De stier van Potter. |
Vandaag de dag is kunstroof uit musea en privé bezit een hot item, bij tijd en wijle duiken er in het buitenland schilderijen op, (zijn opgerold gemakkelijk te vervoeren) die jaren geleden werden ontvreemd. Vrij recentelijk nog in Italië en de Oekraïne. Er zijn zelfs kunstdetectives die dagelijks met de opsporing van geroofde kunst bezig zijn.
In het verleden deden zelfs regimes aan kustroof, wat te denken van Duitsland onder Hitler dat Joodse landgenoten beroofde en in het buitenland hele kunstverzamelingen buit maakte, waarvan tot op vandaag de dag grote aantallen kunstvoorwerpen spoorloos zijn gebleven.
Maar wat heeft de Stier van Potter hiermee te maken? Het schilderij hangt immers veilig in het Mauritshuis in den Haag? Ja maar dat is niet altijd zo geweest.
Van 1774 tot 1795 hing het schilderij in het schilderijenkabinet van de Stadhouder Willem V (gelegen aan het Buitenhof naast de Gevangenpoort in den Haag). Toen het Franse leger de Republiek der Verenigde Nederlanden binnenviel week de Stadhouder uit naar Engeland. De Fransen bedachten dat de Stadhouder een privépersoon was en naar het buitenland was uitgeweken en daarmee het recht op zijn bezittingen had verspeeld. Het grootste gedeelte van de collectie van Willem V waaronder Rembrandts, Rubens, van Dijck en Potter werden naar Parijs overgebracht en in het Louvre tentoongesteld. Het zelfde stond ook andere landen te wachten, door Frankrijk veroverd en "verenigd" met Frankrijk,zo groeide de collectie van het Louvre als kool.
Bij de eerste vrede van Parijs in 1814 probeerden de geallieerden de gevoelens van de Fransen te sparen, van teruggave van de kunstschatten was door het slimme optreden van de Franse diplomaat Talleyrand geen sprake. Alleen Pruisen en Brunswijk kregen wat schilderijen terug.
Na Waterloo in 1815 veranderde dit, de geallieerden bezetten Parijs en de Pruisen drongen het Louvre binnen en haalden als eerste hun kunstschatten weg. Een Belgisch Nederlandse commissie toog naar Parijs om de kunstschatten van België en Nederland terug te krijgen. Wellington moest er aan te pas komen om de kunstcollectie van o.a. de voormalige Stadhouder Willem V terug te krijgen, met behulp van Pruisische militairen lukte dit uiteindelijk. Zeven wagens vol schilderijen en kunstvoorwerpen verlieten het Louvre richting Nederland. Op 20 november 1815 arriveerden 110 schilderijen waaronder de Stier van Potter feestelijk in den Haag. In 1821 vonden de schilderijen hun definitieve plaats in het Mauritshuis.
De verzameling gouden en zilveren wapens, oude kaarten en delen van de natuurhistorische verzameling waren in Frankrijk achter gebleven, niet alle schilderijen waren teruggevonden die waren inmiddels over andere musea buiten Parijs verspreid. Uiteindelijk stopte de Nederlandse
regering met pogingen de rest naar Nederland terug te halen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten