vrijdag 29 juli 2016

Engelse landingen op Walcheren 1809 en 1944.


beschieting van Vlissingen

Tot twee maal toe werd Walcheren met een Engels "bezoek" vereerd en dat binnen 150 jaar,beide keren had het alles met de Schelde en Antwerpen te maken.

Op 30 juli 1809 vond een landing plaats van een Brits invasie leger van zo'n 38.000 man met 6.000 paarden en 600 schepen aangevoerd door Lord John P. Chatham.Bekend als de Walcheren expeditie en de slag bij Veere.
Het doel was het Franse eskader op de Schelde en de werven en arsenalen van Vlissingen en Antwerpen te vernietigen.
De invasie van Walcheren en ook Zuid-Beveland verliep spoedig er werd weinig weerstand geboden.
Vlissingen werd beschoten (o.a. met brandraketten) en stond in brand en werd vervolgens gedeeltelijk verwoest. Men liet op Walcheren een garnizoen van 18.000 man achter, met de rest vervolgde men de opmars richting Antwerpen. Men wachtte te lang met de aanval op Antwerpen de Fransen kregen alle tijd om de verdediging goed te organiseren en de Britse opmars liep vast terwijl er ook ziektes uitbraken onder de militairen. Binnen 5 maanden werd het op de Hollandse en Franse legers veroverde Walcheren  weer verlaten.(de bedoeling was geweest er permanent te blijven en zo de Westerschelde te controleren).
Vlissingen had een hoge prijs betaald, 335 doden en vele gewonden. Spoedig na het vertrek van de Engelsen werd Walcheren door Frankrijk geannexeerd daarna werd het in 1810 ingelijfd door het Koninkrijk Holland. De Engelsen verloren 106 man tijdens de gevechten door ziektes echter vonden er meer dan 4.000 de dood.
In 1810 waren nog meer dan 11.500 Engelse manschappen ziek, Wellington wou dan ook geen troepen hebben die in Walcheren waren geweest. De ziektes waren waarschijnlijk veroorzaakt door besmet water.

De tweede maal dat Walcheren het te verduren kreeg was tegen het einde van de Tweede Wereld- oorlog het uiteindelijk doel was weer de Schelde en Antwerpen, nu moest de haven van Antwerpen open voor geallieerde schepen. voorafgaand aan de landingen werd Walcheren hevig gebombardeerd waarbij veel onder water kwam te staan.
Wat er volgde staat bekend als de slag om de Schelde tijdens operatie Infatuate I en II.
In de vroege ochtend van de 1e november 1944 verlieten landingsvaartuigen Breskens om aan de overkant bij Vlissingen op het strandje bij de Oranjemolen te landden  daar kwamen Britse en ook enkele Nederlandse commando's aan land en werd Vlissingen aangevallen s'midddags om vier uur waren de doelen bereikt Infatuate I was succesvol.
De landing bij West Kapelle, Infatuate II ook uitgevoerd door voor het  merendeel Britse maar ook Noorse en Nederlandse commando's vond dezelfde ochtend plaats, men was om 3.15 uur uit Oostende vertrokken en landde rond 9.30uur, daarna trok men richting Zoutelande en richting Vlissingen.Vooraf waren de Duitse posities hevig bestookt vanaf zee. Op 2 november werd Domburg bereikt, vanuit Zuid-Beveland trokken Canadese troepen richting Walcheren,40.000 Duitsers gaven zich over.
Eind november vond een grote mijnenveeg operatie plaats om de Schelde vrij te maken voor de geallieerde scheepvaart naar Antwerpen.

Landingsmonument Oranjemolen Vlissingen

vrijdag 22 juli 2016

de Maeslantkering.

