens te vinden.
Ook op de buitendijkse gebieden van Noord Friesland is naast het genieten van de uitzichten op de waddeneilanden veel op vogelbroed/trek te beleven.Bij het park is er ook het e.e.a. te zien.
Bezienswaardig zijn de molens: "de Hond" (1861) in Paessens en de "Eendracht"(1889) in Anjum, de kerken  in Paesens (ca.1200) , Moddergat (ca.1250) en de Michaelkerk (1182) van Anjum zijn zeker een bezoek waard.
Nog meer natuur? vanuit de haven van Lauwersoog organiseert Staats Bos Beheer in de maanden augustus t/m oktober excursies naar het waddeneiland Rottumeroog waarbij men ook langs Rottumerplaat vaart.
Nationaal Park Lauwersmeer

maandag 25 april 2016

Nederland en Gibraltar, 25 april 1607 en augustus 1704.

zeeslag bij Gibraltar.


Tot twee maal toe leverde een Nederlandse vloot slag met de Spanjaarden bij Gibraltar, beide keren succesvol nou ja succesvol de tweede keer ging onze Engelse bondgenoot er met de buit van door.
Op 25 april 1607 was het de eerste maal dat een Nederlandse vloot zo ver van huis slag leverde en wel met de Spanjaarden.
De Spaanse galjoenen waren groter en beter bemand en bewapend dan de vloot van de Republiek die uit spiegelschepen bestond.
Het entergevecht zorgde voor de overwinning, volgens het plan van Luitenant Admiraal Jacob van Heemskerck (bekend van de overwintering op Nova Zembla) zouden de schepen van de Republiek twee aan twee een groter Spaans galjoen aanklampen, wat een succes bleek.
De Nederlanders hadden aangetoond ver buiten de Hollandse grenzen te kunnen toeslaan.
helaas sneuvelde van Heemskerck, hij kreeg op 8 juni dat jaar een staatsbegrafenis.
De gebeurtenis ging de annalen in als de slag bij Gibraltar.
In 1704 zouden de Nederlanders zich weer vertonen bij Gibraltar maar nu samen met de Engelsen, men was namelijk een coalitie aangegaan ten tijde van de Spaanse successie oorlog.
Op 1 augustus verscheen de vloot onder de Engelse admiraal Sir George Rook en de Nederlandse luitenant admiraal Gerard van Callenburgh in de baai van Gibraltar om de vesting op te eisen voor de Spaanse troonpretendent Karel III.
Op 3 augustus voerde de vloot een hevig bombardement uit, tegen de middag landden er Nederlandse en Engelse mariniers en namen een batterij in.
De Nederlanders speelden hier een hoofdrol, een Nederlandse marinier beklom als eerste de rots,
en hadden net zo veel recht op Gibraltar als de Engelsen.
De volgende ochtend op 4 augustus verlieten de Spanjaarden voorgoed Gibraltar.
Onder de vrede van Utrecht in 1713 werd Gibraltar "voor altijd" overgedragen aan de Engelsen.
De rots bleef van strategisch belang, vanuit Gibraltar wordt de doorvaart door de straat van Gibraltar gecontroleerd.
Spanje betwist het gebied, in 2002 sprak 99% van de bevolking (circa 30.000) zich uit voor banden met Groot-Brittannië, de economie van de rots draait op financiële instellingen en toerisme.
Volgens een legende blijft Gibraltar Brits zolang er apen op de rots zijn.

vrijdag 22 april 2016

Gevlogen boven Nederland: de Gloster Meteor.

Gloster Meteor 322 sqdrn Soesterberg (foto: A.v.Wijk)

De Gloster Meteor was de eerste straaljager die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland zou gaan vliegen bij de Koninklijke Luchtmacht.
In 1942 waren de straalmotoren (ontwerp Frank Whittle) voor de Gloster Meteor getest en kwam ook de romp van het toestel gereed. Het prototype vloog in 1943.
De eerste operationele exemplaren werden op 27 juli 1944 ingezet tegen de V-1.
Wegens het hoge brandstofgebruik werden de Meteors alleen als onderscheppingsjager ingezet.       De eerste versies vlogen nog zonder schietstoel, de mk.VIII werd met de Martin Baker schietstoel uitgerust. Tussen 1942 en 1954 werden 3.947 Gloster Meteors gebouwd.

Op 17 maart 1948 vindt de ondertekening van het verdrag van Brussel plaats waarin de westerse ondertekenaars voor een gemeenschappelijke luchtverdediging kiezen. De ondertekenaars besluiten tot het vormen van een Westerse Defensie unie, de voorloper van de NAVO die op 4 april 1949 wordt opgericht.
Nederland besluit tot de aanschaf van de Gloster Meteor om bij te dragen aan de gemeenschappelijke verdediging van West Europa, in 1948 worden er er 61 Gloster Meteor F mk.IV en 45 Gloster Meteor T mk. VII besteld. Op 27 juni 1948 arriveren de eerste drie Gloster Meteor F mk.IV straaljagers op de vliegbasis Twenthe bij de Jachtvliegschool.
De toestellen worden in het Verenigd Koninkrijk gebouwd en erna door Nederlandse vliegers aan een testvlucht onderworpen alvorens de toestellen naar Nederland worden overgevlogen.
Al snel besluit men tot de aanschaf van een verbeterde versie de mk.VIII, deze worden echter in Nederland gebouwd, Fokker krijgt het contract voor de licentiebouw en groot onderhoud van 160 stuks.Na de bouw werd iedere Gloster Meteor door testvliegers van Fokker ingevlogen alvorens het toestel op de betreffende vliegbasis werd afgeleverd, waarna alle toestellen van een squadron code en bijbehorende kleur worden voorzien:
322 squadron  code: 3W     kleur: blauw   vliegbasis Soesterberg
323 squadron  code: Y9      kleur: blauw   vliegbasis Leeuwarden
324 squadron  code: 3P      kleur: oranje   vliegbasis Leeuwarden
325 squadron  code: 4R      kleur: geel      vliegbasis Leeuwarden
326 squadron  code: 9I       kleur: rood      vliegbasis Leeuwarden, Twenthe, Woensdrecht
327 squadron  code: 7E      kleur: rood      vliegbasis Volkel, Gilze Rijen, Soesterberg
328 squadron  code: 8S      kleur: oranje    vliegbasis Volkel, Soesterberg

In augustus 1949 vestigd majoor Flinterman in de Y9-7 het Nederlandse hoogterecord van 14.821 meter en later een record van een gemiddelde snelheid van 953,1 km per uur.
Tussen 1952 en 1955 trad het met vier Gloster Meteors uitgeruste demonstratie team "Ruiten Vier" op, afkomstig van het 327 squadron op Soesterberg.
Gedurende de periode dat de Gloster Meteor inzetbaar was vonden er talloze ongelukken plaats veelal met dodelijke afloop. Vanaf 1955 werd de Gloster Meteor geleidelijk uit dienst gesteld en vervangen door de Hawker Hunter.
Het Nationaal Militair Museum in Soesterberg heeft een Gloster Meteor F mk. IV en een T mk.VII in haar collectie.





woensdag 20 april 2016

Schokland van eiland naar polder.

drooggevallen haven Oud Emmeloord
Schokland museum












Emmeloord viel onder het gewest Holland, tussen 1614 en 1660 was de heerlijkheid Urk en Emmeloord in het bezit van het geslacht van de Werve, in 1660 kwam Emmeloord onder het bestuur van Amsterdam te liggen en werd door verschillenden Amsterdamse regenten bestuurd.
Ens was de naam van het zuidelijke deel van het eiland met twee woonterpen de Zuidert en Middelbuurt, Ens viel onder Overijssel.
In 1855 waren de bewoners van de Zuidert al naar Middelbuurt verhuisd en hadden hun woningen af moeten breken, dit vanwege het toenemende hoge water en landafslag.
In de Franse tijd in 1806 werden beide delen een bestuurlijk geheel onder de naam Schokland.
Beide delen hadden een eigen dialect, het noordelijke leek veel opdat van Urk dat van het zuidelijke of Ensers leek op het dialect van Huizen.
Het toen al straatarme Schokland werd op last van koning Willem III ontruimd, de visserij leverde toen al weinig meer op en er was geen landbouw, alles moest vanaf het vaste land worden aangevoerd, de terugkerende overstromingen gaven de genade slag voor het eiland en zijn nog toen nog 650 bewoners,  binnen 4 maanden moest het eiland worden ontruimd.
Het merendeel van de bewoners verhuisde naar Vollenhove en Brunnepe bij Kampen waar de Schokkerbuurt werd gebouwd.
De R.K.kerk van Emmeloord werd steen voor steen afgebroken en exact weer opgebouwd in Ommen. Op 10 juli 1859 was de gemeente Schokland opgehouden te bestaan de grond werd bij de gemeente Kampen gevoegd.
Na 1859 werd het eiland nauwelijks kleiner en namen de overstromingen t.g.v. stormen af.
De haven van (oud)Emmeloord bleef bestaan  er werd in 1915 zelfs een visafslag gebouwd ( tot de afsluiting van de Zuiderzee) in de zomer kwamen er dijkwerkers en rietsnijders naar het eiland.
Tot 1932 bleef Schokland een eiland in de Zuiderzee na de afdichting van de Afsluitdijk werd dit nu het IJsselmeer.
Na het droog vallen werd het nu voormalige eiland omringt door land , door het verlagen van de grondwaterspiegel is het eiland sinds de drooglegging 1,5 meter gezakt.
In de jaren 80 van de vorige eeuw verschenen er bij de inmiddels gerestaureerde kerk op de terp
bij Middelbuurt een aantal houten huizen in de zgn "Zuiderzee" stijl, hier werd het Schokland museum in gevestigd.
In 1995 werd Schokland aan de Unesco Werelderfgoedlijst toegevoegd.



