vrijdag 29 januari 2016

Vuurtorens in Nederland (19) Vlieland.

Vuurtoren Vlieland.


De grond van West-Vlieland was, in tegenstelling met vandaag de dag, in de middeleeuwen een landbouwgebied. Monniken van Lidingakerke transporteerden turf en landbouwproducten via de zgn. Monnikensloot van en naar Texel. 
Doordat de stroming door het Eierlandergat (tussen Texel en Vlieland) alsmaar sterker en nauwer werd, werd uiteindelijk het dorp West End op Vlieland en de bijbehorende landbouwgronden weggevaagd. 
Het vruchtbare gedeelte (West) veranderde in een strandvlakte, het huidige Vliehors.
In 1924 overwoog de provincie Noord Holland het eiland te ontruimen, de kosten voor de kustverdediging waren te hoog en de bevolking te laag.
Door financiële tussenkomst van Rijkswaterstaat bleef het dorp Oost-Vlieland en het eiland behouden.
Al eeuwen brandde er op het hoogste punt van het eiland (40 meter) het zgn.Vuurboetsduin t.b.v. de scheepvaart een vuur, de oudste verwijzing dateert van 1462, in 1573 is er zelfs sprake van twee vuurbakens.
Het departement van de Marine ging zich met het vuurbaken bemoeien en zag toe op het goed functioneren van het vuur en zorgde voor de aanvoer van brandstof.
In 1835 werd het kolenvuur vervangen door een lantaarn, in 1836 werd er een ronde stenen toren gebouwd, de toren werd later verbouwd waarbij er een extra verdieping bij kwam, rond 1886 waren er vijf lichtwachters in dienst.
In 1909 werd besloten de stenen toren te vervangen door een gietijzeren exemplaar.
Omdat in IJmuiden de gietijzeren toren moest worden verlaagd werden de bovenste drie verdiepingen met lantaarn en optiek naar Vlieland gebracht.
Doordat Vlieland in 1918 als laatste gemeente in Nederland op het elektriciteitsnetwerk kwam, was men in staat in 1920 ook de vuurtoren hierop aan te sluiten.
Omdat de vuurtoren geen patrijspoorten had werd in 1912 ter hoogte van de omloop van de toren een uitkijkhuisje geplaatst, in 1928 werd het vervangen door een groter uitkijklokaal.
In de Tweede Wereldoorlog werd de toren door de Duitsers gebruikt als uitkijkpost, de lichtinstallatie werd in 1944 tijden een luchtaanval zwaar beschadigd.
De toren die slechts 17 meter hoog is werd in 1980 Rijksmonument, in 1986 werd de lantaarn vervangen door een nieuw exemplaar.
Vanaf 1991 is de vuurtoren opengesteld voor het publiek.
   

donderdag 28 januari 2016

Martin van Buren, president van de Verenigde Staten met Nederlandse roots



Martin van Buren



De Amerikaanse voorverkiezingen zijn inmiddels begonnen, maandenlang trekt een media circus van de ene staat naar de andere staat, kandidaten van de Democratische of Republikeinse partij proberen kiesmannen te verzamelen voor de partijconventie, waarna bij beide partijen uiteindelijk ieder 1 kandidaat zullen voordragen voor de verkiezingen op 8 november. Wie zal het worden? Tegenwoordig is het stemvolume belangrijker dan het intellect van de kandidaat.  Uit de tijd van het sigarenbandjes verzamelen herinner ik mij de serie Amerikaanse presidenten, kwam er een nieuw bandje bij dan dook ik in de encyclopedie om meer over de presidenten te weten te komen. Zo kwam ik presidenten tegen afkomstig uit Nederlandse immigranten: Theodore en Franklin Delano Roosevelt, maar ook de minder bekende president Maarten van Buren.
Martin van Buren werd op 5 december 1782 (6 jaar na de onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde Staten) geboren in Kinderhook, New York State als zoon van een  boer en herbergier, zijn betoudovergrootouders waren afkomstig uit Buurmalsen en in 1631 geïmmigreerd.
Hij volgde openbaar onderwijs aan de Kinderhook Academy, hij studeerde rechten in New York City, na zijn afstuderen, hij was toen 25 jaar,werd hij praktiserend advocaat in Kinderhook, New York.
Naar het schijnt sprak hij nog Nederlands.
In 1814 werd hij voor de Democratische-Republikeinse  partij in de senaat van New York gekozen, in 1821 volgde de Senaat van de Verenigde Staten, in 1828 werd hij gouverneur van New York.
Hij zette zich in om Andrew Jackson in het Wittehuis te krijgen en zorgde er voor dat Jackson, Calhoun en W.H. Crawford gingen samen werken in een politieke eenheid: de Democratische partij, de partij die Jackson in 1828 het presidentschap bezorgde.
van Buren werd voor zijn inspanningen beloond en in 1829 tot minister van buitenlandse zaken benoemd, gedurende de tweede termijn van Jackson werd hij Vice-president. Hij kreeg verschillende bijnamen zoals: de kleine tovenaar, de rode vos van Kinderhook.
Zijn loyaliteit jegens Jackson maakte hem de gedoodverfde opvolger als president.                         Zijn presidentschap dat in 1837 begon, werd overschaduwd door de depressie van 1837 waarbij 618 banken failliet gingen. In de spanningen rond de slavernij in het Congres koos van Buren de middenweg waarbij hij de slavernij betreurde en de slavernij in het zuiden toeliet.
Onder zijn presidentschap werden de grenzen met Canada definitief vast gesteld.
Zijn politieke val kwam met de onpopulaire oorlog met de Seminoles een indianenstam in Florida waarbij hij weigerde Texas te annexeren.
Bij de verkiezingen werd hij verslagen door William Henry Harrison, van Buren keerde met zijn familie naar Kinderhook terug waar hij op 24 juli 1862 overleed.
Lang voordat de Burgeroorlog zou uitbreken had van Buren de profetische uitspraak gedaan:"Het einde van de slavernij zal komen, te midden van vreselijke beroeringen, maar het einde zal komen".













woensdag 27 januari 2016

Gevlogen boven Nederland: Fokker S-14 Machtrainer, Nederlands enigste straaljager.

Fokker S-14 Machttrainer

De S-14, de "S" stond voor scholing, was bestemd voor de opleiding van toekomstige jachtvliegers.
De werkzaamheden aan het prototype werden op 2 oktober 1948 gestart.
De machine was op 19 mei 1951 gereed voor zijn eerste proefvlucht en voorzien van militaire kentekens met registratie K-1.
Het werd het eerste als trainer ontworpen straalvliegtuig ter wereld, waarbij piloot en leerling naast elkaar in de cockpit zaten.
De hoofdtaak van de S-14 was piloten  bekend te maken met het vliegen van straalvliegtuigen.
In 1952 verkreeg Fairchild de licentie rechten voor de V.S., Fairchild verwachtte de trainer te kunnen verkopen aan de U.S. Air Force.
Voor promotie doeleinden vertrok de L-4 in 1955 voor een tour door de V.S.
Tijdens deze tour op 20 oktober, stortte het toestel in de buurt van Hagerstown neer, waarbij de bekende Fokker testpiloot Gerben Sonderman om het leven kwam.
De U.S. Air Force had na dit ongeluk geen interesse meer.
Toen de NAVO landen via het MDAP programma de T-33 straaltrainer gratis konden krijgen, waren de kansen voor de S-14 op de buitenlandse markt verkeken.
Het demonstratievliegtuig van Fokker de K-1 werd op 21 augustus overgedragen aan het Nationaal Lucht & Ruimtevaart Laboratorium. Na buiten dienststelling ging het toestel naar het Aviodome op Schiphol, later Aviodrome op Lelystad.

De Koninklijke Luchtmacht kreeg de beschikking over 20 toestellen waarvan er een , de L-4, al voor ingebruikname in de V.S. was gecrasht.
Op 20 augustus 1955 arriveerde de eerste S-14, de L-1 op de vliegbasis Twente.
De overige toestellen kwamen in de loop van 1955 in dienst; de toestellen waren genummerd: L-1 t/m L-20.
De S-14 vloog bij de Jachtvliegschool op Twente, de conversievlucht van het 700 squadron ook op Twente en was tevens gestationeerd op Soesterberg, Ypenburg en Woensdrecht voor instrument vliegen, kalibratie vluchten en het bijhouden van de vliegvaardigheid van stafofficieren.
De S-14 Machtrainer verliet in 1967  de operationele dienst.
De L-11 maakt nu deel uit van de museumcollectie van het Nationaal Militair Museum op Soesterberg. De L-17 staat opgeslagen op de vliegbasis Gilze-Rijen.

maandag 25 januari 2016

Het Loodswezen.

loodsbotter Texelstroom 1906.


Loodswerk werd in het verre verleden verricht door ter plaatse zeer goed bekende lokale vissers, die zich bij de zeeschepen aanboden om de kapitein te assisteren bij het binnenvaren van havens en moeilijk begaanbare (binnen)wateren.
Zij hadden hiervoor een snel schip nodig waar de vissersboot uitstekend aan voldeed op deze manier verdiende de visser er wat aan geld bij.
In de Franse Tijd kwam de verantwoordelijkheid voor het loodswezen geheel bij het departement van Marine te liggen.
Loodswezen en vaarwegmarkering vielen onder een bestuur opgesplitst in een Noordelijk en Zuidelijk departement in 1830 samengevoegd tot een afdeling onder een Inspecteur Generaal, wat overigens in Groot Brittannië al sinds Hendrik VIII (1514) met de oprichting van Trinity House was bereikt.
In de eerste helft van de 19 eeuw waren er in Nederland voor het loodsen van zeeschepen twee soorten loodsen: staatsloodsen en loodsen die lid waren van particuliere loodsen verenigingen, in de praktijk een onwerkbare situatie.
Alleen op de binnenwateren waren particuliere loodsen werkzaam, veelal oud schippers die bekend waren met het plaatselijke vaarwater.
In 1859 werd de Loodsenwet van kracht en ontstond een nieuwe organisatievorm een Rijksloodswezen waarin Staats en particuliere loodsen werden samengevoegd, het kwam te resulteren onder het ministerie van Marine later Defensie en werd op den duur een sluitpost van de begroting wat weer resulteerde in zuinigheid en gebrek aan inzicht.
In 1958 gingen de loodsen zich organiseren, in 1982 werd een rapport uitgebracht waarin werd voorgesteld dat privatiseren een goede optie zou zijn en wat in 1988 dan ook geschiedde.



vrijdag 22 januari 2016

Vuurtorens in Nederland (18) Brandaris Terschelling.

Vuurtoren Brandaris Terschelling


Wie op weg is naar Terschelling of Vlieland ziet vanaf de verte de Brandaris op doemen als een 55,5 meter hoge reus toornt hij boven West Terschelling uit.
De Brandaris is de bekendste en ook nog oudste brandende vuurtoren van Nederland.
De geschiedenis van de huidige Brandaris gaat terug naar de 14e eeuw en heeft twee voorgangers gekend.
Terschelling ligt strategisch gelegen aan de monding van het Vlie heel lang een van de belangrijkste waterwegen in Nederland.
Een goede bebakening was voor de Hansestad Kampen van groot belang gezien de positie van de stad in het scheepvaart verkeer naar de Oostzeelanden.
Kampen en Terschelling sloten in 1323 een overeenkomst over het oprichten van een baken op het west einde van het eiland.
Het baken was opgetrokken uit kloostermoppen en hout op het baken werden vuren gestookt.
Het nabijgelegen dorp Sinte Brandasius (het huidige West Terschelling) gaf zijn naam aan de toren.
De eerste Brandaris was een eind landinwaarts gebouwd maar door kustafslag kwam de zee steeds dichterbij, in maart 1593 verdween de toren in de golven.
Men was toen al gevorderd met de bouw van een nieuwe toren maar door constructiefouten en haast stortte de tweede Brandaris in hierbij kwamen zes mensen om.
In 1594 werd met de bouw van de huidige Brandaris begonnen, er werd gebruik gemaakt van de fundering van de vorige vuurtoren aannemer werd Pieter Albertsz. Clock uit Medemblik.
De toren die werd opgeleverd zo blijkt na 400 jaar is van goede kwaliteit.
De lantaarn op de toren bleek niet genoeg lichtsterkte te hebben, er werd toen voorgesteld op de toren een vuur te branden wat niet gebeurde, in de de nabij gelegen duinen ("Kooltjesduin") werd rond 1620 een vuurboet aangelegd enige tijd later wat verderop nog een.
Pas in 1835 werden beide afgebroken toen de Brandaris een beter licht kreeg,op de bovenste verdieping werden tevens lichtwachters en officiersverblijven gebouwd (met ijzeren vloeren).
In 1835 werd een lantaarn en lichttoestel geplaatst, het draailicht werd in september van dat jaar ontstoken, het draailicht was nieuw in Nederland en gaf veel problemen.
In 1864 werd een nieuw lichthuis geplaatst, het oude verhuisde naar de toren van Texel.
In 1906 werd de Brandaris van elektriciteit voorzien door generatoren die in een machinehuis aan de Noordzijde van de toren werden geplaatst.
De eerste door Philips ontworpen gloeilamp voor vuurtorens werd op 13 juli 1920 in gebruik genomen. De Brandaris werd in 1965 Rijksmonument. In 1979 werd de vuurtoren grondig gerestaureerd op de top van de toren werd een groter uitkijk lokaal gebouwd ook werd er een elektrische personeelslift geplaatst en kwam er een radar installatie.
Het huidige licht heeft een reikwijdte van 54 kilometer. De Brandaris is 24 uur per dag bemand, 
en is sinds 1989 door het ministerie van Verkeer en Waterstaat benoemd tot "meldpunt Waddenzee".
De eerste verdieping, bereikbaar via een stenen wenteltrap, is aangegeven als locatie voor het voltrekken van huwelijken.

woensdag 20 januari 2016

18 januari 1677, sterfdag Jan van Riebeeck.

Jan van Riebeeck.