Maeslantkering gesloten

Maeslantkering in geopende stand












De Maeslantkering was het het laatste onderdeel van de Deltawerken.
Nadat de zeearmen in Zeeland met uitzondering van de Westerschelde waren afgesloten was dit in Zuid-Holland nog niet het geval er waren wel veel dijkversterkingen uitgevoerd maar de nog geplande verhoogde dijken langs de Nieuwe Waterweg zouden veel te duur worden en voor de verzwaringen zou een brede strook vrijgemaakt moeten worden ten koste van (bestaande) bebouwing en infrastructuur.
Het idee van een oud plan uit de jaren 50 werd weer actueel, nl. een beweegbare stormvloedkering.
In 1987 neemt de regering het besluit dat de kering er moet komen en de overheid vroeg meerdere aannemers om met een ontwerp te komen, van de zes ontwerpen won het ontwerp van de Bouwcombinatie Maeslant Kering, de bouw begon in 1991.
Op 10 mei 1997 werd de waterkering door koningin Beatrix in gebruik gesteld het project kostte ongeveer 450 miljoen euro.
De kering bestaat uit twee drijvende (pontons) deuren die als zij op hun plaats zijn gebracht men deze vol met water laat lopen, zo ontstaat een massieve barrière.
Als de kering opengaat worden de deuren leeggepompt en worden ze naar buiten bewogen.
Als de waterstand in Rotterdam 3 meter boven N.A.P. is of in Dordrecht dreigt boven de 2,90 meter te komen, zorgt een computer systeem BOS dat de afsluiting vanzelf sluit.
Voor de deuren zijn de grootste kogelgewrichten ter wereld gemaakt, de kogels hebben een diameter van 10 meter!
Omdat de Maeslantkering niet voldoende was werd er een aanvullend dijkversterkingsprogramma uitgevoerd en werd de beweegbare Hartelkering bij Spijkenisse aangelegd, de kering loopt vervolgens door tot het Europoortgebied bij de Europoortkering.
De Maeslantkering beschermt Rotterdam tegen hoog water maar sluit tevens een van de drukste vaarwegen van Nederland af, vandaar dat voorafgaand aan een sluiting tal van procedures voorafgaan het duurt 21/2 uur voordat  de waterweg is afgesloten.
In 2007 vond afsluiting in stormcondities plaats, ieder jaar is er in het najaar een z.g.n. functioneringssluiting.
Bij het Kering huis bij Hoek van Holland is een publiekscentrum.














maandag 18 juli 2016

Een nieuw tijdperk in de burgerluchtvaart.

de toekomst van de burgerluchtvaart in circa 20 jaar

De V.S. en daarmee de rest van de wereld staat aan de vooravond van een nieuw tijdperk, in de burgerluchtvaart dat, schoner, stiller en sneller en zuiniger zal worden. Een tijdperk waar de wereld veel profijt van zal hebben.
De details van het NASA plan om van de ene bestemming naar de andere te vliegen worden in het federale budget van 2016 verwoord.
Als dit wordt goedgekeurd zal volgend jaar een begin worden gemaakt met een 10 jaren plan om het 
brandstofverbruik, uitstoot en geluidsoverlast door de burgerluchtvaart drastisch te reduceren.
Dit zal worden bereikt door de manier waarop vliegtuigen worden ontworpen en ook de manier waarop zij zich in het luchtruim en op de grond voortbewegen te veranderen.
Dit 10 jaren plan gaat "New Aviation Horizons"heten, een ambitieus plan bedacht door de NASA voor het ontwerpen bouwen en vliegen van een verscheidenheid aan testvliegtuigen.
Dit om geavanceerde technologieën en revolutionaire ontwerpen te gaan testen  om zo de tijd die het anders bij afzonderlijke producenten zou duren, te reduceren, de technologie zal door de vliegtuigindustrie worden gebruikt.
De testvliegtuigen zullen gaan bestaan uit lichtgewicht composiet materialen die nodig zullen zijn om de revolutionaire vliegtuig structuren te creëren.
b.v. geavanceerd een ontwerp van een ventilator om de voortstuwing te verbeteren en de ruis in straalmotoren te verminderen, ontwerpen om het geluid geproduceerd door vliegtuigkleppen en landingsgestellen te verminderen, vleugelkleppen die van vorm kunnen veranderen en zelfs bepaalde coatings die aanslag op vleugels kunnen voorkomen. Onderzoeker voorspellen dat deze technologieën binnen 25 jaar 255 miljard dollar kunnen besparen.
Een van de eerste testvliegtuigen zal naar verwachting een hybride romp en vleugels hebben waarbij de vleugels onmerkbaar in de romp zullen overgaan, motoren zullen niet langer onder maar boven op het vliegtuig worden toegepast wat een revolutie zal betekenen.
Andere testvliegtuigen zullen specifieke technologieën laten zien verbonden aan ultra efficiënte subsonische vliegtuig ontwerpen, mogelijkheden zijn erg lange maar smalle vleugels, vormen van elektronische voortstuwing, een bubbel brede romp of motoren ingebed in het vliegtuig.
ook zullen test vliegtuigen ter grootte van zakenvliegtuigen zich supersonisch gaan verplaatsen en daarbij lage koolstofarme bio brandstof verbranden, de supersonische "knallen" zullen door mensen op grond bijna niet meer worden gehoord.
Het 10 jaren plan omvat ook veldonderzoek in samenwerking met vliegtuigmaatschappijen, luchthavens en luchtvaartautoriteiten om de stroom van het luchtverkeer in de lucht en op de grond in goede banen te leiden, dit zal leiden tot minder brandstofverbruik minder uitstoot en lawaai tijdens het opstijgen, landden en het naderen van vliegvelden.
Het 10 jaren plan zal voor een transformatie in de luchtvaart zorgen, in 2025 zullen vliegtuigen anders van samenstelling en uiterlijk zijn, sneller vliegen en minder geluid en uitstoot producen en vooral minder brandstof verbruiken, een vlucht Amsterdam- New York zou wel eens in de helft van de tijd kunnen worden afgelegd en met minder kosten!



