vrijdag 14 december 2018

Hollanders in Brazilië

beeld Johan Maurits Recife Brazilië 

Nova Hollanda ontstond door inspanningen van de W.I.C., een expeditie leger onder Hendrick Lonck en generaal Waardenburg veroverde in 1630 noordelijk Brazilië op de Portugezen, aanvankelijk zocht men naar havens om van daaruit de Spaanse zilvervloten te kunnen aan vallen.
In 1637 werd Johan Maurits vanuit de Republiek naar Brazilië gestuurd, hij stichtte Mauritsstad (nu onderdeel van Recife)zorgde voor godsdienstvrijheid, stimuleerde suikerproductie (en daarbij ook de slavenarbeid), ook liet hij onderzoek doen naar de flora en fauna, ziektes en geografie. Tot in 1654 kon de Hollandse kolonie worden gehandhaafd. Het aantal emigranten vanuit de Republiek liet ernstig te wensen over waardoor er in de kolonie een Hollandse minderheid ontstond.  De grote tegenstellingen met de katholieke bewoners van Spaanse en Portugese afkomst leidden op den duur tot opstanden die vanuit het zuiden van Brazilië werden ondersteund. In 1645 brak een opstand uit gevolgd door een jungle oorlog. In 1654 waren de Hollanders in de Republiek niet meer in staat hun landgenoten in de kolonie bij te staan (de eerste Engels-Nederlandse oorlog was uitgebroken) en werden de Nederlandse kolonisten door de Portugezen verdreven. De Republiek eiste teruggave waarna dit in 1654 tot een oorlog met Portugal leidde, in 1661 bij de vrede van den Haag beloofde Portugal 63 ton goud te zullen betalen voor de gebieden die verloren waren gegaan in Brazilië.  De som zou slechts ten dele worden betaald.
Na het koloniale verleden ontstonden er in de 19e en 20ste eeuw een ander soort interesse in Brazilië.
Rond 1856 werd met behulp van emigratie kantoor Steinmann & Co. uit Antwerpen geprobeerd Nederlanders naar Brazilië te laten emigreren en wel naar nieuwe landbouw kolonies met name Zeeuwse landarbeiders werden met een vrije overtocht en gratis grond tegen een aantrekkelijke prijs naar Brazilië gelokt. Nederzettingen zoals Espirito Santo en Hollanda zijn bekend, de kolonie Hollanda bestaat nog steeds en er word nog iets wat op Zeeuws en Vlaams lijkt gesproken.
Tussen 1908 en 1910 trokken ruim 2.000 emigranten naar Brazilië maar dit liep voor de helft zo slecht af dat zij moesten worden gerepatrieerd. De nederzetting Carambei in de deelstaat Paruna overleefde mede door haar homogeen karakter. Na de Tweede Wereldoorlog volgde een nieuwe golf Nederlanders, gesticht werden: Holambra in San Paulo en Castralanda nabij Carambei en Monte Alegre in Parana. Na 1975 volgden Nederlanders op individuele basis.
De groepsvestigingen van weleer worden nu getransformeerd tot toeristische trekpleisters.

ingang kolonie Holambra

zaterdag 24 november 2018

Demerara, Essequibo en Berbice.

Afbeeldingsresultaat voor fort zeelandia guyana
Restanten van het fort Zeelandia


Demerara, Essequibo en Berbice zeggen ons eigenlijk niet zo veel meer, maar de gebieden behoorden toch geruime tijd tot de Nederlandse koloniën in de West en lagen westelijk van Suriname.
Essequibo was de oorspronkelijke Zeeuwse kolonie "Pomeroon", in 1616 bouwde de WIC er een fort "Zeelandia". Oorlogen met Spanjaarden, Fransen en Engelsen teisterden het gebied dat voornamelijk uit suikerrietplantages bestond. Demerara was een onderdeel van Essequibo waar veel Britse planters naar toe waren getrokken. Berbice was in 1627 door een Zeeuw gesticht, er ontstonden tabak en koffie plantages, op de plantages waren veel slaven werkzaam. Het gebied had veel last van kapers, in 1763 kwamen de slaven in opstand, 90% van de inwoners was slaaf, bij herovering van het gebied kwamen 1.800 slaven om.
Tijdens de Franse bezetting van de Nederlanden gaf de prins van Oranje die was uitgeweken naar Engeland de bestuurders van de koloniën opdracht zich onder Engels bestuur te stellen, wat lang niet alle bestuurders van plan waren. Wat volgde waren veroveringen door de Engelsen. De Kaap, gebieden in India en Ceylon werden door de Engelsen veroverd en ingenomen later volgden bezittingen in de West zoals Suriname en de Antillen en ook Demerara, Essequibo en Berbice.
Tijdens de Vrede van Amiens tussen Frankrijk en Engeland werden de bezittingen teruggeven althans de meeste , toen er opnieuw oorlog tussen Frankrijk en Engeland uitbrak veroverden de Engelsen na 1803 al de gebieden opnieuw. Nadat Napoleon definitief verslagen was wilden de Engelsen een sterke bondgenoot ten noorden van Frankrijk  en kreeg Nederland een aantal koloniën terug behalve de Kaapkolonie, Ceylon, Barbice, Demerara en Essequibo. Engeland betaalde Nederland 2 miljoen als compensatie.
In 1831 werden de drie gebieden samengevoegd tot Brits Guyana het  buurland van Suriname, in 1966 werd het als Guyana een onafhankelijk staat.

De grote markt in de hoofdstad Georgetown heet Stabroek naar de voormalige hoofdstad van Essequibo. Fort Zeelandia vormt het best bewaard gebleven Nederlandse fort van Guyana. 

vrijdag 9 november 2018

Van jutters en strandvonders.

Van jutters en strandvonders.

Een jutter komt er in de Nederlandse taal niet zo goed vanaf: iemand die gestrand goed steelt, stranddief, strandrover, of iets vriendelijker: iemand die langs het strand voor zijn beroep of uit liefhebberij naar aangespoelde spullen zoekt.
Een strandvonder is een door de overheid aangesteld persoon die het zelfde doet als een jutter, maar de goederen die hij vindt houd hij in bewaring tot de rechtmatige eigenaar ze op eist, gebeurt dit niet binnen een bepaalde termijn dan mag hij tot verkoop van de goederen over gaan. En zo gebeurde het vaak ..... je had eerlijke jutters en oneerlijke strandvonders.
De strijd tussen de jutter en de strandvonder komt in het boek "Sil de strandjutter" goed tot zijn recht.
Aangespoelde goederen behoorden vanouds toe aan de landsheer of zijn vertegenwoordiger de strandvoogd, de vinder kon aanspraak maken op een deel van het vindersloon. De overheid verpachte vaak het recht op aangespoelde goederen aan de meest biedende.
Bewoners van de waddeneilanden beriepen zich op het recht om in vrijheid gebruik te maken van duinen en stranden, op Terschelling heet dit recht Oerol. Jutten vindt zijn bestaan in de armoede die er heerste, veel dat aanspoelde, denk b.v. aan wrakhout kon worden (her)gebruikt. Pas in 1931 (wet op de strandvonderij) en 1934 (wrakken wet) werd e.e.a. wettelijk geregeld. Voorwerpen die op het strand worden gevonden dienen naar de politie of de strandvonder te worden gebracht. Hoofd strandvonder is meestal de burgemeester, Vlieland heeft als enige gemeente nog een strandvonder in dienst.
Op verschillende plaatsen langs de kust herinneren musea aan het jutter verleden waarbij de ene verzameling nog indrukwekkender is dan de andere, wij waren te gast bij het Schipbreuk en Jutter museum Flora op Texel. Het is verbazingwekkend wat er al zo aanspoelt op het strand! Veiligheidshelmen, medicijnen, kleding, borden, TV's, radio's de lijst is eindeloos. Maar ook de persoonlijke bezittingen van omgekomen schipbreukelingen spoelen soms aan. En zo kan het dus gebeuren dat nabestaanden worden gevonden en worden uitgenodigd de spullen van hun dierbaren in ontvangst te komen nemen, voor velen een troost, de andere kant van het strandjutten!



vrijdag 26 oktober 2018

Van Haarlemmermeer tot City Airport: ruim 100 jaar Schiphol.

Afbeeldingsresultaat voor schiphol klm
Schiphol City Airport.


In de eeuwen voor het begin van de"droogmakerij" was het Haarlemmermeer een grote watervlakte.
Het Haarlemmermeer was ontstaan uit drie meren: het Spieringmeer in het Noorden, het oude Haarlemmermeer in het midden, en het Leidsemeer in het zuiden.
Door vervening en slechte of ontbrekende bedijking zorgde de natuur er voor dat de drie meren zich op den duur aaneensloten tot een meer met een oppervlakte 17 duizend hectare. Van Haarlem naar Amsterdam was er nog maar een route de Spaarnedammerdijk, met veel moeite kon de afscheiding tussen het IJ en het Haarlemmermeer worden behouden. Bij storm ging veel land verloren, zelfs dorpen zoals Nieuwerkerk en Rijk verdwenen in de golven, veel landverbindingen werden weggespoeld. In 1573 was het meer het toneel van een zeeslag tussen de Spaanse vloot en een Hollandse vloot tijdens het beleg van Haarlem. Leeghwater was de eerste die in de 17e eeuw plannen maakte tot drooglegging. Het duurde echter tot 1836, het Haarlemmermeer bedreigde toen zowel Amsterdam als Leiden, dat men besloot daadwerkelijk tot drooglegging over te gaan. Besloten werd geen gebruik te maken van windmolens maar van stoomgemalen. In 1848 werd het gemaal Leeghwater in werking gesteld, in 1849 volgde de gemalen de Croquius en de Lynden. In juli 1852 viel het Haarlemmermeer droog, daarna werd begonnen met de ontginning, tot op heden wordt nog gebruik gemaakt van (nieuwe) gemalen, in 1991 de Bolstra in 2001 de koning Willem I. De Haarlemmermeer nu een gemeente werd een glastuinbouwgemeente en later werd de luchthaven Schiphol ontwikkeld.De luchthaven Schiphol ligt op de plek waar ooit het dorp Rijk lag (verzwolgen door het water), Sciphol wordt in 1447 al in documenten genoemd.
Van oorsprong was Schiphol eigendom van het ministerie van oorlog en werd vanaf 1916 gebruikt als militair vliegveld, gedurende de Eerste Wereldoorlog werd het terrein uitgebreid tot 76 hectare. Op 17 mei 1920 opende de K.L.M. hier de lijndienst Amsterdam-Londen, het vliegveld verloor haar militaire betekenis, maar groeide als burgervliegveld. In 1935 bedroeg het terrein al 180 hectare, tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het een Duitse Fliegerhorst en werd het veelvuldig door de geallieerden gebombardeerd. Na de Tweede Wereldoorlog breidde de luchthaven zich steeds verder uit, in 1978 werd het NS station Schiphol geopend, stationsgebouwen met bijbehorende pieren werden uitgebreid. In 1991 verscheen een nieuwe verkeerstoren van 101 meter. De luchthaven werd in 2016 Koninklijk en telt meer dan 450.000 vliegbewegingen per jaar waarbij men gebruik maakt van zes start en landingsbanen en werd tot 6 maal verkozen tot beste luchthaven ter wereld en wordt met recht een City Airport genoemd. Met 500 bedrijven waar 65.000 mensen werken is Schiphol een belangrijke werkgever de totale oppervlakte van Schiphol bedraagt nu 2.787 hectare. Verwerkte Schiphol in 1920, 440 passagiers in 2015 waren dit er 58 miljoen en het einde is nog niet in zicht, men streeft naar 70-80 miljoen passagiers en dat allemaal op 3 meter onder N.A.P.!

vrijdag 12 oktober 2018

Cygnus ruimtevrachtschip voor het ISS ruimtestation.



Afbeeldingsresultaat voor cygnus
Cygnus in de nabijheid van de robotarm van het ISS.


Het ruimteschip ISS wordt regelmatig bevoorraad met verschillende onbemande ruimte vrachtschepen, tot 2000 vond dit voor het grootste gedeelte plaats met de Space Shuttle vluchten.
Daarna kwamen er verschillende aanbieders van ruimtevrachtschepen op de markt: de Russian Progress, de Europese Ariane Transfer Vehicle en de Japanse H-11. Om niet alleen van deze aanbieders afhankelijk te zijn ging de NASA "partnerships" aan met SpaceX dat de "Dragon" produceert en Orbital ATK dat de Cygnus (Cygnus vernoemd naar het sterrenbeeld Zwaan) heeft ontwikkeld.
Orbital ATK is een samengaan van de Orbital Science Corporation (1982) dat onder meer satellieten en de Antaris draagraket produceert en Alliant Techsystems (1990)dat onder meer de robotlander "Insight Mars" en delen van de James Webb Space Telescoop produceert. De Space Group onderdeel van het huidige Orbital ATK produceert naast satellieten ook delen van raketmotoren en het Cygnus ruimtevrachtschip dat geheel geautomatiseerd zonder bemanning werkt.
In april 2010 werd een ontwerp van de Cygnus op ware grote getoond, de eerste vlucht vond plaats op 18 september 2013. Op 12 januari 2014 kwam het tweede exemplaar bij het ISS aan, in december 2015 verscheen een verlengde versie gelanceerd d.m.v. een Atlas V raket. De Cygnus kan 3.500kg vracht mee nemen. Als de Cygnus bij het ISS ruimtestation is aangekomen zorgt de robotarm van het ISS ervoor dat de vrachtcapsule aan het ISS kan koppelen, waarna de vrachtcapsule ongeveer 30 dagen aan het ruimtestation blijft gekoppeld. Op de terug weg naar de Aarde wordt veelal afval en verouderd materiaal mee teruggenomen, waarna het onbemande ruimtevaartschip met inhoud in de dampkring verbrand.
Sinds 18 september 2013 zijn er zes succesvolle lanceringen geweest en een mislukte, op dit moment staan er 4 nieuwe vluchten gepland. De vlucht van 17 oktober 2016 CRS OA-5 bracht, na het bezoek aan het ISS op 25 november 2016 bij terugkeer naar de Aarde, 4 satellieten in een baan om de Aarde. De eerst volgende geplande vlucht vond in maart 2017 plaats en werd gelanceerd d.m.v. een Atlas V raket. De laatste Cygnus vlucht in 2018 staat gepland voor 17 november 2018. Waarna Orbital ATK voor de komende twee jaar een contract met NASA heeft afgesloten voor zes vrachtvluchten uit te voeren in 2019 en 2020.

vrijdag 28 september 2018

De stier van Paulus Potter en kunstroof.



Afbeeldingsresultaat voor de stier van potter
De stier van Potter.


Vandaag de dag is kunstroof uit musea en privé bezit een hot item, bij tijd en wijle duiken er in het buitenland schilderijen op, (zijn opgerold gemakkelijk te vervoeren) die jaren geleden werden ontvreemd. Vrij recentelijk nog in Italië en de Oekraïne. Er zijn zelfs kunstdetectives die dagelijks met de opsporing van geroofde kunst bezig zijn.
In het verleden deden zelfs regimes aan kustroof, wat te denken van Duitsland onder Hitler dat Joodse landgenoten beroofde en in het buitenland hele kunstverzamelingen buit maakte, waarvan tot op vandaag de dag grote aantallen kunstvoorwerpen spoorloos zijn gebleven.
Maar wat heeft de Stier van Potter hiermee te maken? Het schilderij hangt immers veilig in het Mauritshuis in den Haag? Ja maar dat is niet altijd zo geweest.
Van 1774 tot 1795 hing het schilderij in het schilderijenkabinet van de Stadhouder Willem V (gelegen aan het Buitenhof naast de Gevangenpoort in den Haag). Toen het Franse leger de Republiek der Verenigde Nederlanden binnenviel week de Stadhouder uit naar Engeland. De Fransen bedachten dat de Stadhouder een privépersoon was en naar het buitenland was uitgeweken en daarmee het recht op zijn bezittingen had verspeeld. Het grootste gedeelte van de collectie van Willem V waaronder Rembrandts, Rubens, van Dijck en Potter werden naar Parijs overgebracht en in het Louvre tentoongesteld. Het zelfde stond ook andere landen te wachten, door Frankrijk veroverd en "verenigd" met Frankrijk,zo groeide de collectie van het Louvre als kool.
Bij de eerste vrede van Parijs in 1814 probeerden de geallieerden de gevoelens van de Fransen te sparen, van teruggave van de kunstschatten was door het slimme optreden van de Franse diplomaat Talleyrand geen sprake. Alleen Pruisen en Brunswijk kregen wat schilderijen terug.
Na Waterloo in 1815 veranderde dit, de geallieerden bezetten Parijs en de Pruisen drongen het Louvre binnen en haalden als eerste hun kunstschatten weg. Een Belgisch Nederlandse commissie toog naar Parijs om de kunstschatten van België en Nederland terug te krijgen. Wellington moest er aan te pas komen om de kunstcollectie van o.a. de voormalige Stadhouder Willem V terug te krijgen, met behulp van Pruisische militairen lukte dit uiteindelijk. Zeven wagens vol schilderijen en kunstvoorwerpen verlieten het Louvre richting Nederland. Op 20 november 1815  arriveerden 110 schilderijen waaronder de Stier van Potter feestelijk in den Haag. In 1821 vonden de schilderijen hun definitieve plaats in het Mauritshuis.
De verzameling gouden en zilveren wapens, oude kaarten  en delen van de natuurhistorische verzameling waren in Frankrijk achter gebleven, niet alle schilderijen waren teruggevonden die waren inmiddels over andere musea buiten Parijs verspreid. Uiteindelijk stopte de Nederlandse
regering met pogingen de rest naar Nederland terug te halen.

vrijdag 14 september 2018

Nicolaus Cruquius landmeter, cartograaf, meteoroloog, sterrenkundige.


Afbeeldingsresultaat voor cruquius spaarndam
Gedenkraam Nicolaus Cruquius in Spaarndam.


Nicolaus Cruquius werd in 1678 op Vlieland geboren en niet in Delft, zijn oorspronkelijke naam was Nicolaas Kruik, zijn vader ging voor de V.O.C. in Delft werken waardoor het jonge gezin van Vlieland naar Delft trok. Samuel was koster, schoolmeester en wiskundige. Nikolaas liet in 1712 voor het eerst van zich spreken door samen met zijn broer een gedetailleerde kaart voor het Hoogheemraadschap Delfland te publiceren. In 1716 ging Nikolaas medicijnen studeren en in 1717 geneeskunde bij Boerhaave, hij vermelde bij inschrijving dat hij in Delft was geboren en schreef zich in onder zijn gelatiniseerde naam Nicolaus Cruquius dat klonk veel voornamer. Lang duurde de studie niet, hij ging verder als zelfstandig landmeter en kreeg verschillende opdrachten naast het maken van kaarten werd hij ook om advies en oplossingen op waterbouwkundig vlak gevraagd, veelal veel later werden deze na zijn dood ten uitvoer gebracht. Bijvoorbeeld de toestand van de grachten in Leiden, Cruquius bedacht een uitwateringssluis bij Katwijk n.a.v. peilingen en waterpassingen door hem verricht. Pas in 1807 werd de uitwateringssluis bij Katwijk gerealiseerd.
Als landmeter maakte hij als eerste landkaarten met dieptelijnen.
Cruquius is bekend om zijn weermetingen  die hij al vanaf zijn jeugd deed en bij hield, hier wordt bij historisch weeronderzoek nog steeds gebruik van gemaakt. Door zijn metingen is Nederland het enigste land ter wereld dat zo lang achtereen en zonder onderbrekingen het weer heeft gemeten.
Het aflezen van temperatuur, luchtdruk, vocht en neerslag gebeurde met gebruik van primitieve instrumenten. Hij bedacht een eigen thermometerschaal, vanaf 1727 gebruikte hij Fahrenheit. Cruquius vroeg de Staten van Holland in 1725 om financiële steun voor een meteorologisch  instituut dat ook hydrografische en waterstaatkundige gegevens kon verzamelen, maar hij werd niet serieus genomen, iedere provincie wou alles zelf bepalen, pas een eeuw later deed Buys Ballot een nieuw verzoek waarna het huidige K.N.M.I. werd opgericht. Ook pleitte Cruquius voor inpoldering van de Haarlemmermeer dat steeds groter en groter werd, tevergeefs pas veel later werd er tot inpoldering besloten. Hij hield zich ook bezig met astronomie en meette de stand van de planeten en hun banen, in 1729, 1735 en 1738 verschenen er boeken van zijn hand over dit onderwerp.
Cruquius overleed op 5 februari 1754, teleurgesteld, zijn begrafenis en erfenis had hij tot in detail geregeld, hij ligt begraven in het oude kerkje van Spaarndam waar men zijn grafsteen en een herdenkingsraam kan vinden.

Het gemaal langs de Haarlemmermeer polder en het er naast gelegen dorp zijn naar hem genoemd.
Het oudste weerboekje van Nederland aan de hand van Cruquius werd in 2006, 300 jaar na dato herdrukt bij van Wijnen in Franeker.

vrijdag 31 augustus 2018

Hidde Dirks Kat, bekende Amelander.

Hidde Dirks Kat, 1747-1824.

Het is dit jaar 200 jaar geleden dat het dagboek van walvisvaarder Hidde Dirks Kat werd gepubliceerd. Hier wordt in Ameland volop bij stilgestaan.
Hidde werd op 14 juni 1747 in Hollum op Ameland geboren, hij trouwde in 1775 met Jantje Jans zij hadden samen 4 kinderen. Hidde Dirks Kat ging zoals velen op de Waddeneilanden op walvisvaart en klom op tot commandeur. 
In 1777 voerde Hidde met vijf andere schepen uit, richting Groenland, met als doel de robben en walvisvangst. Hij had het bevel over de tweemaster birk "Juffrouw Klara".
Tegen het eind van de zomer werden de schepen door het kruiend ijs verrast en werden samen met nog 12 andere schepen verpletterd door het ijs, het is dan oktober 1777. Men probeerde via ijsschotsen te ontkomen naar het vaste land. De bemanningsleden moesten zich proberen in leven te houden velen kwamen echter om, ze verdronken of bevroren in de kou. Een aantal waaronder Hidde weet met behulp van Eskimo's Groenland te bereiken. Hidde gaat een dagboek bijhouden, het dagboek schetst een levendig beeld van de ontberingen die men op het ijs moest doorstaan en de gastvrijheid van de Inuit. De geredden overwinteren in de Deense kolonie Frederikshoop, van de in totaal 450 opvarenden van de in totaal 18 schepen komen er 331 om het leven. In februari 1778 laat Hidde van zich horen, hij schrijft vanuit Straat Davids een brief aan zijn echtgenote op Ameland waarin hij beschrijft wat er sinds de zomer van 1777 is gebeurt en hij verteld van de overlevingstocht over de ijsschotsen waarbij velen verdronken en of omkwamen van de kou. In de zomer van 1778 keren Hidde en de overgebleven bemanningsleden terug op Ameland.
Hidde gaat niet meer op walvisvaart maar is door de gebeurtenissen beroemd geworden. Zijn laatste levensjaren, zijn echtgenote was al overleden, brengt Hidde bij zijn nicht Meinke Kats door, pas in 1817 wordt zijn dagboek gepubliceerd.
Op de begraafplaats bij de Hervormde kerk in Hollum staat zijn grafsteen met daarop vermeld: H.D. Kat. Bij het verzorgingscentrum "de Stelp" in Hollum staat een standbeeld van Hidde Dirks Kat waarbij zijn vinger wijst naar de plek waar vroeger zijn huis stond.

Dit jaar is zijn dagboek opnieuw maar nu in hedendaags Nederlands als paperback uitgegeven. Ter gelegenheid van het jubileum werd door de Amelander bierbrouwerij een speciaal bier gepresenteerd genoemd naar Hidde Dirks Kat.



vrijdag 6 juli 2018

Gevlogen boven Nederland: McDonnell Douglas F-15 A/B en C/D Eagle.

McDonnell Douglas F-15A Eagles


In de V.S. werd in de zestiger jaren van de vorige eeuw onderzoek gedaan naar de opvolger van de   F-4 Phantom, een toestel dat in staat zou zijn de Mig 25 te evenaren en zelfs te overtreffen.
De opvolger moest een onderscheppingsjager voor de lange afstand worden, met een topsnelheid van mach 2,5. Vier concerns dienden hun voorstellen in en op 23 december 1969 werd besloten dat McDonnell Douglas het contract had gewonnen. De eerste vlucht van de F-15A vond plaats op 27 juli 1972 en de eerste vlucht van de tweezitter de F-15B, in juli 1973. De F-15C en de tweezits versie, de F-15D, kwamen in 1978 in productie en maakten hun eerste vlucht in februari en juni van dat jaar.
Deze versie kon extra brandstof meenemen in zogenaamde fast packs, die tijdens de vlucht konden worden afgeworpen. Deze fast packs zorgden voor nog meer extra brandstof en er was een nieuwe digitale computer geïnstalleerd, alsmede een systeem dat de vlieger in staat stelde met alle bewapening/last 9 g te vliegen.Op 13 september 1978 arriveerden de eerste F-15A Eagles op de vliegbasis Soesterberg. Zij vervingen de F-4E Phantoms van het 32ste Tactical Fighter Squadron.
In december 1978 werd de operationele sterkte van 18 Eagles bereikt, in 1980 werden de A/B types ingeruild voor de C/D. De eerste F-15C's arriveerden op 13 juni 1980. In 1983 werd het aantal uitgebreid naar 24 stuks. Tijdens de eerste Irak oorlog werd in 1990 de helft van het vliegtuigbestand met spoed aan Saoedi Arabie verkocht. In oktober 1999 kreeg het squadron er echter weer 6 toestellen bij, maar dat waren verouderde F-15A's. De andere 12 F-15C's werden eveneens omgeruild voor het A model en ondergingen een modificatie programma MISP, met onder meer verbetering van het computersysteem voor de bewapening.
De F-15 Eagle was tijdens het verblijf in Nederland (1978-1994) het veiligste vliegtuig waar ooit mee was gevlogen, het 32ste squadron is gedurende deze periode dan ook een aantal keren uitgeroepen tot beste eenheid binnen de Amerikaanse Luchtmacht.
De Koude Oorlog was voorbij en dientengevolge van Amerikaanse bezuinigingen werd het 32ste Tactical Fighter Squadron op 1 juli 1994 gedeactiveerd en vertrokken de Eagle's naar de V.S.
Gevlogen boven Nederland is niet helemaal waar, regelmatig worden er vier of meerdere Eagles tijdelijk op Nederlandse vliegbasis (Leeuwarden) gestationeerd,de tijden veranderen!
Het Nationaal Militair Museum heeft een F-15 Eagle in haar permanente expositie.





vrijdag 15 juni 2018

Jac. P. Thijsse grondlegger van de Nederlandse natuurbescherming.


Afbeeldingsresultaat voor jac p thijsse
Jac. P. Thijsse

Jacobus Pierre Thijsse werd op 25 juli 1865 in Maastricht geboren, zijn vader was beroepsmilitair en dat zorgde er voor dat het gezin vaak verhuisde van Maastricht ging het naar Grave en van daar naar Woerden waar Ko voor het eerst naar school gaat. Zowel in Grave als in Woerden trok Ko er op uit de natuur in, dat zorgde ervoor dat hij nog wel eens spijbelde, de natuur was belangrijker. In Amsterdam ging hij naar de Kweekschool waar veel buitenschoolse activiteiten in de natuur werden georganiseerd, hij raakte gepassioneerd van de natuur. In 1883 kreeg hij zijn eerste aanstelling als derde onderwijzer waarna na het behalen van de hoofdakte en enkele taalakten hij bevorderd werd tot tweede onderwijzer. Eind 1889 werd hij schoolhoofd op de Franse school op den Burg Texel, wat genoot hij daar van de omgeving, de natuur op zijn best, hij trouwde er in 1891. Vanwege heimwee van zijn echtgenote vertrokken zij in 1892 naar Amsterdam waar hij hoofd van de Openbare school werd. In 1905 stond Jac. Thijsse aan de wieg van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en was er tot zijn dood secretaris. Aanleiding was het voorstel van B&W van Amsterdam om het Naardermeer te dempen met stadsafval, verzet van Thijsse leidde tot oprichting van Natuurmonumenten met het doel: het aankopen en in eigen beheer nemen van Natuurmonumenten.
Zo werd het Naardermeer in september 1906 het eerste natuurreservaat in Nederland.Thijsse was ook medeoprichter van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels, ook bij de Nederlandse Natuurhistorische Vereniging en de Nederlandse Ornithologische Vereniging was Thijsse betrokken.
Samen het Heimans schreef Thijsse al vanaf 1894 natuurboekjes voor de jeugd, samen richten zij de tijdschriften: "de levende natuur" en "tijdschrift voor de Natuursport op". Het Vogeljaar beleefde 7 herdrukken, bekend zijn de serie: Nederlandse landschappen en niet te vergeten de beroemde Verkade albums die vanaf 1904 verschenen zoals o.a.de titels: Lente,Zomer, Herfst, Winter, het Naardermeer, Friesland, Langs de Zuiderzee en Texel. In 1965 verscheen postuum het laatste album in de reeks Verkade albums: "Vogelzang".
In totaal schreef Thijsse 45 boeken en meer dan 2000 artikelen.
In 1906 werd Thijsse gekozen tot lid van de Maatschappij der Nederlandse Letteren, in 1922 kreeg hij een ere-doctoraat aan de universiteit van Amsterdam. In 1925 werd hij benoemd tot officier in de orde van Oranje Nassau en in 1935 werd hij ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw.
Op zijn 60ste verjaardag kreeg Thijsse twee hectare grond in Bloemendaal aangeboden, Thijsse's hof zoals het ging heten wordt nog steeds door verschillende schoolklassen gebruikt voor het geven van biologie lessen.
Jac. P. Thijsse overleed in 1945 aan een hartaanval en is in Bloemendaal begraven.

vrijdag 25 mei 2018

Eten in de ruimte.

Afbeeldingsresultaat voor eten in de ruimte
Ruimtevoedsel met barcode, bestek met magneten.

De eerste mens die in de ruimte en dus in gewichtloosheid at, was Yuri Gagarin, tussen dit moment in 1961 en nu in 2018 is er op dit gebied veel veranderd mede omdat de mens steeds langer in de ruimte verblijft. Het begon allemaal met voedsel gemaakt tot een pasta dat uit tubes moest worden geknepen, kleurloos en smaakloos. Om te voorkomen dat het eten zou gaan rondzweven was het in tubes gestopt. Nu het verblijf in de ruimte maanden en de toekomst misschien wel jaren kan duren is het belang van uitgebalanceerd en gevarieerd voedsel steeds belangrijker. De tubes werden later voorzien van een laagje gelatine om te voorkomen dat er schilfertjes van de tube in de ruimte zouden blijven rondzweven. De volgende stap werd gevriesdroogde poeder dat met moeite vloeibaar was te maken en onsmakelijk was. Tijdens de Gemini vluchten kwamen er nieuwe verpakkingen en konden gevriesdroogde producten beter worden aangemaakt. Astronauten waren nu in staat maaltijd combinaties te kiezen zoals: garnalen cocktail, soep, bacon, kip, groente, pudding en appelmoes.
Met de komst van het Apollo programma kon er voor het eerst gebruik worden gemaakt van heet water, het plastic bakje dat kon worden uitgelepeld deed zijn intrede. Met de komst van Skylab verscheen de eettafel en kreeg men de beschikking over bestek (dat door magneten werd vastgehouden) en waren er 72 verschillende voedingsmiddelen die langer bewaard konden worden omdat ook de vries/koelkast was ingebouwd en dus voor het eerste verse groenten. Met de komst van het ISS dient het voedsel na aankomst in het ruimtestation nog 9 maanden houdbaar te zijn. Alle voedingsmiddelen moeten onder laboratorium omstandigheden worden verpakt er mag geen enkele bacterie in het voedsel zitten (voedselvergiftiging). Bekende koks koken tegenwoordig speciale maaltijden voor gebruik in de ruimte. De bekende Franse chef Ducasse creëerde 13 nieuwe recepten voor gebruik in de ruimte, andere bekende chefs volgden: Lagasse, Wohlfahrt, Scabin. Tegenwoordig verzorgt Argotec in Turijn in opdracht van de ESA de "persoonlijke" maaltijden voor de astronauten. Zo gauw duidelijk wordt welke astronaut op missie gaat, neemt Argotec met hem of haar contact op en vraagt de etensvoorkeuren van de persoon, daarna volgt er later nog een proef en reuk sessie.
Zo is het in het ISS gebruikelijk geworden dat de astronaut minstens een maal zijn "persoonlijke"
maaltijd deelt met zijn collega's, verbroedering in de ruimte!


Afbeeldingsresultaat voor eten in de ruimte ISS
Etenstijd in het ISS ruimtestation.

vrijdag 27 april 2018

Jacob Binckes, vergeten zeeheld.

Afbeeldingsresultaat voor jacob binckes
Jacob Binckes.
Bijna iedere wat grotere plaats in Nederland heeft wel een zeehelden buurt. Een straatnaam die je bijna tevergeefs zult zoeken is die van Jacob Binckes. Ondanks dat hij slechts Commandeur was werd hij drie maal uitgezonden als leider van belangrijke missies, zijn belangrijkste wapenfeit: de herovering van Nieuw-Nederland in 1673. Binckes werd in 1637 in Koudum geboren uit een gezin van grotendeels schippers op de koopvaardij. Zijn eerste reis maakte Jacob Binckes in 1656 naar het Russische Archangelsk. Binckes ging van de koopvaardij over naar de Admiraliteit van Amsterdam  waar hij onder Michael de Ruijter diende tijdens onder meer in de Tweede Engels-Nederlandse oorlog tijdens de Tweedaagse zeeslag in 1666. Daarna werd hij schipper op de "Essen" waarmee hij in 1667 de Medway op voer tijdens de tocht naar Chatham. Tijdens de Derde Engels-Nederlandse oorlog was hij kapitein op de "Woerden" tijdens de slag bij Solebay in 1672. Jacob Binckes werd in 1672, hij was inmiddels opgeklommen tot Commandeur, aan het hoofd gesteld van een eskader dat door de Admiraliteit van Amsterdam naar Cadiz werd gezonden. In mei 1673 voegde hij zich bij de vloot van Cornelis Evertsen de Jongste. St. Eustatius werd door Binckes heroverd op de Engelsen waarna men naar de Amerikaanse Oostkust voer waar een Engelse tabaksvloot werd buitgemaakt. Daarna verscheen de vloot voor New York dat door de Engelsen op de Nederlanders was veroverd. De schepen gingen bij Manhatten voor anker waarna men de overgave van New York eiste toen dit uitbleef werd het fort St. James gebombardeerd waarna de stad zich overgaf. Verder landinwaarts werd het fort Albany op 29 juli 1673 veroverd waarna de kolonie Nieuw Nederland weer een feit was, New York werd omgedoopt tot Nieuw Oranje. Binckes verliet als een van de laatste Nieuw Nederland toen in 1674 bij de Vrede van Westminster Nieuw Nederland terug in Engelse handen viel. In de jaren erna was Binckes in de Middenlandse zee en Oostzee te vinden waar achtereen  zeerovers en Zweden werden bestreden. Binckes verliet op 16 maart 1676 voor het laatst keer de haven van Texel, hij kreeg de opdracht mee de Fransen in West-Indië aan te vallen. Op 6 mei 1676 veroverde hij Cayenne in Frans Guyana en op 20 juni St. Maarten. Op 16 juli veroverde hij Haïti. Binckes hielp daarna de toen Nederlandse kolonie Tobago te versterken tegen mogelijke Franse aanvallen. Op 3 maart 1677 vond de eerste slag bij Tobago plaats die door Binckes werd gewonnen. Op 12 december 1677 vond de Tweede slag bij Tobago plaats, Jacob Binckes sneuvelde tijdens de Franse aanval op zijn vlaggenschip "de Beschermer".

Er zijn slechts 4 straten naar Jacob Binckes vernoemd: in Amersfoort, Koudum, Leeuwarden en Willemstad op Curaçao.

vrijdag 6 april 2018

Joeri Gagarin de eerste mens in de ruimte,

Afbeeldingsresultaat voor yuri gagarin
Joeri Gagarin.

Sinds de lancering van de eerste kunstmaan de Spoetnik-1 was de ruimterace tussen de Sovjet-Unie en de V.S. in volle gang. De wedloop om wie er het eerst een mens in de ruimte zou brengen werd door de Sovjet-Unie gewonnen, een feit dat tot op vandaag de dag in Rusland wordt herdacht.
Joeri Gagarin werd in 1959 door Sergei Korolev het hoofd ontwerp Russisch Ruimteprogramma, tijdens de toen lopende selecties gekozen als de eerste kosmonaut.
Slechts twee dagen voor de start van de Wostok-1 (Vostok) werd bekend wie als eerste kosmonaut in de ruimte zou worden gebracht. Het werd Gagarin, Titov werd de reserve.
De lancering vond plaats vanaf een plek waar het zelden slecht weer is, de lanceerbasis Baikonoer in de steppen van Kazachstan. Op de ochtend van 12 april 1961 werden Joeri Gagarin en German Titov in hun ruimtepakken gehesen en vertrokken zij in een gewone blauw witte stadsbus naar het startplatform. Daar wordt Gagarin in de capsule geholpen en neemt hij plaats op een soort schietstoel.
De schietstoel kon voor twee zaken worden gebruikt, 1: ging er bij de eerste fase van de lancering iets fout dan zou de kosmonaut d.m.v. de schietstoel worden gelanceerd. 2: bij terugkomst naar de aarde wordt de schietstoel op 7 kilometer geactiveerd, Gagarin land per parachute op de aarde.
De ronde deksel die de capsule afsloot werd vervolgens met 32 bouten aangedraaid. Om 09.07 uur maakte de raket zich los van de aarde, Joeri Gagarin maakte een vlucht van anderhalf uur en maakt daarbij een omloop rond de aarde. Boven Afrika werd de remraket ingeschakeld en op 7 kilometer hoogte werd Gagarin uit de capsule geschoten ( de capsule zou met een snelheid van 30 kilometer per uur neer komen)  Hij landde vervolgens met zijn rood-witte parachute op een aardappelveld in Saratov aan de oevers van de Wolga. Twee dagen na zijn landing krijgt Gagarin een helden ontvangst op het Rode Plein in Moskou waarna een zegetocht door de wereld (behalve in de V.S.) begon.
Op 27 maart 1968 (50 jaar geleden)kwam Gagarin op 34 jarige leeftijd samen met zijn vlieginstructeur tijdens een trainingsvlucht om het leven. Niet ver van Sterrenstad ( Zvjozdny gorodok: woon-en werkcentrum kosmonauten en medewerkers ruimtevaart )boorde het vliegtuig zich in de grond. Een legende was vroegtijdig aan zijn eind gekomen, de eerste mens in de ruimte.

vrijdag 23 maart 2018

De toekomst, ruimtevaart en sterrenkunde: Chriet Titulaer 1943-2017.

Afbeeldingsresultaat voor apolloraket domtoren
Saturnusraket tegen de Domtoren tijdens Space 86.

Met zijn karakteristieke voorkomen: ringbaard, kapsel en Limburgs accent bleef Chriet Titulaer vanaf zijn eerste televisie optreden tot aan zijn dood bekend.
Chriet Titulaer werd in 1943 in Hout- Blerick nabij Venlo geboren. Hij studeerde sterrenkunde aan de Universiteit van Utrecht. Hij werkte enige jaren als astronoom in Parijs en Arizona. Aan de universiteit van Arizona hielp hij bij het selecteren van landingsplaatsen op de Maan voor de Apollo maanlandingen, hiermee groeide zijn interesse voor de ruimtevaart. Algehele bekendheid verwierf Chriet samen met Henk Terlingen in 1969 tijdens het rechtstreeks verslag van de eerste maanlanding, het gehele verdere Apollo programma voorzag hij voor de Nederlandse televisie van commentaar waarna vanaf 1981 het Space Shuttle met de lancering van de Columbia volgde. 
Vanaf 1983 ging Titulaer TV programma's maken o.a. voor de Tros: Wondere Wereld, waarbij hij op een heldere manier moeilijke wetenschappelijke ontwikkelingen en verhandelingen kon uitleggen.
Tevens was hij de auteur van verschillende Teleac cursussen. Zoals in 1966: "Mens in het heelal". In 1986, organiseerde hij de tentoonstelling "Space 86", ter ere van Space 86 werd een afbeelding van een Saturnus raket op ware grote naast de Domtoren geplaatst, dit om iedereen een idee te geven van de grote van een maanraket. In 1989 begon Titulaer met "Het huis van de toekomst", in gedurende 7 jaar trok het huis in Rosmalen 3,5 miljoen bezoekers, de bezoekers kregen een idee van hoe slimme technologie in een woning van de toekomst kon worden toegepast, het huis beschikte over meer dan 200 snufjes waaronder: fax, cd-speler, beeldtelefoon en TV met thema kanalen, in het huis werd tevens afvalscheiding toegepast. Al snel volgde een nieuw project'"Het kantoor van de toekomst", dat was ingericht met o.a. zonnepanelen en waterrecycling, Titulaer propageerde toen al dat je eigenlijk niet naar kantoor hoeft te komen om er te werken, dat je dat ook thuis kon doen.                            "Het Ziekenhuis van de toekomst" en het" Hotel van de toekomst" kwamen door te hoge kosten niet van de grond.
Al in 1985 werd door Titulaer de computerterminal voor thuis winkelen geïntroduceerd en kwam het glasvezel netwerk in zicht. Chriet Titulaer schreef zo'n 30 boeken met als onderwerp: ruimtevaart, sterrenkunde en de toekomst met als laatste in 1997 een biografie.
In de jaren negentig werd Chriet door gezondheidsproblemen genoodzaakt zijn media productiebedrijf  te verkopen, zijn laatste jaren verbleef hij in een verzorgingshuis in Driebergen.
Er werd een planetoïde (12133) en een trein van Veolia naar hem genoemd.


Chriet Titulaer.





vrijdag 9 maart 2018

Jaap Eden, eerste wereldkampioen schaatsen allround.

Afbeeldingsresultaat voor jaap eden
Jaap Eden, 3 maal wereldkampioen schaatsen allround.

Twee keer achtereen nummer vijf op de wereld ranglijst van de Olympische Winterspelen, Nederland is oppermachtig als schaatsland. Bij het WK schaatsen allround is het al niet anders, de lijst bij de mannen wordt aangevoerd door Sven Kramer (9 maal wereldkampioen) en bij de lijst voor de vrouwen staat Ireen Wust op de tweede plaats (6 maal wereldkampioen). Vele denken dat het wedstrijdschaatsen op internationaal niveau begon bij Art en Keesie tijdens de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw, maar niets is minder waar. In de 19e eeuw bezat Nederland ook een schaatser van wereldformaat Jaap Eden.
In 1892 werd de Internationale Schaats Unie opgericht, welke vanaf 1893 het Wereldkampioenschap schaatsen allround voor mannen ging organiseren, voor vrouwen vanaf 1936.
Jaap Eden groeide op bij zijn grootouders die in Santpoort een hotel expoiteerden, Jaap bracht in zijn jeugd veel tijd door met sporten in de Kennemer duinen, de basis voor zijn sportcarierre werd daar gelegd. Klaas Pander was schaattrainer en had Jaap Eden op vijftien jarige leeftijd ontdekt. (Klaas Pander was de eerste Nederlander die in 1889 en 1891 een medaille won tijdens de voorlopers van de Wereldkampioenschappen). In 1890 reed Jaap zijn eerste schaatswedstrijd op de korte baan. In 1893 werd hij Wereldkampioen allround in Amsterdam, in 1894 verbeterde hij twee wereldrecords, dat op de 5.000 meter zou 17 jaar blijven staan. Tijdens het EK in Hamar in 1894 verscheen Jaap Eden slechts op 1 afstand, andere afstanden had hij laten schieten omdat hij in het hotel waar hij verbleef een leuk kamermeisje had ontmoet. In 1895 werd hij in Hamar opnieuw Wereldkampioen wat hij in 1896 in St. Petersburg nogmaals herhaalde. Geld verdiende hij niet veel in die tijd en dat terwijl rezen naar buitenlandse schaatsevenementen veel geld kostte. Om in conditie te blijven was hij buiten de winterperiodes al gaan wielrennnen, dat ging zo goed dat hij ook hier aan internationale wedstrijden ging mee doen en .... het verdiende goed. In 1894 werd hij Wereldkampioen op de 10 kilometer en in 1895 op de sprint. Na het W.K. schaatsen alrround in St. Petersburg in 1896 stopte hij met schaatsen en ging verder met het wielrennen, in 1896, 1897 en 1898 won hij diverse grand Prix in o.a. Amsterdam, Leipzig en Brussel. In die jaren verdiende hij zo'n 40.000 gulden per jaar in die tijd een fortuin! In 1915 stopte hij met wielrennen mede door een verkeerde levensstijl ging zijn gezondheid achteruit. In 1922 werd er voor Jaap Eden en zijn gezin een ondersteuningsactie georganiseerd, hij was zwaar aan de drank geraakt en moest afkicken. Hij was was niet meer in staat voor zijn gezin te zorgen (hij had zijn fortuin verdiend met wielrennen er doorgejaagd), de familie wilde de prijzen van Jaap verkopen, de ondersteuningsactie kon dit voorkomen. Jaap Eden overleed in 1925 op 51 jarige leeftijd als een arm en eenzaam mens, om zijn begravenis te betalen moesten alsnog zijn medailles en bekers worden verkocht.

De eerste kunstijsbaan in Nederland (en de derde ter wereld) aangelegd in 1961 werd naar hem vernoemd. Het beeldje dat de sportman, sportvrouw, sportploeg en gehandicapte sporter van het jaar krijgen, draagt zijn naam.  

Afbeeldingsresultaat voor jaap eden
Jaap Eden als "schaatskoning".


vrijdag 23 februari 2018

Winters van weleer, de Waddeneilanden waren alleen via de lucht te bereiken.

Piper Cub op het strand van Terschelling. foto:NIMH


Nu het op het einde van deze "winter" weer eens echt gaat vriezen is het tijd eens terug te blikken naar de vorige eeuw. De winters waren lang en koud, isolatie en dubbel glas waren er nog niet. Het vroor zo hard dat de Waddeneilanden en toen ook Urk door het vele ijs onbereikbaar werden.
Vanaf 1922 werden door de komst van het vliegtuig s'winters verbindingen onderhouden met het vaste land. Vanaf Amsterdam vonden de meeste vluchten plaats vanaf 1937 werd er ook vanaf Eelde gevlogen. De meeste vluchten vonden plaats met de Fokker F7A, F8, en de Douglas DC-2 en DC-3 allen gevlogen door de K.L.M.  De meest notoire winters waren die van 1922, 1928, 1929, 1937 en 1938. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het de Duitse luchtmacht die vluchten van en naar de eilanden onderhield, veelal in eigen belang.Na de Tweede Wereldoorlog waren het de Koninklijke Luchtmacht en de M.L.D. die tijdens de winters van 1946-1950, 1954-1956 en 1961-1963 de verbindingen met het vaste land onderhielden. Gebrek aan brandstof was er vlak na de oorlog, militaire vliegvelden moesten zelfs tijdens de winter sluiten, wat het niet gemakkelijker maakte.
Austers en Dominies vervoerden tijdens de winter van 1946-1947 zo'n 500 passagiers en 10 ton vracht, daar waren wel meer dan 150 vluchten voor nodig. Op de eilanden werden provisorisch ingerichte landingsstrips aangelegd veelal op het strand of op het met sneeuw bedekte weiland.
In de winter van 1956 waren er 109 landingen op Vlieland, Terschelling en Schiermonnikoog waarbij 409 personnen, 264 kg vracht en meer dan 21.700 kg post werd vervoerd.
In 1963 heeft men in de Waddenzee 21/2 maand last van het ijs, overdag vroor het 10 tot 15 graden met een laagste temperatuur van -20.8 graden. Er vonden die winter 750 vluchten plaats waarbij 2000 passagiers, 38.000 kg post en 16.000 kg vracht werd vervoerd. De Luchtmacht dat die winter ook helikopters inzette kon het niet meer aan, men kreeg hulp van Martinair Air Charter dat was uitgerust met de Douglas C-47B Skytrain en de DH 114 Heron. Er werd een landelijk comité wintervoeding vogels opgericht waarmee geld werd ingezameld om de vogels van voedsel te voorzien, de luchtmacht strooide het voedsel vanuit vliegtuigen uit boven met name het IJsselmeer en de Biesbosch.Tijdens de Elfstedentocht op 18 januari 1963 was de gevoelstemperatuur -20C, zo koud als in 1963 is het sindsdien niet meer geworden!


De haven van Schiermonnikoog.



vrijdag 9 februari 2018

Jan van der Heyden, uitvinder van de brandspuit.

Afbeeldingsresultaat voor jan van der heyden brandspuit
Brandspuit ontworpen door Jan van der Heyden.

Jan van der Heyden werd op 5 maart 1637 in Gorinchem geboren, hij was de zoon van een graanhandelaar en kwam in 1646 met zijn ouders naar Amsterdam waar het gezin langs de Dam ging wonen. Van zijn jeugd weten wij maar weinig, toen Jan in 1661 in ondertrouw ging noemde hij zich al schilder. Hij schilderde voornamelijk stadsgezichten en werd bekend om zijn grote nauwkeurigheid en de beheersing van het perspectief. Het schilderen van figuren liet hij aan anderen over. Naast dat hij schilder, tekenaar en etser was, bezat hij een werkplaats waarin een spiegel en lijstenmakerij was gevestigd en was hij uitvinder. In 1670 werd Jan van der Heyden benoemd tot opzichter van de Amsterdamse straatverlichting, een benoeming die hij te danken had aan de door hem ontworpen straatlantaarn. Van groter belang echter waren zijn vindingen op brandbestrijdingsgebied.
In 1672 vervaardigde Jan van der Heyden samen met zijn broer Nicolaas een leren brandslang. In 1677 kreeg hij octrooi op een brandspuit die onafgebroken water kon geven d.m.v. het zuigpomp procedé. Brak er een brand uit dan waren er geen rijen mensen meer nodig die d.m.v. het doorgeven van emmertjes water probeerden de brand te blussen, de brandspuit maakte dit werk overbodig.  
In 1690 publiceerden vader en zoon van der Heyden het "Slangbrandspuitenboek", het boek bevatte beschrijvingen van branden en brandbestrijdingstactieken Jan voorzag het boek van zijn eigen tekeningen die hij tijdens branden had gemaakt, een van de bekendste is die uit 1677 van de brand op de Elandsgracht, het was eerste brandweerboek ter wereld!
In de plaatselijke Amsterdamse verordening van 1685 werd bepaald dat de opzichters van het brandblusmaterieel voortaan "Generaal Brandmeester" zouden  heten. Deze functie ging allereerst naar Jan van der Heyden en later naar zijn zoon. In 1708 vonden de eersten brandspuiten hun weg naar het buitenland: voor 385 gulden per stuk werden de eersten aan Tsaar Peter de Grote van Rusland verkocht. Naast schilderen en uitvinden had hij ook nog tijd voor andere zaken zoals ontwerpen maken voor o.a. moddermolens en kachels. In 1700 bouwde hij het vuurbaken op de vuurtoren van IJdoorn bij de Zuiderzee. Jan van der Heyden overleed op 28 maart 1712.
Aan de voorkant van de Koestraat 5 bij de Nieuwmarkt waar Jan van der Heyden 30 jaar lang zijn werkplaats had gehad werd ter zijne gedachtenis een gedenksteen onthuld.


Gedenksteen Jan van der Heyden.

vrijdag 26 januari 2018

Het Texeler schapenras.

Het Texeler schapenras: de Texelaar.

Een schapenras dat onlosmakelijk verbonden is met het eiland Texel is het Texeler schaap of Texelaar. Uit documenten blijkt dat er in 1477 al schapen rond liepen op Texel de zg. pijlstaart. Na 1860 werd dit ras gekruist met het Engelse Leicester ras en later met het Lincolnshire ras, het eindproduct had meer vlees en een betere kwaliteit wol.Na het oprichten van het Texels Schapenstamboek in 1909 werden de ras kenmerken vastgesteld en het kruisen met andere rassen gestopt, het fokken ging door, het huidige ras mag er zijn en geniet wereldfaam. Kenmerken t.o.v. de andere schaap rassen: een wat gedrongen schaap met een brede kop met een groot aanpassingsvermogen en zelfs aaibaar. Het ras heeft zich geleidelijk over de provincies verspreidt en wordt zelfs naar het buitenland geëxporteerd. Op Texel verblijven jaarlijks net zoveel schapen als inwoners zo rond de 14.000, in het vroege voorjaar komen daar zo'n 11.000 lammeren bij.
Op Texel vindt je nog de karakteristieke schapenboeten, een klein schuurtje met een zadeldak dat aan een kant is afgeschuind, waar het voer en hooi (ver van de boerderij maar dichtbij het gras gebied van het schaap) werd opgeslagen. Schapen stonden niet in de schapenboet! Een aantal zijn gered en inmiddels gerestaureerd en nu gemeentelijk monument.
Omdat Texel als eiland niet al te groot is kan gemakkelijk worden vastgesteld wat een schaap gedurende het leven oplevert: dekbedden, wol, wollen truien, sokken, dassen, dekens, wanten en stuurhoezen, hoofdkussens, onderdekens en pantoffels. Schapenvlees, lamsbout, schapenmelk en schapenkaas. Verzorgingsproducten zoals wolvet, lanoline, crèmes, balsems en zalf voor dieren.



zaterdag 13 januari 2018

Thor Heyerdahl antropoloog schepper van de Kon-Tiki & Ra.

Thor Heyerdahl voor de Kon-Tiki.

Thor Heyerdahl werd op 6 oktober 1914 in Larvik, Noorwegen geboren, hij was de zoon van een meester brouwer. Als kind toonde hij al interesse in de dierenwereld en had thuis al een klein museum. Hij studeerde zoölogie en aardrijkskunde aan de Universiteit van Oslo. Tussendoor bestudeerde hij Polynesische kunst en geschiedenis. In 1936 vertrok hij met zijn vrouw voor een reis naar de Markiezen eilanden in Frans Polynesië, zijn onderzoek aldaar verscheen in boekvorm dat als "de jacht naar het paradijs" in 1938 uitkwam.
In 1947 zeilde Heyerdahl samen met 5 anderen van Peru naar Tuamotus in Frans Polynesië, voor het zelf ontworpen vaartuig gebruikte men balsahout en andere natuurlijke materialen, het vaartuig werd Kon-Tiki gedoopt. De bouw van het vaartuig was gebaseerd op de tekeningen die de Spaanse veroveraars van de Inca schepen hadden gemaakt, archeologisch materiaal en legenden suggereerden dat er contacten waren geweest tussen Zuid Amerika en Polynesië, de tocht bewees dat een dergelijk contact mogelijk was, het boek dat Heyerdahl er over schreef verscheen in 70 talen en werd verfilmd.
In 1955-1956 organiseerde Heyerdahl een expeditie naar Rapa Nui (Paaseiland), hij onderzocht het feit dat toen Roggeveen Paaseiland ontdekte hij er naast indianen en Polynesiërs ook blanken aan trof. Zijn boek over deze expeditie Aku Aku was een bestseller.
In 1969 en 1970 liet Heyerdahl twee boten bouwen van papyrus de Ra en Ra II, in een poging de Atlantische Oceaan over te steken vanaf Marokko, hij gebruikte oude tekeningen van de Egyptenaren, de bemanning bestond uit 7 man, een eerste poging mislukte na 6440 kilometer.Men strandde een paar honderd kilometer voor de Caraïben. De poging met de Ra II een jaar later was succesvol, de boot bereikte Barbados. Een ander schip dat werd gebouwd was de Tigris gemaakt van riet, om daarmee te bewijzen dat er in de oudheid overzee handel en migratie plaatsvond tussen Mesopotamië en de Indus vallei,na 5 maanden varen raakte de Tigris verzeilt in de Rode Zee toen oorlogsgebied. Omdat men toen vanwege de oorlogssituatie niet meer in  staat was de zee op te varen liet Heyerdahl  de Tigris verbranden en tekende hij protest aan bij de V.N. In 1981, 1994,1999 en 2000 bezocht Heyerdahl Azerbeidzjan en Rusland, de rotstekeningen die hij in de buurt van Baku tegenkwam toonden gelijkenis met die in zijn eigen land Noorwegen, hij geloofde dat een volk uit Azerbeidzjan naar het noorden was getrokken om zich in Scandinavië te gaan vestigen (voorlopers van de Vikingen), hij gebruikte daarbij Noorse sagen waar o.a. in stond dat Odin naar het noorden was getrokken met zijn volk. Ook leidde hij opgravingen in de Malediven en bestudeerde de piramiden van Guimar op Tenerife, waarbij hij aantoonde dat het volk dat ze gebouwd had de zon aanbad en dat Tenerife in de oudheid een tussenstation tussen Amerika en de Middellandse zee moet zijn geweest. Tussen 1988 en 1992 begeleidde hij de opgravingen in Tucume in Noord Peru een van de belangrijkste prehistorische opgravingen.

In totaal schreef Heyerdahl 15 boeken waarvan vele bestsellers, hem werden 11 eredoctoraten verleend. Vanuit de gehele wereld kreeg Heyerdahl onderscheidingen waarvan opmerkelijk veel afkomstig van wetenschappelijke instituten. Op 18 april 2002 stierf Heyerdahl in Colla Micheri Italië, aan een hersentumor hij werd 87 jaar.

Thor Heyerdahl kreeg in Oslo een staatsbegrafenis, het Kon- Tiki museum in Oslo herbergt onder andere de Ra II en de Kon-Tiki, het huisvest tevens een bibliotheek  met meer dan 8.000 boeken over Polynesië.


Ra II.