Johan Anthonisz van Riebeeck werd op 21 april 1619 in Culemborg als zoon van een chirurgijn geboren. Als leerling chirurgijn is hij in dienst van de W.I.C. en de Noordsche Compagnie en is in Brazilië en Groenland geweest.
Op 20 jarige leeftijd treedt hij als onder chirurgijn in dienst van de V.O.C. die hem uitzend naar Batavia het huidige Jakarta.
Vanuit Batavia wordt hij uitgezonden naar onder  meer Atjeh, Taiwan, Japan en Vietnam, in Vietnam maakt hij zich schuldig aan het voeren van "privé handel".
In 1648 is hij terug in Amsterdam en is er werkzaam als koopman, op 24 december 1651 vertrekt hij vanaf Texel samen met zijn vrouw en zoon naar Zuid Afrika.
De V.O.C. heeft hem naar Kaap de Goede Hoop gezonden om daar een verversingsstation in te richten( al eerder waren in 1488 de Portugezen onder Bartolomeus Diaz daar geweest).
Op 6 april 1652 land van Riebeeck aan boord van de Dromedaris in de Tafelbaai, dezelfde baai waar Robbeneiland ligt (drie eeuwen later zit Nelson Mandela hier 27 jaren gevangen).
van Riebeeck sticht het Fort Duijnhoop, de eerste Nederlandse nederzetting aan de Kaap de Goede Hoop.  De compagnie tuinen worden aangelegd om er fruit en groente te verbouwen.
In het jaar van van Riebeeck's aankomst verrijst het fort Goede Hoop als woning-voorziening voor de V.O.C.-ers. Het "kasteel Goede Hoop" vervangt het fort in latere jaren ( nu museum).
Tot 1662 blijft van Riebeeck leider van de Kaapse kolonie, hij ontwikkeld banden met de "Hottentotten" de Khoi Khoi bevolking, er vindt ruilhandel plaats, deze handelsbetrekkingen blijven eeuwen lang bestaan.
van Riebeeck verlaat Kaapstad om gouverneur van Malakka te worden later keert hij in oktober 1665 terug naar Batavia waar hij secretaris van de Hoge regering van Indië (raad van Indië)wordt tot aan zijn dood, hij sterft op 18 januari 1677 in Batavia.
Lokale Afrikaners beschouwen van Riebeeck als de oprichter van hun land, Kaapstad bleef tot 1795 Nederlands waarna het tot 1803 Brits werd, tussen 1803 en 1806 werd het opnieuw Nederlands waarna het gedaan was met de Nederlandse aanwezigheid rond Kaapstad.
In Culemborg is het museum Jan van Riebeeck huis gevestigd.

Abraham van Riebeeck werd in Kaap de Goede Hoop geboren als zoon van Jan van Riebeeck, in 1709 wordt hij Gouverneur-generaal van Nederlands-Indië.






maandag 18 januari 2016

Hudson's Bay Company overname kandidaat Vroom & Dreesmann ?





Koninklijke oprichtingsakte 1670













Door een mogelijke overname van de winkelketen Vroom & Dreesmann door de Canadese Hudson's Bay Company werd mijn aandacht getrokken naar dit Canadese bedrijf.

"The Govenor and company of adventurers of England trading into Hudson's Bay", is het oudste bedrijf van Canada en het op een na oudste van Noord-Amerika.
Het bedrijf domineerde vanuit zijn York factory aan de Hudson baai  de pelshandel waarbij het net als de Nederlandse V.O.C. en W.I.C. als overheid optrad.
Het was op enig moment de grootste landeigenaar van de wereld (15% van de landoppervlakte van Noord Amerika).
De Hudson's Bay Company onderhield banden met de indianen en had een netwerk van handelsposten in West Canada en ook in de Verenigde Staten.
Aan het einde van de 19e eeuw werd het land overgedragen aan het Dominion of Canada, het gebied dat later in Canada bekend zou worden als de North-West Territories.
De Fransen bezaten in de 17e eeuw het monopolie op de bonthandel in Canada, het waren twee Fransen Radisson en Groseilliers die de fundatie legden voor de Hudson's Bay Company.
Voor hun expedities ging men op zoek naar financiers, via Boston kwam men in Londen terecht en kregen daar de hulp van de neef van koning Charles II prins Rupert, er werd een expeditie uitgerust men trok naar James Bay waar in 1668 het eerste fort werd gevestigd.
Men verkreeg een gebied dat alle rivieren en stromen die op de Hudson Bay uitkwamen bevatte,
het gebied werd Ruperts land genoemd, tijdens de oorlog met Frankrijk tussen 1668 en 1713 probeerde Frankrijk aanspraak te maken op het gebied, waar het bij het verdrag van Utrecht vanaf zag.  De Hudson's Bay Company heeft in haar bestaan een eigen wapen en vlag gehad, het gaf eigen geld uit en heeft tot op vandaag de dag een gouverneur aan het hoofd.
Pas in 1970 werd de hoofdzetel van Londen naar Toronto verplaatst.
Na de verkoop van de gronden ging de Hudson's Bay Company zich toe leggen op de exploitatie van warenhuizen en de winning van olie en gas.
In de tweede helft van de 20ste eeuw werden meer winkelketens toegevoegd aan de Hudson's Bay Company, huidige eigenaar is het investeringsbedrijf NRDC Equity Partners.
Laatste aankopen zijn het Duitse Kaufhof en het Belgische Metro, wellicht dat Vroom & Dreesmann hier aan kan worden toegevoegd?






vrijdag 15 januari 2016

Vuurtorens in Nederland (17) Ameland.

