vrijdag 20 mei 2016

Admiraal van Kinsbergen "held van de Zwarte Zee".

Jan Hendrik van Kinsbergen

Jan Hendrik van Kinsbergen werd op 1 mei 1735 in Doesburg geboren.
Van Kinsbergen trad als 21 jarige in dienst bij de Admiraliteit van Amsterdam, als adelborst.
Na twee jaar werd hij bevorderd tot luitenant ter zee. Vanwege weinige promotie kansen in Nederland vroeg van Kinsbergen toestemming om in dienst van de Russische marine te mogen treden, van 1771 tot en met 1775 diende hij als kapitein ter zee op de Russische vloot en vergaarde er roem in de strijd tegen het Ottomaanse Rijk. Tot 1772 kreeg hij het bevel over een afdeling kozakken, in 1773 was hij smaldeel commandant van de Zwarte Zee vloot, tot twee maal toe versloeg hij de Turkse vloot wat hem in 1773 een onderscheiding van Catharina de Grote opleverde en de ere titel "held van de Zwarte Zee". Terug in de Republiek onderscheidde hij zich in de strijd tegen de Marokkaanse kapers.
Hij deed mee aan de slag bij de Doggersbank (1781) en kreeg daarbij een gouden Doggersbank medaille uitgereikt en spoedig bevorderd tot schout-bij-nacht.
Tussen 1781 en 1974 was hij aangesteld als adjunct generaal van Stadhouder Willem V, in 1782 majoor der mariniers en in 1798 werd hij vice admiraal extraordinaris.
Tussen 1793 en 1794 leidde hij de verdediging ter water tegen de aanvallende Franse republikeinse troepen, in 1793 werd hij tot bevelhebber van de Hollandse en Zeeuwse vloot benoemd.
Frederick Willem II van Pruisen benoemde hem in 1789 tot lid van de koninklijke Academie van Wetenschappen in Berlijn.
In Denemarken was hem de positie van admiraal aangeboden in de oorlog die men voerde met Zweden hij aanvaarde  de benoeming maar kon het niet tot uitvoer brengen omdat hij het land niet uit kon. Tijdens het Koninkrijk Holland werd van Kinsbergen overladen met titels; in 1810 werd hij Graaf van de Doggersbank,ook Tsaar Alexander I verleende hem tal van onderscheidingen.
van Kinsbergen was een vooraanstaand en invloedrijk zeeofficier, hij drong onophoudelijk aan op noodzakelijke hervormingen binnen de marine, deze werden door hem in woord en geschrift bepleit.
Hij was ook de schrijver van verschillende boekwerken: het zeemanshandboek en grondbeginselen der zeetactiek dat ook in het Russisch vertaald zou worden.
In het koninkrijk der Nederlanden beklede hij tal van functies: maarschalk honorair (1806), lid van de Raad van State (1806-1809), buitengewoon maarschalk (1808) en admiraal van het koninkrijk der Nederlanden (1810). In 1815 ontving hij het Grootkruis in de Militaire Willemse Orde en werd hij in de adelstand verheven als Jonker.

Hij stierf op 22 mei 1819 in Apeldoorn en werd daar begraven, in de Nieuwe Kerk in Amsterdam kreeg hij een praalgraf (dat leeg bleef). Zijn vermogen ging naar de liefdadigheid.
Tal van marine schepen zijn naar hem vernoemd als ook straten en scholen.
In Apeldoorn werd in 2008 ter zijne gedachtenis een monument onthuld.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten