vrijdag 11 november 2016

De strijd van de Shell tanker Ondina in de Indische oceaan.

Strijd van de Shell tanker Ondina met de twee Japanse hulpkruisers.

In de hal van het oude Shell kantoor aan de Carel van Bylandtlaan in den Haag werden na de Tweede Wereldoorlog een aantal marmeren platen opgehangen met daarop vermeld de namen van de medewerkers van de Nederlandse Shell groepsbedrijven die in de oorlog het leven hadden verloren,
503 namen, van Shell mensen in het verzet, die in Duitse of Japanse kampen omkwamen en zij die in actieve dienst sneuvelden.

Bijzonder is de inzet van de bemanning van het motortankschip Ondina van 6.341 ton afkomstig van de scheepvaartmaatschappij  van de Shell, La Corona.
Het M.S. Ondina voer op 11 november 1942 op de Indische Oceaan op weg van Fremantle naar Abadan, waarbij het werd begeleid door de "Bengal" een mijnenveger/korvet van de Brits-Indische marine dat slechts licht bewapend was, toen het werd aangevallen door twee Japanse hulpkruisers.
De Ondina was bewapend met 1 kanon van 10,5 cm, de Japanners de Hokoku Maru en de Aikoku Maru waren bewapend met 6 kanonnen van 5,5 inch elk, tevens hadden zij beide vliegtuigen bij zich en hadden torpedo bewapening. De schepen waren respectievelijk 10.000 en 7.000 ton.
De Bengal zette koers richting Japanse schepen om de Ondina de kans te geven weg te komen, de Bengal viel als eerste aan maar ook de Ondina bood de strijd aan met de Japanners.
Het grootste Japanse schip de Hokoku Maru kreeg een voltreffer afkomstig van de Ondina, de kruitkamer werd geraakt waarna het schip ontplofte hierbij kwamen 76 Japanners om.
Na een strijd van een half uur had de Ondina geen munitie meer en moest de strijd staken, de kapitein W. Horsman was op de brug gedood, de bemanning ging in de sloepen en werd daarna door de Japanners beschoten waarbij vier van de bemanningsleden van de Ondina om het leven kwamen.
De Japanners probeerden toen de Ondina te torpederen wat niet lukte het schip bleef drijven.
Na het vertrek van de de Japanse hulpkruiser Aikoku Maru keerden de bemanningsleden terug naar de zwaar gehavende Ondina, de schade werd zo goed als dat kon hersteld, en men wist veilig de Australische haven Fremantle binnen te lopen.
De Bengal had intussen koers gezet naar Colombo waar men op 23 november arriveerde, in de veronderstelling dat de Ondina was gezonken.
De bemanning van de Ondina ontving de "Koninklijke Vermelding bij Dagorder" een collectieve onderscheiding voor de gehele bemanning, gezagvoerder W. Horstman kreeg postuum de Militaire Willemsorde als mede de 2e officier Bartele Broer Bakker, Rehwinkel ontving de Bronzen Leeuw terwijl enkele andere bemanningsleden het Bronzen Kruis ontvingen.
Een schilderij van het treffen op de Indische oceaan heeft jaren in directie kamer van het Shell kantoor gehangen, in het hoofdkantoor van Shell tankers in Rotterdam hing de scheepsbel van de Ondina met een bronzen plaat waarop de Koninklijke vermelding bij Dagorder staat.

De Ondina werd gerepareerd en deed de rest van de Tweede Wereldoorlog dienst, en was in december 1944 de eerste tanker die met olieproducten de haven van Antwerpen aandeed. De Ondina was tevens de eerste tanker die na de oorlog op 16 juni 1945 de haven van Rotterdam binnen liep.