vuurtoren Ameland



Ameland was in de late middeleeuwen groter dan dat het nu is.
De Middelzee bestond nog, Leeuwarden was een kustplaats met een zeehaven.
Op West Ameland aan de monding van de Middelzee bevond zich het dorp Sier dat in die tijd een vuurbaken had (Sier verdween later onder het duinzand).
In de 13e eeuw verzandde de Middelzee, de monding hiervan is bekend als het Borndiep.
Eeuwenlang bestond de bebakening uit kapen, de eerste dateert uit omstreeks 1300.
Ameland was heel lang een "vrijheerschap" tot 1681 werd Ameland door de familie Cammingha bestuurd in 1704 kocht J.W. Friso erfstadhouder van Friesland het eiland, in 1801 werd een eind gemaakt aan de status "vrijheerlijkheid", de titel echter wordt nog steeds door de Oranjes gebruikt.
Tot 1828 diende de Cammingha state in de omgeving van Ballum als baken voor de scheepvaart, het slot werd in 1828 afgebroken in plaats hiervan verscheen op deze plaats een houten kaap.  
Het Borndiep ten westen van Ameland is verraderlijk water, in 1876 werd ten noord westen een klein vuur geplaatst, 11/2 km ten zuiden van dit vuur werd t.b.v. de vissers een achtkantig lichthuis op een ijzeren geraamte geplaatst, het licht bleek te zwak.
In opdracht van Koning Willem III werd in 1880-1881 een gietijzeren toren geplaatst door de architect Q. Harder.
De fundering bestond uit granieten platen en kleine metselstenen.
De toren waarvan het licht op 55 meter hoog staat heeft 14 verdiepingen en telt 236 treden, naast de toren verschenen drie lichtwachters woningen.
Op 10 mei 1881 werd het licht voor het eerst ontstoken.
In 1923 werd de toren geëlektrificeerd en voorzie van een 80 watt Brandarislamp.
In 1940 werd de optiek op last van de Marine vernietigd, tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de toren door de Duitsers als uitkijkpost gebruikt.
Na de oorlog kreeg de toren tot 1952 een hulplicht na 1952 vervangen door de optiek van de betonnen vuurtoren van Ouddorp die op het eind van de oorlog door de Duitsers was opgeblazen.
In 1982 werd de vuurtoren Rijksmonument.
Op 1 januari 2005 werd de laatste vuurtorenwachter vervangen door een infraroodcamera.
Rijkswaterstaat verkocht in 2004 de toren aan de gemeente Ameland die het beheer in handen gaf van de Stichting Amelander Musea.
De rood witte toren ook wel de vuurtoren Bornrif genaamd is op woensdag, zaterdag en zondag middag opengesteld voor het publiek. 

woensdag 13 januari 2016

Gevlogen boven Nederland de Canadair NF-5.

Canadair NF-5A 

De Canadair NF-5A is een lichte jachtbommenwerper ontworpen en in eerste instantie gebouwd door Northrop in de Verenigde Staten en werd door het Canadese Canadair in licentie gebouwd.
De F-5A was ontwikkeld als een goedkoop export vliegtuig dat weinig onderhoud nodig had, wendbaar was en over goede vliegeigenschappen beschikte.
De eerste vlucht vond plaats op 30 juli 1959. Een tweezits versie werd ontwikkeld als opvolger van de T-33 T-bird. De toestellen die bij Canadair werden gebouwd hadden t.o.v. de Amerikaanse toestellen verbeterde motoren en meer vermogen.

Nederland kocht ter vervanging van de resterende Thunderstreaks (de eerste Thunderstreaks waren door de Starfighter vervangen) 75 NF-5A's en 30 NF-5B's trainers bij Canadair.
De toestellen werden met behulp van operatie "Highflight" vanuit Canada via Groenland , IJsland en Schotland per 4 of 6 stuks overgevlogen (afstand 5.500 km). De eerste toestellen landden op 9 november 1969 op de vliegbasis Twente.
De toestellen werden ingedeeld bij het 313 & 315 squadron op Twente het 314 squadron op Eindhoven en 316 squadron op Gilze-Rijen.
De toestellen waren eerst gecamoufleerd en in een later stadium grijs gespoten.
Een aantal toestellen is tijdelijk uitgerust geweest met sidewinders als onderscheppingsjager.
De laatste Canadair NF-5A's werden in 1991 uitgefaseerd.  
De meeste toestellen werden aan Turkije verkocht, enkele aan Griekenland en Venezuela.
Het Nationaal Militair Museum in Soesterberg beschikt van iedere versie over een exemplaar in haar collectie.

maandag 11 januari 2016

de Holland America Lijn in Rotterdam.

S.S. Rotterdam Holland Amerika Lijn


De Holland-America Lijn is een van oorsprong Nederlandse maatschappij die een scheepvaart verbinding onderhield tussen Rotterdam en de Verenigde Staten.
In 1989 werd het bedrijf overgenomen door Carnival Corporation plc. de grootste cruisevaart onderneming ter wereld, met het kapitaal dat vrij kwam, 1,2 miljard gulden, werd op Curaçao een beleggingsmaatschappij opgericht HAL Investments.

De in 1871 opgerichte NV Plate, Reuchlin & Co, oprichters: Antoine Plate en Otto Reuchlin, werd in 1873 omgezet in de Nederlands-Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij, in 1896 werd "Holland-America Lijn" aan de naam van de NV toegevoegd in 1973 ingekort tot Holland Amerika Lijn NV.
De belangrijkste activiteit was de trans-Atlantisch verbinding tussen Rotterdam en New York, tussen de jaren 1873 en 1978 werden veelal immigranten naar New York vervoert, terwijl de lijn ook werd gebruikt door zakenmensen, reizigers op familiebezoek en toeristen.
De maatschappij beheerde ook vrachtlijnen maar die waren minder belangrijk.
De luchtvaart met steeds grotere, snellere en goedkopere vliegtuigen zorgden ervoor dat de lijndienst steeds minder passagiers ging vervoeren en men zich met de cruisevaart ging bezig houden.
Meer dan 100 schepen hebben voor de HAL gevaren, de meeste scheepsnamen eindigden met dam of dijk.  Een aantal HAL schepen werden in de Tweede Wereldoorlog ingezet als troepentransportschip en na de oorlog weer omgebouwd zoals de SS Nieuw Amsterdam, Noordam en Zaandam ( in 1942 getorpedeerd).
Net na de tweede Wereldoorlog waren de Groote Beer en de Waterman door de Rijksoverheid aangekocht en in beheer van de HAL gegeven, de schepen dienden als troepen transportschip van en naar Nederlands Indië en Nederlands Nieuw Guinea.

Op 8 november 1971 verliet de Nieuw Amsterdam Rotterdam voor de allerlaatste oversteek naar New York. Het passagiersbedrijf was dat jaar al van Rotterdam overgeplaatst naar New York, in 1975 werden de vrachtschepen verkocht.
Na de overname verhuisde het bedrijf van New York naar Stamford en vandaar naar Seattle en daarna na Miami.
Vandaag de dag vaart men nog steeds met overwegend Nederlandse officieren, varen de schepen onder Nederlandse vlag en staat in Rotterdam het vlootkantoor, in 2007 werd na 37 jaar van afwezigheid ook het Europese hoofdkantoor in Rotterdam gevestigd. ook het logo van de HAL is nog steeds als vroeger, de huidige vloot bestaat 15 schepen met allemaal Nederlandse namen eindigend op dam.

De Rotterdam V gebouwd op de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij is met 35.000 brt. het grootste en laatste in Nederland gebouwde en voor een Nederlandse maatschappij (HAL) varend passagiersschip. De eerste 10 jaar voer het op de lijn Rotterdam - New York daarna voer het op de cruisevaart en ligt nu aan het Derde Katendrechtse Hoofd aan de Maashaven in Rotterdam.
De Stichting Woonbron liet van het schip een drijvend multifunctioneel centrum maken  en leed hierbij zo veel verlies dat het schip moest worden verkocht, de nieuwe eigenaar is WestCord Hotels.





vrijdag 8 januari 2016

Vuurtorens in Nederland (16) Schiermonnikoog.

Noordertoren Schiermonnikoog


Tijdens de watersnood van 1287 werd Schiermonnikoog van het land gescheiden, in de middeleeuwen was het eiland van het Cisterciënzer klooster Claercamp dat vlak bij Dokkum lag.
De monniken droegen "schiere" ofwel grijze pijen, vandaar de naam Schiermonnikoog.
In 1580 werd het klooster geannexeerd en werd het eiland eigendom van de staten van Friesland, dat het eiland na enige tijd verkocht wegens geldgebrek.
Tussen 1638 en 1945 is het eiland particulier bezit geweest, generaties Stachouwer, Banck en als laatste de Duitse graaf Bernstorff, na de Tweede Wereldoorlog werd het eiland staatseigendom.
Op het eiland zijn vanaf de middeleeuwen houten kapen gebouwd.
In 1731 werd er een bakenzetter aangesteld om deze in totaal 20 stuks te onderhouden.
Lange tijd hebben er twee kapen gestaan aan de westkant van het eiland de Grote en de kleine Kaap ook wel de Noorder of Friese Kaap en de Zuider of Groninger Kaap, deze kapen waren van belang voor de scheepvaart tussen de Noordzee en de Lauwerszee.
De minister van marine adviseerde de koning in 1853 om twee vuurtorens op te richten op enige afstand van elkaar zodat deze als lichtlijn kon dienen voor het in varen van het Friese zeegat,
twee identieke torens ieder met een dubbele lichtwachterswoning.
De bouw begon in het zelfde jaar, de duingrond werd afgegraven waarna er een hardstenen plaat werd gelegd met daarop een fundering van Waalse moppen, de torens zelf werden opgetrokken uit gele Friese stenen. In september 1854 werden de lichten ontstoken vier vuurtorenwachters en een opzichter zorgden voor het functioneren van de twee vuurtorens.
Door verandering van de vaargeulen en afname van de scheepvaart werd de Zuidertoren overbodig, het licht werd in 1909 gedoofd, pas in 1950 werd de Zuidertoren omgebouwd tot watertoren  voor de huur van Hfl.10 en onderhoud van de toren dit bleef zo tot 1992, in 1998 kocht de KPN de toren voor een gulden en zorgde voor het onderhoud, de KPN gebruikt de toren voor de bevestiging van telecommunicatie apparatuur. Dit jaar is er een Stichting opgericht om de toren schoon te maken en te renoveren, de KPN nl. doet weinig aan onderhoud waardoor de toren groen uitslaat.
De Noordertoren kreeg in 1910 een grote lantaarn met een krachtiger licht.
In 1910 verscheen op ongeveer 100 meter van de Noordertoren een uitkijk lokaal van de Kustwacht, het deed tot 1951 dienst daarna werd het uitkijk lokaal in de Noordertoren gebouwd direct onder het platform waarop de lantaarn staat, het uitkijk lokaal bestaat uit twaalf gelijkvormige ramen.
De sinds 1998 rood geschilderde Noordertoren is 44 meter hoog en kan tot op 51 kilometer worden waar genomen, de toren is sinds 1980 Rijksmonument.

Zuidertoren KPN

woensdag 6 januari 2016

Stoomgemaal Ir. D.F. Wouda.

Woudagemaal en bezoekerscentrum












Vanuit de verte krijg je met die grote schoorsteen van wel 60 meter het gevoel een fabriek te naderen in plaats van een stoomgemaal.
Het Wouda stoomgemaal bij Lemmer ook wel een stoomkathedraal genoemd is het grootste ooit gebouwde stoomgemaal ter wereld. Het gemaal heeft een capaciteit om 4.000 m3 water per minuut dat is 6 miljoen m3 water, uit de polder te malen.
Het gemaal is vernoemd naar Ir. D.F. Wouda, hij ontwierp het in 1917-1918 gebouwde pand, gebouwd in de stijl van de Amsterdamse school en de ideeën van architect Berlage, Wouda werd hierin bijgestaan door Ir. J.S. Dijxhoorn, de machinekamer heeft een oppervlakte van 62 x 15 meter en het ketelhuis heeft een oppervlakte van 32 x 15 meter.
Het machinepark, dat in de jaren 1919-1920 werd geplaatst bestaat uit vier tandem-compound machines met daaraan gekoppeld vier machtige vliegwielen en acht centrifugaalpompen, werd door Ph. Dijkshoorn ontworpen en gebouwd door de machinefabriek Jaffa uit Utrecht.
Het gemaal werd op 7 oktober 1920 door Koningin Wilhelmina geopend.
In 1955 werden de kolen gestookte stoomketels vervangen door ketels gestookt op oliestook.
Tot 1966 werd het gemaal ingezet om het boezempeil van Friesland te verlagen. Sinds de in gebruik neming van het J.L. Hoogland gemaal is dit nog slechts enkele dagen per jaar.
Het gemaal wordt nu bij langdurige en hevige regenval ingezet.
Bijna dagelijks is het gemaal geopend voor bezoekers, als het gemaal in werking is zijn er zelfs wachttijden.
Het Waterschap Friesland zet het gemaal twee maal per jaar onder stoom om de machines en pompen te testen en ook om het bedienende personeel een praktijk opleiding te geven.
Er is een ploeg van elf mensen nodig, na zes uur opstarten en opwarmen kan het gemaal aan het werk.
Bij het gemaal is een bezoekerscentrum verschenen, hier wordt de werking van het gemaal en het waterbeheer in Friesland belicht.
Voor belangstellenden worden er door vrijwilligers rondleidingen in het gemaal gegeven.               Het gemaal dat Rijksmonument is staat sinds 1998 op de Unesco Werelderfgoedlijst.
Ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan zal er in 2020 een 5 Euro munt worden geslagen.

maandag 4 januari 2016

Koninklijke Boskalis-Westminster.


 Ursa cutter suction dredger.



De oorsprong van Koninklijke Boskalis ligt in Sliedrecht waar een aantal families in 1910 besloten tot het oprichten van een baggeronderneming.
Bos & Kalis beschikte al meteen over een behoorlijke uitrusting zoals: Baggermolens, win en profiel zuigers, onderlossers en kustboten.
Na de Eerste Wereldoorlog is Boskalis een van de baggerbedrijven die mee doet met de aanleg van de Zuiderzeewerken.
In de dertiger jaren is de groei gestaag, in 1933 wordt in Groot-Brittannië een dochteronderneming Westminster opgericht.
Door deze onderneming lukt het Boskalis met haar Engelse dochteronderneming vele grote projecten in het Britse Gemenebest binnen te halen in Australië, Canada, Afrikaanse kolonies en het Midden Oosten.
Na de watersnood van 1953 speelt Boskalis een belangrijke rol bij de aanleg van de stormvloedkering in de Oosterschelde en ontwikkeld nieuwe technieken en weet deze nieuwe technieken elders in de wereld toe te passen, in 1953 wordt tevens de eerste sleephopperzuiger in Europa in gebruik genomen.
In 1978 wordt het bedrijf Koninklijk. Het eerste kunstmatige eiland in de Beaufortzee in Canada wordt aangelegd vele andere van dit soort eilanden zullen er nog volgen in de wereld.
In de tachtiger jaren wordt de onderneming versterkt door de overname van andere baggerbedrijven zoals: Breegenbout en Zanen Verstoep.
In de jaren negentig worden een reeks van bedrijven in Finland, Duitsland, Portugal, Zweden en Mexico overgenomen en raakt men betrokken bij grote landaanwinningsprojecten in Singapore en Hong Kong. In 2003 versterkt Boskalis de markt positie op het gebied van grondverbetering, Cofra, Wasa en Blankevoort worden overgenomen, in 2010 vindt de fusie met Smit Internationale plaats.
In 2015 werd een groot baggerproject in het Suez kanaal afgerond en wordt er begonnen met een nieuw project: de wadden bij Marken. In 2016 wordt de haven van Portsmouth uitgebaggerd om de komst van nieuwe vliegkampschepen mogelijk te maken.
Boskalis bezit nu een van de grootste en meest geavanceerde vloten ter wereld deze bestaat uit ruim 1.100 eenheden o.a.: Dredgers, offshore vessels, drijvende bokken, pontons, sleepboten en materieel op maat gemaakt t.b.v. bepaalde projecten.
De belangrijkste activiteiten: landaanwinning, bescherming kusten en oevers, aanleg en onderhoud van havens, het leggen van kabels en windmolenparken, aanleg van auto- en spoorwegen, rioleringen, bruggen, dammen, tunnels, sleepdiensten en berging.
Boskalis bezit nu bijna 99% van Dockwise (zwaar zeetransport) en heeft een aandeel in Fugro.
Er werken bij Kon. Boskalis Westminster meer dan 14.000 mensen wereldwijd.

vrijdag 1 januari 2016

de Domtoren van Utrecht.

Domtoren Utrecht
Traditie getrouw worden op Nieuwjaarsdag de klokken van de Domtoren door het klokkenluidersgilde geluid, waarbij het geluid van de Salvator klok het imposantst is.

De Domtoren is met 112,5 meter (in 1382:109 meter) de grootste kerktoren van Nederland.
De in gotische bouwstijl opgetrokken toren is het symbool van de stad Utrecht en maakte deel uit van de Sint Martinus kathedraal nu de Domkerk.
Op de plek waar de Domtoren in 1321 werd begonnen stond eerder het poortgebouw van de grote romaanse Dom (start bouw 1015).
Bouwmeesters aan de Domtoren verbonden waren: Jan van Henegouwen en Godijn van Dormael.
Het fundament van de toren zal naar schatting uit zo'n 70.000 bakstenen hebben bestaan.
In 1328 was men al tot 27 meter boven het straatniveau gevorderd, de onderdoorgang was 4 meter breed en 10 meter hoog, het fundament was aan de ene zijde verbonden met de romaanse Domkerk en aan de andere zijde met het Bisschoppelijk paleis.
De romaanse Domkerk zou tussen 1254 en 1529 voor een groot deel door een gotische kerk worden vervangen.
Tussen 1328 en 1344 viel de bouw van de toren stil, omstreeks 1350 was het eerste vierkant (38,6 meter hoog en muren van drie meter dik) van de toren klaar, op de eerste verdieping verrees de Michael kapel en er was ruimte voor de torenkosterswoning. In het tweede vierkant werd een houten klokkenstoel geplaatst, hierom heen werd het tweede vierkant gebouwd(29,5 meter hoog).         Hierna werd een begin gemaakt met de bouw van de zgn. lantaarn, tussen 1360 en 1370 werden de werkzaamheden door o.a. de pest en scheuren in het bouwwerk  gestaakt.
Vanaf 1370 werd verder gebouwd aan de "lantaarn", van het bouwen van een torenspits werd om bouw technische redenen afgezien en kreeg de toren een lagere achtzijdige houten sporenkap  met leien bedekt, in 1382 was de Domtoren klaar.
Rond 1504 kwam de klokkenstoel op het tweede vierkant en werden bij  de beroemde klokkengieter Geert van Wou luidklokken besteld die te samen 30.000 kg wogen, de bekendste is de Salvator (8.200 kg)  de zeven kleinste klokken werden in 1664 verkocht om van de opbrengst een carillon
te bekostigen, in 1982 werden deze zeven klokken opnieuw gegoten door de Fa. Eysbouts.
Tussen 1519 en 1525 vond de eerste restauratie plaats waarbij ook balustrades werden aangebracht.
Doordat in 1674 een onafgewerkt gedeelte van het schip van de kerk instortte door een tornado werd de Domtoren losstaand.
Boven op de toren van 465 treden staat een windvaan met een uitbeelding van Sint Maarten de beschermheilige van Utrecht.
Een replica van de Domtoren in in het "Huis ten Bosch"park in Sasebo Nagasaki, Japan te vinden.

Gelukkig en gezond 2016!