vrijdag 19 februari 2016

Vuurtorens in Nederland 20 Texel.

Vuurtoren Texel in de avond.



Het meest opvallende baken van Texel is de rode vuurtoren van Eierland op de noordkant van het eiland.
Texel heeft een rijke maritieme historie, de rede van Texel, een ondiep gedeelte van de Waddenzee langs de zuid-oost kust van Eierland, schepen die vanaf de Zuiderzeeplaatsen en Amsterdam vertrokken gingen voor de rede van Texel voor anker om bij gunstige wind uit te  varen.
Vanuit Texel werden de schepen bevoorraad met proviand en water tevens werden er bemanningen ingescheept. Ook lag de rede met V.O.C. en W.I.C. schepen, walvisvaarders en oorlogsschepen, loodsen voeren af en aan.
Bij Oudeschild verscheen in 1574 het fort de Schans met het doel de vaarroute door het Marsdiep te beschermen tegen de Spanjaarden.
Vanuit den Hoorn kon men vanaf de duinen speuren naar schepen die waarschijnlijk een loods nodig hadden waarna een strijd tussen de loodsen ontbrandde, wie het eerst bij het schip was had de klandizie. Door de teloorgang van de V.O.C. en de W.I.C. en de Walvisvaart en de aanleg van het Noordzeekanaal daalde de welvaart op Texel drastisch pas de opkomst van het toerisme zou daar verandering in brengen.
De locatie van de vuurtoren is op het voormalige Eierland, een klein eilandje dat zijn naam te danken heeft aan de vele meeuweneieren die hier werden gevonden, in 1630 werd Eierland met een dijk aan Texel verbonden waarna het 1835 in werd ingepolderd.
Pas in 1852 werd gesproken over de bouw van een vuurtoren, de afstand tussen de torens van Vlieland en den Helder was te groot, ondanks de tegenstand van de Texelse jutters (tussen 1848-1860
waren 72 schepen vergaan) kwam de vuurtoren er.
Quirinus Harder maakte het ontwerp en legde op 25 juli 1863 de eerste steen, op 1 november van dat jaar werd het licht ontstoken. De lamp brandde op petroleum, tussen 1911 en 1927 Pharoline, daarna kwam er elektrisch licht.
In 1953 was bijna het hele duingebied ten Noorden van de vuurtoren verdwenen, besloten werd rondom de toren een asfalt laag aan te brengen.
Op het eind van de Tweede Wereldoorlog kreeg de toren het zwaar te verduren. Door beschietingen tussen opstandige Georgiërs en de Duitsers werd de toren zwaar gehavend.
In 1948 werd de toren hersteld en werd een mantel om de oude toren gemetseld, de bovenbouw (hoogte toren: 53,2 meter inclusief 20 meter duin) werd van een nieuw lichthuis (lamp heeft een zicht van 53 kilometer) voorzien, tussen beide wanden is een open ruimte waar je kunt lopen. Per 1 januari 2006 is de toren geheel geautomatiseerd, in 2009 werd de toren aan een Stichting overgedragen die de toren openstelt voor het publiek.