maandag 18 april 2016

Stoomvaart Maatschappij Zeeland 1875-1988.

Stad Middelburg radar stoomschip

Wie nu vanuit Nederland per trein of auto via Hoek van Holland naar Engeland reist doet dit tegenwoordig met een veerboot van Stena Line.
Maar dit was voor 1989 anders toen was deze dienst in handen van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland. Vanuit elk willekeurig NS station kon men via Hoek van Holland oversteken naar Harwich in Engeland en daar vanuit een aansluitende verbinding  per trein tot in het hart van Londen reizen (Liverpool Street station).

De Stoomvaart Maatschappij Zeeland werd in 1875 opgericht om vanaf Vlissingen een veerdienst te onderhouden met Engeland, gedurende het bestaan van de S.M.Z.werden 7 verschillende Engelse havens gebruikt nl.: Sheerness, Queensborough, Port Victoria, Tilbury, Folkstone en Harwich, na de Tweede Wereldoorlog verplaatste de Nederlandse locatie zich van Vlissingen naar Hoek van Holland.

Op 26 juli 1875 werd de dienst geopend met het in dienst stellen van twee omgebouwde radarstoomschepen de Stad Middelburg en de Stad Vlissingen (beide schepen hadden dienst gedaan in de Amerikaanse Burgeroorlog).
Van de Nederlandse regering kreeg de S.M.Z. al gauw het alleenrecht op het vervoer van post naar Groot-Brittannië. De eerste schepen die specifiek voor de route werden gebouwd (in 1878) waren de prinses Marie en de prinses Elisabeth.
De S.M.Z. ondervond concurrentie van de Britse Spoorwegen die vanaf Engeland een soortgelijke dienst op Nederland onderhielden.
Twee schepen die net voor de Tweede Wereldoorlog werden geleverd de Koningin Emma en de Prinses Beatrix wisten naar Engeland te ontkomen en werden verbouwd en ingezet door de Royal Navy. Beide schepen werden na de oorlog in de oorspronkelijke staat teruggebracht en onderhielden vanuit Hoek van Holland de veerdienst op Engeland.
De route werd vanaf Engeland onderhouden met schepen van Sealink een dochter van British Rail.
In 1968 werd de eerste autoferry geleverd, de Koningin Juliana later gevolgd door de Koningin Beatrix, vanaf 1985 ging de S.M.Z. zich de "Kroonlijn" noemen.
In 1988 verkocht de Nederlandse regering haar 70% belang in de S.M.Z. aan de Zweedse Stena Line.
De Koningin Beatrix werd later omgedoopt tot Stena Baltica.
De Stena Discovery, Explorer en Voyager werden tussen 1997 en 2007 in dienst gesteld om de concurrentie aan te gaan met de Kanaaltunnel, maar de catamaran achtige snelle schepen voldeden niet, met storm kon niet worden uitgevaren, de schepen liepen snel schade op en de passagiers voelden zich niet veilig.
De dienst wordt tot op de dag van vandaag voorgezet met de Stena Hollandica en de Stena Britannica.

Koningin Beatrix het laatste schip van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland






vrijdag 15 april 2016

SpaceX: op weg naar goedkopere ruimtevaart via het ISS naar Mars.

Elon Musk voor de SpaceX Dragon.


SpaceX werd in juni 2002 opgericht door Elon Musk, medeoprichter van Pay Pal en CEO van Tesla Motors. Het hoofdkwartier is gevestigd in Hawthorne Californië met als doel nieuwe ruimtevaart technologie te ontwikkelen om tot een reductie van de ruimtevaart transportkosten te komen en om de mens in staat te stellen Mars te gaan koloniseren. Als eerste raket werd de Falcon-1 ontwikkeld een lichtgewicht raket die na drie mislukte lanceringen, het in 2008 en 2009 lukte een vracht in een baan om de aarde te brengen.
In december 2010 was SpaceX het eerste privébedrijf dat met succes een capsule, de "Dragon", kon lanceren en in een baan om de aarde kon brengen en het weer terug naar aarde kon brengen.
Op 22 mei 2012 volgde een testvlucht naar het ISS waarbij de capsule door André Kuipers gekoppeld werd en op 31 mei weer losgekoppeld, waarna het in de Grote Oceaan te recht kwam een tweede vlucht volgde op 8 oktober 2012.
In juni 2015 ontplofte een Falcon-9 op weg naar het ISS met een vracht capsule.
In december 2015 bracht een SpaceX Falcon-9 negen satellieten in een baan om de aarde daarna landde de stuwraket succesvol rechtop op aarde op 10 kilometer van de lanceerplaats Cape Canaveral.Op vrijdag 8 april 2016 werd een SpaceX Dragon gelanceerd vol met goederen voor het ISS, nadat er in de ruimte ontkoppeld was keerde de raket terug op aarde en landde op een platform in zee. Zondag 10 april bereikte de capsule met o.a. goederen en "Beam" het ISS.
"Beam" is een opblaasbare module die aan het ISS zal worden gekoppeld om daarna te worden getest als extra verblijf voor de bemanning. Raketten intact laten terugkeren is een belangrijke missie van SpaceX, hierdoor zullen de kosten aanzienlijk teruglopen, besparingen die kunnen oplopen tot tientallen miljoenen dollar per lancering.
Momenteel is SpaceX bezig met de ontwikkeling van de Space Heavy, een Falcon-9 met drie boosts trappen. Ook een bemande versie van de Dragon de Dragon V2 ligt in het verschiet, de Dragon V2 moet in staat zijn 7 personen naar het ISS te vervoeren, waarna het op land zal landen met behulp van kleine raket motoren.
SpaceX bouwt momenteel in Brownsville Texas aan een eigen lanceerinrichting, nu leaset SpaceX lanceerplaatsen op Cape Canaveral.
T.b.v. raketten die in de toekomst richting Mars zullen gaan ontwikkeld men een raketmotor die op methaangas en vloeibare zuurstof zal gaan werken, de Raptor.






woensdag 13 april 2016

Schokland van moeras naar eiland.

voetafdrukken ca. 2500 v.chr.
Schokland kerk  Middelbuurt











In het gebied dat na drooglegging in 1942 Noord-Oost polder is gaan heetten zijn door opgravingen sporen van menselijk aanwezigheid in de bodem teruggevonden.
Het bekendst zijn de voetafdrukken van de prehistorische mens die in 1984 werden gevonden en een van de oudste van Europa zijn (museum Schokland).
In de prehistorische tijd was dit gebied moerassig, de mens leefde op hoger gelegen zandruggen bij opgravingen werden botten gevonden van o.a. de Mammoet.
De oudste bewonerssporen gaan terug tot ca. 8.000 voor christus, het eiland Schokland geldt als een heel bijzondere archeologische vindplaats.Tussen 4.500 en 1.800 v.Chr. was deze plek zelfs vrijwel permanent bewoond en is onderverdeeld in een aantal fase's zgn. culturen:
4.500-3.400 v.Chr. Swifterbantcultuur
3.400-2.650 v.Chr. Trechterbekercultuur beter bekend als de hunnebed bouwers.
3.200-2.450 v.Chr. Enkelgrafcultuur individuele begravingen in grafheuvels.
2.500-2.000 v.Chr. Klokbekercultuur uit deze periode stammen de voetafdrukken.
2.000-1.800 v.Chr. Wikkkeldraadcultuur genoemd naar het aardewerk uit deze periode.