vrijdag 15 juli 2016

Gevlogen boven Nederland: Lockheed Neptune.

Lockheed Neptune.


De Lockheed Neptune was een maritiem lange-afstandspatrouille vliegtuig, bestemd voor onderzeeboot verkenning en bestrijding.
De ontwikkeling van de Neptune begon aan het begin van de Tweede Wereldoorlog maar werd al snel op een laag pitje gezet, pas in 1944 ging men serieus werken aan de verdere ontwikkeling.
Het moest een ontwerp worden dat gemakkelijk te bouwen en te onderhouden was. Dit zou later dan ook blijken uit de lange levensduur en wereldwijd succes.
De productie startte in 1946, in totaal werden er 1.121 Neptune's gebouwd.

Nederland verkreeg onder het MDAP: 12 Lockheed P2V-5 Neptune's. De toestellen kwamen in 1953 in dienst bij het VSQ 320 op het vliegkamp Valkenburg. Bij teruggave aan de V.S., tussen 1960 en 1962, ondergingen de toestellen bij Aviolanda een grote revisie, waarna de toestellen door de V.S. aan Portugal werden overgedragen.
In 1961 werden door de Nederlandse regering 14 Neptune's van het type P2V-7B aangeschaft, ten behoeve van de inzet in Nederlands Nieuw Guinea, uitgerust met 4 x 20mm mitrailleurs in de neus, de toestellen werden op Biak gestationeerd bij het VSQ 321.                                                                   Na terugkeer na de soevereiniteitsoverdracht van Nieuw Guinea aan Indonesië, werden de toestellen tussen 1963 en 1966 bij Aviolanda verbouwd tot SP-2H (twee werden er bij Lockheed verbouwd). Vervolgens werden de Neptune' s ondergebracht bij het VSQ 320 en VSQ 5 beiden gestationeerd op het vliegkamp Valkenburg.
In 1965 werden vier toestellen overgenomen van het Franse Aeronavalle en eveneens door Aviolanda gemoderniseerd tot SP-2H.
Bekend "wapenfeit" is de lage formatie vlucht van 5 Neptune's over het Binnenhof van den Haag op 17 september 1975, als demonstratie tegen voorgenomen bezuinigingen.
In 1982 viel definitief het doek voor de Neptune, de Lockheed Orion zou de opvolger gaan worden.
De 201 maakt deel uit van de collectie van het Nationaal Militair Museum te Soesterberg.

maandag 11 juli 2016

Wij gaan weer naar de Maan in 2018.

Doel van de onbemande missie in 2018


De eerste Orion testvlucht vond plaats op 5 december 2014 (EFT-1).
Orion maakte in het verleden deel uit van het project Constellation en was het enige onderdeel uit dat project dat niet werd geannuleerd door de V.S.
Deze eerste test missie heeft er voor gezorgd dat in het ontwerp belangrijke veranderingen zijn aangebracht. De capsule zal nu worden uitgerust met een lichter hitteschild en nieuwe lichtgewicht ramen in de capsule.
De Europese ruimtevaart organisatie ESA werd gevraagd een service module te ontwikkelen en te bouwen voor de Orion, Airbus Defence & Space werkt momenteel aan de ESM de European Service Module dat een diameter van 5,2 meter zal hebben en 4 meter lang zal zijn, de module die tevens over een raketmotor beschikt, draagt tevens de inklapbare zonnepanelen. (het gedeelte achter de capsule dat bij terug komst bij de dampkring van de aarde wordt losgekoppeld). Het ESM moet op 27 januari 2017 gereed zijn en moet in november van dat jaar alle tests hebben doorlopen.
De Orion capsule de Crew Module CM en de European Service Module ESM moeten een temperatuur kunnen doorstaan van maximum 1.730 graden celsius. Het hitte schild en de systemen van de CM en de ESM zullen tot het uiterste worden getest, zowel CM als ESM zullen aan de buitenkant worden bedekt met zilver tape terwijl het ESM ook een zilver coating zal hebben. Het titanium skelet vormt de basis van het hitteschild waar een raat van fiberglas op is bevestigd. De zgn Back shell van de Orion wordt beschermd door 970 zwarte tegels.                                                         Bij de lancering van de EFT-1 op 5 december 2014 werd nog gebruik gemaakt van de Delta IV heavy raket het is de bedoeling dat in 2018 de nieuwe SLS (Space Launch System) block 1 draagraket zal worden gebruikt .
In december 1972 vond de laatste vlucht richting Maan plaats (Apollo 17), in november 2018 zal vlucht EM-1 (Exploration Mission) plaatsvinden, men zal een onbemande Orion in een baan om de Maan brengen en daarna terug naar de Aarde sturen, de missie zal 21 dagen duren.
Indien e.e.a. voorspoedig zal verlopen zullen er bemande vluchten volgen of de Maan het uiteindelijke doel zal zijn moet nog worden bezien




