donderdag 24 oktober 2019

De slag bij Navarino: hoe een Nederlander het in Rusland tot opperbevelhebber van de Russische vloten bracht.

Lodewijk van Heiden

Lodewijk van Heiden werd op 6 september 1773 in Zuidlaren geboren als zoon van Sigismund Graaf van Heiden Heer van Reinestein, op 9 jarige leeftijd werd hij cadet bij de vloot van de Republiek, op 16 jarige leeftijd kreeg hij de rang van luitenant ter zee.
Gedurende de zes jaar dat hij op de vloot van de Republiek diende maakte hij verschillende reizen naar de toen overzeese gebiedsdelen. Hij was een beschermeling van Jan van Kinsbergen.
Hij begeleide stadhouder Willem V in 1795 naar Engeland. Toen hij naar Holland terugkeerde werd hij gevangen gezet en langdurig verhoord, hij was immers een oranje aanhanger, maar hij liet niets los over het vertrek van stadhouder Willem V, na twee maanden werd hij vrijgelaten.
Na zijn vrijlating nam van Heiden ontslag en reisde af naar Rusland waar hij dienst nam bij de Russische vloot, hij was 22 jaar oud toen hij door de Russische Tsaar werd aangesteld als kapitein luitenant bij de Russische admiraliteit, in 1808 kreeg hij het bevel over een flottielje in de oorlog tegen Zweden, in 1809 werd hij commandant van het eskader in Nieuw Finland, bij het beleg van Dantzig werd hij bevorderd tot commodore, in 1817 werd hij schout-bij-nacht, en in 1826 kreeg hij bevel over de Zwarte Zee vloot.
Op 20 oktober 1827 vond de zeeslag bij Navarino plaats, in het kader van de Griekse vrijheidsstrijd versloegen de eskaders van Rusland, Groot Brittannië en Frankrijk in de baai van Navarino de Turks-Egyptische vloot die in de meerderheid was. Die dag werden 6.000 Turken en Egyptenaren gedood, Het was de laatste grote zeeslag met alleen zeilschepen.
Het Russische eskader werd tijdens de strijd gecommandeerd door Lodewijk van Heiden Reinestein,
na de slag werd hij bevorderd tot vice-admiraal.
Lodewijk werd later door de Tsaar benoemd tot opperbevelhebber van de Russische vloten en tot gouverneur van Kronstadt (30km ten westen van St. Petersburg).
In 1832 keerde  Lodewijk van Heinen terug naar Nederland waar hem een groot onthaal ten deel viel,
enige tijd verbleef hij in Zuid Laren waarna hij terug keerde naar Reval het tegenwoordige Tallinn gelegen in Estland.hij eindigt daar zijn loopbaan als gouverneur van Reval en sterft er op 77 jarige leeftijd.
De Grieken zagen hem als hun verlosser van de Turken, een zijstraat van het Victorieplein in Athene is naar hem vernoemd. Er werden verschillende gedenktekens voor hem opgericht: een enorm indrukwekkend grafmonument in Tallinn, Op het eiland Sphacteria in de baai van Pylos (Navarino)
staan tal van monumenten. In Pylos staat hij op een monument ter nagedachtenis aan de "drie admiraals" van de slag bij Navarino., elke Griekse stad heeft wel een straat of plein der "drie admiraals".

Uit zijn huwelijk zijn de grafelijke takken van Heinen en von Heijden in Rusland voortgekomen of zij de revolutie hebben doorstaan is niet bekend.
Volgens overleveringen zo hij Berend Botje zijn, uit het bekende kinderliedje.




vrijdag 4 oktober 2019

"dispereert niet" Jan Pieterszn Coen.21 september

Jan Pieterszn. Coen

Jan Pieterszoon Coen werd op 8 oktober 1587 in Hoorn geboren, zijn vader was koopman. Jan zou in de voetstappen van zijn vader treden.
Toen hij 13 jaar was vertrok hij naar Rome waar hij in de leer ging, hij leerde er de fijne kneepjes van het koopmanschap en leerde er vreemde talen spreken o.a. Italiaans, Spaans en Portugees.
In 1606 keerde hij terug naar Hoorn en trad kort daarna in dienst van de V.O.C. en vertrok als onderkoopman naar Indië.
In 1611 keerde Coen terug naar Holland waarna hij in december 1612 naar Indië terugkeerde, op 9 februari 1613 arriveerde hij in Bantam als opperkoopman en commandeur over twee schepen, aangekomen in Jakarta stelde hij orde op zaken.
Hij ging voortvarend aan het werk en werd al spoedig boekhouder-generaal, president van Bantam en Jakarta, directeur-generaal in Bantam waarbij hij hoofd van de gehele handels compagnie in Azië werd.  De overwinning die hij in 1619 bij Jakarta behaalde kwam vooral door de onderlinge onenigheid tussen zijn vijanden, het fort aldaar werd nl. belegerd door Engelsen, Jakatranen en Bantammers. Coen vluchtte naar de Molukken en kwam met een vloot terug en werd vervolgens heer en meester in Jakarta en stichtte er Nieuw Hoorn, de Heren Zeventien waren het daar niet mee eens en veranderden de naam in Batavia. Coen deporteerde de Bandanezen nadat deze onder Engelse invloed hun handels contracten niet nakwamen. Op deze manier kreeg de V.O.C. de productie van nootmuskaat en foelie in handen. In 1619 werd hij gouverneur-generaal de hoogste post die hij tot zijn dood met een kleine tussenpozen zou bekleden.
In september 1623 kwam hij in Holland aan en deed uitvoerig verslag van zijn bevindingen aan de Heren Zeventien, als dank ontving hij tal van geschenken. Hij deed nieuwe voorstellen aan de V.O.C. In 1624 werd Coen een tweede gouverneurschap aangeboden, ziekte vertraagde zijn vertrek.
In 1625 trouwde hij met Eva Ment een huwelijk waaruit twee dochters werden geboren waarvan er een spoedig stierf,in 1627 reisde hij met vrouw en dochtertje vergezeld van zijn schoonmoeder, zwager en schoonzuster richting Indië, zwager, schoonmoeder en dochtertje overlijden al snel in Batavia.
Coen zette alles op alles om zowel de Spanjaarden als de Engelsen buiten de archipel te houden en was er een groot voorstander van dat Hollanders zich massaal in Indië zouden gaan vestigen.
Naast dat hij de belangen van de V.O.C. behartigde, bestreed hij de corruptie en probeerde investeerders te interesseren in Indië.
Hij had vanaf het begin aangedrongen op het zenden van veel schepen en omvangrijke fondsen om overzee een omvangrijk handelsnet te kunnen stichten. Er wordt verschillend over hem gedacht, van 
meedogenloos tot iemand met militaire bekwaamheden, organisatietalent en doorzettingsvermogen.
Hij overleed op 21 september 1629 waarschijnlijk aan cholera, hij wordt gezien als de stichter van het koloniale rijk Nederlands Indië.
In Hoorn staat een standbeeld van Jan Pietersz. Coen. In het Wayang museum in Jakarta bevindt zich een herdenkingssteen vermoedelijk afkomstig van zijn graf. 
De nieuwe tunnel onder het Noordzeekanaal de Coentunnel in Amsterdam is naar hem vernoemd.