Door zeespiegelstijging werd het gebied steeds natter en gingen grote stukken land verloren, wat overbleef waren enkele eilanden die in de Romeinse tijd nog boven het water uitstaken.
Namelijk Urk en Schokland, beide eilanden maken nu deel uit van de Noord-Oost polder.
Al in de Romeinse tijd zijn er vermeldingen van zowel Urk als Schokland.
Schokland heeft als ondergrond veen, Urk kleileem.
Schokland was in de middeleeuwen veel groter, door zware stormen en zandafslag werd het eiland steeds kleiner.
Tot aan het begin van de 19e eeuw werd er gesproken van de eilanden Emmeloord en Ens waarmee het zelfde eiland werd bedoeld.
Emmeloord was het noordelijke deel dat onder Holland viel en Ens het zuidelijke deel viel onder Overijssel, de tweedeling zorgde ook voor religieuze verschillen Emmeloord bleef R.K. terwijl Ens protestant was geworden.
(wordt vervolgt)

maandag 11 april 2016

Jacob Roggeveen de ontdekker van Paaseiland.

Paaseiland.


Jacob Roggeveen werd op 1 februari 1659 in Middelburg geboren als zoon van een wiskundige, Arent Roggeveen en zijn vrouw Maria Storm.
De vader van Jacob was ook cartograaf bij de V.O.C. kamer in Zeeland en was geïnteresseerd in de Stille Zuidzee en Zuidland, toen vrij onbekend, hij ontwikkelde een plan voor een reis naar die streken maar door omstandigheden kwam het er niet van.
Jacob Roggeveen was van 1693 tot 1706 notaris in Middelburg en promoveerde in 1690 als doctor in de rechten aan de universiteit van Harderwijk, hij vertrok naar Indië waar hij van 1706 tot 1714 raadsheer voor de V.O.C. in Batavia was.
In 1715 keerde hij naar Middelburg terug waar hij een nogal omstreden boek voor die tijd, afkomstig van Pontiaan uit Hattem ging publiceren, Jacob werd Middelburg uitgezet en ging in Arnemuiden wonen waar hij ook het tweede en derde deel van het omstreden werk uitgaf.
Hij besloot, toen het hem te heet onder de voeten werd, het plan van zijn vader uit te voeren en Zeeland achter zich te laten.
Hij kreeg toestemming van de W.I.C. om een reis te maken naar het onbekende Zuidland, hij kreeg hiervoor de beschikking over drie schepen, op 1 augustus 1721 vertrok hij.
Hij rondde Kaap Hoorn en kwam in de Grote Oceaan, hij bezocht de Fernandes eilanden en bereikte op 5 april 1722 eerste Paasdag een onbekend eiland dat hij Paaseiland doopte, via de Genootschapseilanden en Samoa waar een van de drie schepen zonk bereikte hij Batavia.
In Batavia aangekomen werden zijn schepen in beslag genomen en werd Roggeveen en zijn bemanning in de gevangenis geworpen. De V.O.C. beschuldigde Roggeveen (werkend voor de W.I.C.) dat hij het monopolie van de V.O.C. had doorbroken,na enige tijd werden zij met een retour vloot van de V.O.C. naar huis teruggestuurd.
Roggeveen arriveerde op 4 juli 1723 op Texel, hij had Paaseiland ontdekt en niet het Zuidland, zijn missie was mislukt.
In Middelburg ging hij weer (omstreden) boeken uitgeven, hij overleed in Middelburg op 31 januari 1729.

Jacob Roggeveen

vrijdag 8 april 2016

de Haringvlietdam.

Haringvlietdam      (rws)


De bouw van de Haringvlietdam werd in 1958 begonnen en in 1971 voltooid.
De dam die loopt tussen Goeree Overflakkee en Voorne Putte is 5 kilometer lang, en heeft twee functies: de dam moet bescherming geven tegen een toekomstige watersnoodramp, ten tweede moet de dam zorgen voor de afvoer van het Rijn- en Maaswater in de Noordzee.
De dam kent daarom openingen, 17 in totaal, die er voor zorgen dat het water van de Nieuwe Waterweg naar de Noordzee stroomt, omdat de openingen zowel open als dicht kunnen kan op deze manier ook de hoeveelheid water worden geregeld die de Noordzee instroomt, de spuisluizen kunnen 25.000 kubieke meter water per seconde door laten.
Voor de scheepvaart werd er tevens een schutsluis aangelegd.

In een omdijkte bouwput van 1.400 meter lang, 600 meter breed en 10 meter breed werd het water weg gepompt, daarna werden er 22.300 betonnen palen geheid, sommige van wel 20 meter lang, daarop werd een drie meter dikke betonlaag aangelegd, hierop werden de pijlers geplaatst met er tussen de liggers waaronder grote stalen armen werden aangebracht, armen die de sluizen kunnen bewegen.
De schuiven werden 56 meter lang en 6 meter hoog. In de 17 openingen kwamen 34 schuiven aan beide zijde een. Toen men in 1966 klaar was liet men de bouwput vollopen.
Voor de afdamming van de rest de gaten (ten noorden en ten zuiden van de sluizen) werd gebruik gemaakt van de z.g.n. kabelbaan methode.
In een aantal pijlers werden speciale tunnels gemaakt waardoor vissen van het Haringvliet naar de Noordzee kunnen zwemmen of andersom.
Tot slot werd de 5 kilometer lange Haringvlietdam voorzien van een weg, de N57 met 2x2 rijstroken.
Op 15 november 1971 opende koningin Juliana de Haringvlietdam.


woensdag 6 april 2016

Het einde van de Koninklijke Nederlandse Munt?

Koninklijke Nederlandse Munt Utrecht.

Er komen moeilijke tijden aan voor de Koninklijke Nederlandse Munt, zal het bedrijf in 2017 door kunnen gaan of verdwijnt het uit Utrecht of misschien wel uit Nederland? Worden de Nederlandse munten straks in het buitenland geproduceerd? Terugblikkend is er in de stad Utrecht op het gebied van het slaan van munten meer dan 1.000 jaar activiteit geweest.
De eerste Utrechtse munten werden in Dorestad het huidige Wijk bij Duurstede geslagen en wel in de eerste helft van de 7e eeuw, het waren zgn. gouden tremissis, later werden er zilveren penningen op naam van Karel de Grote en Lodewijk de vrome geproduceerd.
In 937 werd door Keizer Otto I aan het bisdom Utrecht ten tijde van bisschop Balderik het recht verleend om geld te slaan, de Utrechtse bisschoppelijke geldstukken werden ook in Deventer en Hasselt geslagen.
Na 1528 kwam het muntrecht in handen van keizer Karel V de nieuwe heer van Utrecht.
In 1567 kwam er weer een munthuis in Utrecht dat op verschillende locaties werd gevestigd, de Muntstraat herinnert nog aan een vroegere locatie van het munthuis, in 1579 werd de zgn. landsheerlijke munt omgezet in een provinciale munt.
Veel grote handelssteden hadden hun eigen munthuis zoals: Amsterdam, Breda, Deventer, Enkhuizen, Nijmegen, Leiden Kampen, Zwolle en Zutphen ook deze gingen over naar de provinciale munt. Het munthuis van Utrecht was destijds het best uitgeruste munthuis van de Nederlanden en werd daarom als vestigingsplaats aangewezen.
Na de totstandkoming van het Koninkrijk der Nederlanden in 1814 werd het bedrijf omgedoopt tot 's Rijksmunt, in 1902 kwam het bedrijf onder toezicht van het ministerie van financiën en werd in 1912 een staatsbedrijf.
Begin 20ste eeuw was het munthuis gevestigd aan de Oudegracht later in 1911 werd aan de Leidseweg een bouwwerk in neorenaissance stijl betrokken.
In 1994 werd het bedrijf verzelfstandigd met de staat als enige aandeelhouder de Nederlandse Munt N.V. op 15 oktober 1999 als Koninklijke Nederlandse Munt.
Naast reguliere euromunten worden ook herdenkingsmunten uitgegeven in afwijkende nominale waarden, deze munten zijn alleen wettig betaalmiddel in het land van uitgifte.
Tevens worden er bij de munt de koninklijke onderscheidingen gefabriceerd.
Het Nederlandse Muntmuseum dat tot 2004 deel uit maakte van de munt ging na de fusie met het Koninklijk Penning kabinet als Geldmuseum verder, in oktober 2013 werd dit wegens stopzetting van subsidie door het Rijk gesloten.
Behalve munten voor Nederland worden deze ook geslagen voor Luxemburg, Malta, Aruba en de Nederlandse Antillen(St. Maarten en Curaçao).
Een grote order voor Chili heeft de Koninklijke Nederlandse Munt in de rode cijfers gebracht waarbij niet moet worden uitgesloten dat dit begin 2017 tot een faillissement zal leiden.
Financiën probeert nu de Munt te verkopen, waarbij ook wordt aangedragen dat er door de Munt steeds minder muntgeld wordt aangemaakt omdat men tegenwoordig op andere manieren betaald,
wel vreemd als je bedenkt dat het grootste deel van het muntgeld in de portemonnee uit het buitenland komt. Spannende tijden voor de Koninklijke Nederlandse Munt.