vrijdag 8 juli 2016

Oosterschelde Nederlands vakmanschap.

Oosterscheldekering



Het gebied in zuid-west Nederland met name Zeeland en het zuiden van Zuid Holland werd door de eeuwen geteisterd door stormen en zware overstromingen in o.a.: 1288, 1421, 1530, 1570, 1906, 1916 en 1953 met veel doden en verzwolgen land tot gevolg, om een ramp zoals in 1953 te voorkomen werd er een Deltacommissie in het leven geroepen die dat zelfde jaar met een Deltaplan kwam, inkorting van de kust met 700 kilometer, wat zou worden bewerkstelligd door het Deltagebied af te sluiten en alle zeeweringen op Deltahoogte te brengen met als uitgangspunt 5 meter boven N.A.P. bij Hoek van Holland.
De Oosterscheldekering is het met een lengte van 9 kilometer het grootste en beroemdste Deltawerk.
De Oosterscheldekering werd ontworpen om een hoogwater situatie te weerstaan die 1 maal in de 4.000 jaar voorkomt.
Het bouwwerk bestaat uit 65 enorme pijlers, hier tussen hangen schuiven van ongeveer 42 meter lang en tussen de 6 en 12 meter hoog, de schuiven wegen tussen de 260 en 480 ton per stuk.
Wordt door het Hydro Meteo Centrum een waterstand voorspelling gedaan van 3 meter boven N.A.P. dan komt het bedieningsteam vanuit het ir. J.W. Topshuis op het eiland Neeltje Jans in actie, de kering wordt met een druk op de knop in werking gezet, 62 schuiven gaan dan naar beneden, het hele proces duurt 82 minuten, gaat er een schuif niet dicht dan gebeurt dit met een noodsluitsysteem.
In eerste instantie was men van plan een dichte dam op de plek van de Oosterscheldekering aan te leggen. Uiteindelijk koos men vanwege de bijzondere flora en fauna voor een open beweegbare kering, hierdoor is er nog steeds eb en vloed in de Oosterschelde en blijft het water zout.
Het werkeiland Neeltje Jans is tegenwoordig natuurgebied en herbergt recreatieve voorzieningen.
Voor de uitvoering (start 1976) waren nog niet eerder toegepaste technieken nodig, omdat het bouwen in vaargeulen riskant zou zijn werd besloten tot prefabricage (o.a. 65 betonnen pijlers).
De ondiepe gedeelten waren i.v.m. de plannen voor definitieve afsluiting al tussen 1969 en 1973 opgehoogd tot werkeiland, de Damvakgeul, en Roggenplaat, waarmee de kering in drie gedeeltes uiteen viel: sluitgat Roompot, sluitgat Schaar van Roggenplaat en stroomgeul Hammen.
Voor de kunststof funderingsdeken die gevuld werd met zand en grind de bodem van de kering bedekte werd ter plaatse een fabriek gebouwd, voor het verdere bouwproces werden verschillende werkschepen ontwikkeld.
De pijlers van 30 tot 40 meter hoog werden in 3 grote bouwputten gebouwd, na plaatsing werd er nog eens 5 miljoen ton stenen als een drempel in de kering gestort.
Als laatste fase werden de verkeerskokers, opzetstukken van de pijlers, schuiven, dorpel bakken en bouwbalken aangebracht.
Over de verkeerskokers werd een weg aangelegd waarna de schuiven werden geplaatst (de grootste heeft een gewicht van 480 ton).
Eens per jaar laat men de schuiven als test zakken.
De Deltawerken kostten in totaal 12 miljard gulden de Oosterscheldekering nam het grootste gedeelte hiervan 7 miljard voor haar rekening.
De Oosterscheldekering werd op 4 oktober 1986 officieel door koningin Beatrix in gebruik genomen.