goud gulden Frederik van Blankenheim 1393-1423












maandag 4 april 2016

Nederlandse lichtschepen.


 

Lichtschip Noord-Hinder

Het lichtschip werd op zee gebruikt op plaatsen waar de bouw van een vuurtoren niet mogelijk was en waar gevaar voor de scheepvaart was vanwege de ondieptes ter plaatse.
Het eerste lichtschip ooit de "Nore"werd in 1732 uitgelegd in de monding van de Thames, in Nederland werd in 1814 het eerste lichtschip uitgelegd (de Schuytezand)  bij het Vlie.
Nederlandse lichtschepen werden op acht posities in de Noordzee uitgezet van Noord naar Zuid waren dit: Doggersbank-Noord,Doggersbank-Zuid, Terschellingerbank, Haaks/Texel, Maas, Goeree, Schouwenbank en Noord-Hinder.Het eerste lichtschip dat speciaal als lichtschip werd gebouwd was de Noord-Hinder uitgelegd op de Noordhinderbank in 1858, in 1881 volgde de Terschellingerbank en Schouwenbank in 1890 en 1891 gevolgd door Haaks en Maas.
Al de lichtschepen die vanaf 1880 in dienst kwamen werden genummerd en konden van positie en naam worden veranderd.
1 werd in 1881 op de Rijkswerf Amsterdam gebouwd en was van hout het werd in 1935 gesloopt.
2 werd in 1881 op de Rijkswerf Amsterdam gebouwd en was van hout het werd in 1935 gesloopt.
3 werd in 1883 gebouwd op de Rijkswerf Amsterdam en in 1935 opgelegd.
4 werd in 1891 gebouwd op de Rijkswerf Amsterdam.
5 werd in 1892 gebouwd op de werf de Nachtegaal Amsterdam diende als  reserve schip, vanaf 1930: Schouwenbank na de Tweede Wereldoorlog uit Duitsland teruggekeerd.
6 werd in 1901 gebouwd werf Ceuvel staal met houten  en zinkbekleding in 1941 naar Kiel gesleept.
7 werd in 1909 gebouwd bij Wilton Feijenoord Rotterdam, was het eerste stalen schip, deed van 1910 tot 1965 dienst was in de oorlog walschip in Kiel.
8 werd in 1922  gebouwd bij Schuyt Papendrecht was het enige schip dat op eigen kracht kon varen.
9 werd in 1933  gebouwd bij Rijkswerf Willemsoord als Terschellingerbank door de Duitsers als luchtafweerplatform gebruikt en door Engelse vliegtuigen tot zinken gebracht.
Na de Tweede Wereldoorlog werden er nog drie schepen gebouwd de no' s 10, 11 en 12.
10 en 11 beiden gebouwd op de Rijkswerf Willemsoord, werden in 1952 resp. 1953 uitgelegd.
12 werd in 1962 bij de Waal in Zaltbommel gebouwd en was in 1963 klaar.
De bemanning (11 man) bestond uit: gezagvoerder, stuurman, hoofdmachinist, drie machinisten, 3 matrozen/ lichtwachters, kok, en scheepsjongen. Tot de taken behoorden: continue uitkijk, waarnemingen t.b.v. het KNMI. De bemanning werd 1 maal per maand afgelost later werd dit 1 maal per twee weken, tijdens de aflossing door meestal een betonningsvaartuig werden de  voorraden aangevuld.
Goeree werd in 1971 binnengehaald omdat het lichtplatform Goeree in gebruik genomen werd, in 1975 onderging Terschellingerbank het zelfde lot.
De schepen 10, 11 en 12 werden tussen 1976 en 1983 geautomatiseerd en werden afwisselend op de positie Noord-Hinder en Texel uitgelegd. De Texel no.11 sloeg tijdens de storm van 1991 los en strandde bij Petten en werd gesloopt, het schip werd vervangen door no.10, in 1992 werd dit schip binnengehaald en vervangen door een grote boei, op 21 maart 1994 werd het laatste lichtschip no.12 op positie Noord-Hinder binnengehaald en vervangen door een boei.
Twee lichtschepen zijn bewaard gebleven als museumschip de "Texel" in den Helder, en de "Noord-Hinder" in Hellevoetsluis.




vrijdag 1 april 2016

Gevlogen boven Nederland: de Hawker Hunter.

Hawker Hunter F mk.6  325 squadron Soesterberg


De Hawker Hunter werd in de tweede helft van de veertiger jaren ontworpen door het team van Sir Sydney Camm (ontwerper van de Hawker Hurricane).
Het toestel had een pijlvleugel met een hoek van 35 graden en een straalmotor met luchtinlaten in de vleugelwortels. De eerste vlucht van het prototype P. 1067 vond plaats op 20 juli 1951.
Op 7 september 1953 verbrak een aangepast prototype met Neville Duke als testvlieger het wereldsnelheidsrecord.
Beroemd was het RAF demonstratieteam "the Black Arrows" met 22 Hawker Hunters in formatie en meer van recenter datum de "de Patrouille de Suisse". In totaal werden er 1.972 Hunters gebouwd.

De luchtmachten van België en Nederland zochten een opvolger voor de Gloster Meteor, in 1953 werd de Hawker Hunter door 4 ervaren vliegers aan de tand gevoeld, met goed resultaat.
Er werd een consortium opgericht waarin Fokker, SABCA en Avions Fairey gingen samenwerken en in licentie de Hawker Hunter gingen bouwen.
De Koninklijke Luchtmacht kreeg de beschikking over 96 mk.4 Hawker Hunters met een Rolls Royce Avon mk.120 motor met 3.630kg stuwkracht.
De eerste 6 Hunters werden in het Verenigd Koninkrijk gebouwd de overige door Fokker die tussen februari 1956 en november 1957 werden afgeleverd.
In 1957 werd de productie gestart van de eerste van in totaal 93 Hawker Hunters mk.6, de aflevering werd in 1959 afgerond. Om aan de zwaardere eisen voor onderscheppingsjagers te kunnen voldoen
werden onder de vleugels van de Mk.6 ophangpunten gemaakt om de Sidewinder te kunnen meevoeren.
De trainingsversie van de Hunter de T Mk.7 werd in het verenigd Koninkrijk gebouwd en in de jaren 1958, 1959 afgeleverd, 20 stuks in totaal.
De Hunters van het 322 squadron zijn van 1960 t/m 1962 gestationeerd geweest op Biak in het voormalig Nederlands Nieuw Guinea, de toestellen werden er heen getransporteerd door het vliegkampschip de Karel Doorman.
In eerste instantie waren ook de Hunters van een squadron code voorzien:
322 squadron   code 3W      donkerblauw              Soesterberg, Biak
323 squadron   code Y9       lichtblauw                  Leeuwarden
324 squadron   code 3P        oranje                         Leeuwarden, Twenthe, Leeuwarden
325 squadron   code 4R       geel                            Leeuwarden, Soesterberg
326 squadron   code 9I         rood                           Woensdrecht, Soesterberg
327 squadron   code 7E        rood                           Soesterberg

Op 27 augustus 1968 vertrokken de laatste vier Hunters vanaf de vliegbasis Soesterberg naar Dunsfold in het Verenigd Koninkrijk.
De squadrons 322 & 323 gingen over op de F-104G Starfighter, het 3325 squadron werd gedeactiveerd, de squadrons 324, 326 en 327 werden Geleide Wapen squadrons en in West Duitsland gestationeerd.
De N-122 en N-144 maken deel uit van de collectie van het Nationaal militair Museum in Soesterberg.
Sinds 2005 vliegt de Dutch Hawker Flight vanaf de vliegbasis Leeuwarden met twee ex RAF Hunters een Mk.6 en een Mk.8c.