maandag 4 juli 2016

Onderzeedienst dit jaar 110 jaar.


de eerste onderzeeboot de O 1.
Dit jaar bestaat de Nederlandse onderzeedienst 110 jaar, tegenwoordig bestaat de dienst uit slechts vier onderzeeboten van de Walrusklasse: Walrus, Zeeleeuw, Dolfijn en Bruinvis.
Op 1 juni 1904 wordt bij de Schelde in Vlissingen de kiel voor de eerste onderzeeboot gelegd.
Tussen de te water lating van de eerste Nederlandse Onderzeeboot H.M. O1, men sprak toen nog van "onderzee torpedoboot" en de Walrus klasse is veel gebeurt.
Voor de Tweede Wereldoorlog waren vooral de reizen van de onderzeeboten K XIII, K XVIII en O16, waarop professor Vening Meinesz op bijna alle oceanen zijn onderzoeken verrichtte, in Nederland en daar buiten alom bekend en beroemd.
Omdat Nederland koloniën bezat vond men het verstandig een groot aantal onderzeeboten in de Oost te stationeren.
Naamgeving voor onderzeeboten bestond nog niet, boten bestemd voor de Nederlandse wateren waren voorzien van een nummer vooraf gegaan door een O, boten bestemd voor de koloniën waren voorzien van een nummer in Romeinse cijfers vooraf gegaan door een K, pas tijdens de Tweede Wereldoorlog werden nieuwe boten voorzien van een naam.
Vele onderzeeboten in de koloniën waren aan het begin van de oorlog verouderd, slechts 5 boten van de K XIV klasse waren 9 jaar oud.
Van de onderzeeboten in Nederland waren alleen de de O19 en O21 klasse nieuw, maar konden in 1940 nog maar amper worden ingezet.
In en vlak na de Tweede Wereldoorlog nam Nederland een aantal onderzeeboten over van de Royal Navy en later ook van U.S. Navy, vanaf 1960 werden er door Nederlandse scheepswerven weer onderzeeboten gebouwd zoals de Dolfijn, Potvis, Zwaardvis en Walrus klasse.
In de Tweede Wereldoorlog speelde de onderzeedienst een bescheiden rol, de meeste wapenfeiten dateren uit de jaren 1941 en 1942 waarbij de verrichtingen het meest in de Middellandse zee en Zuid Chinese zee plaatsvonden.De bekendheid van deze wapenfeiten hebben wij vooral te danken aan enkele schrijvers die er na de oorlog een boek over schreven.Zoals de verrichtingen van de O21:
op 10 mei 1940 ontsnapte men naar Groot-Brittannië  waar het schip verder werd afgebouwd, daarna was het actief op de Noordzee en de Atlantische Oceaan, daarna ging men met nog twee boten naar Gibraltar waarna men actief was in de Middellandse zee, daarna volgde Columbo en tot slot Freemantle in Australië.
Helaas is een onderzeeboot nooit meer teruggevonden; de O13 vertrok vanuit Dundee op 12 juni 1940 met 34 bemanningsleden en ging tijdens een missie verloren.
De onderzeedienst hield zich verder bezig met het escorteren van konvooien, operaties t.b.v. NEFIS en het Korps Insulinde op de kusten van Nederlands Indië en zelfs het beschermen van Russische konvooien.
Heden is de Koninklijke Marine bezig met een studie ter vervanging van de huidige Walrus klasse, het is niet zeker of deze in Nederland zullen worden gebouwd of dat het een samenwerkingsverband wordt met mogelijk Zweden, Duitsland, of zelfs Australië.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd aan een onderzeeboot bemanning een "bloedvlag" (gelijkenis met piratenvlag) uitgereikt na een eerste succesvolle missie, aan de tekens op de bloedvlag kom men zien hoe vaak en welke operaties de desbetreffende onderzeeboot had doorstaan, zoals het tot zinken brengen van een schip d.m.v. een torpedo, kanonactie,speciale opdracht of reddingsopdracht. Gedurende de dag van terugkeer mocht de bloedvlag aan de periscoop worden meegevoerd.



onderzeeboot Walrusklasse.